Torastudie: Het Gouden Kalf – Exodus 32:7-8
In Exodus 32:7-8 lezen we hoe niet-Joden die met de Joden uit Egypte waren gevlucht het Gouden Kalf gingen maken en aanbidden. God had dit voorzien. Zou alleen het Joodse volk Egypte hebben verlaten dan was de zonde met het Gouden Kalf niet gebeurd. God wil niet dat Joden zich mengen met niet-Joden. Nog steeds keurt het orthodoxe Jodendom gemengde huwelijken af. Het Joodse volk moet haar opdracht vervullen zonder invloeden van buitenaf.
Exodus 32:7-8
Hierop sprak de Eeuwige tot Mozes: ga, daal af, want misdreven heeft uw volk, dat gij gevoerd hebt uit het land Egypte. Zij zijn spoedig afgeweken van de weg, die Ik hen geboden heb, zij hebben zich een gegoten kalf gemaakt en zich daarvoor neder geworpen en ervoor geofferd en gezegd: dit is uw god, Israël, die u gevoerd heeft uit het land Egypte.
Exodus 32:7
Hierop sprak de Eeuwige tot Mozes: ga, daal af
grootsheid
Wat wordt bedoeld met: 'Ga, daal af?' Rabbijn Elazar zei: God zei tot Mozes: “Mozes neem afstand van je grootsheid. Heb ik je grootsheid geschonken anders dan voor Israël? En nu heeft Israël gezondigd; wat zal Ik met je doen?”
Mozes werd onmiddellijk krachteloos en had geen kracht te spreken. Maar toen God zei: “Laat Me alleen zodat Ik ze kan vernietigen,” zei Mozes tegen zichzelf: “Dit is van mij afhankelijk,” en hij stond op en bad om genade.
Het was te vergelijken met een koning die kwaad werd op zijn zoon en hem hevig begon te slaan. Zijn vriend zat voor hem maar was bang iets te zeggen tot de koning zei: “Was het niet voor mijn vriend die hier voor mij zit dan zou ik je doden.” De vriend zei tegen zichzelf: “Dit is van mij afhankelijk,” en hij stond op en redde hem.
Rabbijn Abbahoe zei: Stond er niet expliciet geschreven: “Laat Me alleen zodat Ik ze kan vernietigen.” Dan zou het onmogelijk zijn zoiets te zeggen. Dit impliceert dat Mozes God vastpakte en tegen Hem zei: “Meester van het Universum! Ik laat U niet gaan tot u hen vergeeft.”
Exodus 32:7
Hierop sprak de Eeuwige tot Mozes: ga, daal af, want misdreven heeft uw volk, dat gij gevoerd hebt uit het land Egypte.
uw volk
God zegt niet: “want misdreven heeft het volk,” maar “uw volk.” Mozes zei: “Meester van het Universum! Sinds wanneer is het mijn volk?”
God antwoordde: “Zij zijn uw volk, want toen zij nog in Egypte waren, vertelde Ik u dat Ik zal voortbrengen “Mijn volk, de Jisraelieten.” Gaf ik niet de opdracht het volk NIET te mengen met de Egyptenaren. Maar jij zei tegen Mij: “De boetedoening moet altijd geaccepteerd worden.” Ik wist wat zij op een dag zouden doen en dus ging Ik niet akkoord maar ben toch op je verzoek in gegaan, met als resultaat dat deze mensen het Kalf maakten.”
Exodus 32:8
Zij zijn spoedig afgeweken van de weg, die Ik hun geboden heb.
twee kostbare parels
Een koning gaf twee kostbare parels aan een vrouw. Acht andere parels gaf hij zijn boodschapper. Terwijl de vrouw aan het flirten was verloor ze de twee parels en toen de koning dit ontdekte stuurde hij haar het huis uit. De boodschapper ging namens haar een pleidooi houden voor de koning: “Waar vindt u zo'n prijzenswaardige vrouw?” De koning antwoordde: “Ze beledigde me zo dat ze de twee parels verloor die Ik haar gaf!”
De twee parels zijn de eerste twee van de Tien Geboden die God rechtstreeks aan het volk gaf: “Ik ben de Eeuwige uw God” en “U zult geen andere goden dienen.” Deze geboden overtraden ze met het maken van het Gouden Kalf. De andere geboden waren via Mozes gegeven.
In Exodus 32:7 verwijt God Mozes te hebben toegestaan dat niet-Joden mee vluchtten met de Joden uit Egypte. God wist dat zij degenen waren die later het Gouden Kalf zouden gaan maken. Was het Joodse volk dus zuiver gebleven dan zou het hele incident met het Gouden Kalf niet hebben plaatsgevonden. Dat Joden zondigen komt vaak omdat ze niet-Joodse geloofsovertuigingen (van bijvoorbeeld islam of boeddhisme) overnemen
Tegenwoordig zie je dat gemengde huwelijken nog steeds verboden zijn binnen het orthodoxe Jodendom. Orthodoxe Rabbijnen hanteren het
Tora standpunt dat Joden onderling met elkaar moeten trouwen. Zo blijft het Joodse volk behouden en kunnen er geen invloeden van buitenaf hun intree doen. Het incident met het Gouden Kalf bewijst op welke wijze het mis kan gaan als anders gelovigen zich gaan mengen met Joden. Zo kunnen de kinderen niet in een beschermde Joodse omgeving opgroeien en de Joodse waarden handhaven. Het Jodendom wordt zo uitgehold. God heeft de Joden opdracht gegeven om een apart volk te blijven en zich niet te mengen met andere volkeren. Alleen op die wijze kan het Joodse volk haar opdracht vervullen en getuigen van de Ene God.
Lees verder