Torastudie: Hillel en Sjammai Exodus 32:1
Het maken van het Gouden Kalf staat model voor een andere 'moeilijke dag' in de Joodse geschiedenis: de dag waarop de volgelingen van Sjammai die van Hillel overtroffen. De Tora zegt dat bij onenigheid tussen twee wijzen men de meerderheid moet volgen. Normaal waren de leerlingen van Hillel in de meerderheid behalve bij één aangelegenheid waarbij de leerlingen van Sjammai de meerderheid vormden en achttien wetten deel werden van de Tora.
Achttien wetten worden deel van de Tora
De Achttien wetten van Sjammai werden aangenomen als deel van de Tora-wet. Ze werden even bindend als de 365 basis verboden.
Verschil school Hillel en school Sjammai
De school van Hillel was beschaafder en bescheidener inzake de toepassing van de Tora-wet, terwijl de school van Sjammai gekenmerkt werd door strikheid en strengheid. Dit was het product van verschillende perspectieven op de functie van de Tora.
Joden leven dagelijks met een onenigheid inzake de perceptie van de realiteit. Enerzijds erkennen Joden dat er niets naast God bestaat (
Deuteronomium 4:35), aan de andere kant worden ze geconfronteerd met een wereld die toont dat er wel iets anders bestaat; de wereld is gescheiden van God. Daarom gaf God aan de Joden de Tora welke instructies geeft hoe de Goddelijke wil de wereld op te leggen. Door de Tora na te leven scheppen we een wereld die niet gescheiden is van God maar ondergeschikt is aan Hem; een wereld die niet de exclusiviteit van de Goddelijke realiteit tegenspreekt, maar het instrument is van haar realisatie.
Goddelijke eenheid versus gescheidenheid
De wereld zoals we die waarnemen lijkt gescheiden van God. Maar in werkelijkheid bestaat alleen God. De Tora lost dit op met 365 verboden en 248 geboden: ontzegging en aankweek.
ontzegging
De Jood eet alleen kosher voedsel. Treife voedsel wordt genegeerd. De Jood gehoorzaamt alleen God, terwijl het andere bestaan wordt genegeerd.
aankweek
Een deel van de wereld wordt ontwikkeld in een instrument van het Goddelijke. Bijvoorbeeld een stuk leer heeft geen relatie met God, maar wanneer hiervan gebedsriemen worden gemaakt dan wel. Het iets wordt nu niet genegeerd maar is niet langer gescheiden van God.
Wat is belangrijker: ontzegging of aankweek? Dit is het onderliggende verschil tussen de school van Sjammai en de school van Hillel.
Sjammai
De Tora is voornamelijk 'negatief'; het niets van de fysieke realiteit. De positieve wetten hebben ook een effect van ontzegging op de wereld.
Hillel
De Tora is niet om de fysieke realiteit te ontzeggen c.q. negeren, maar om te openbaren hoe haar 'iets' een deel is van het 'iets' van God. Dus de positieve wetten (cultiverende mitswot) drukken hun uiterste functie uit. De verboden zijn de basis regels voor de juiste cultivatie van de wereld als een instrument van het Goddelijke.
Beide percepties van de Tora zijn legitiem; beide bevestigen de waarheid dat er niets naast God bestaat. Maar op subtiele wijze erkent Sjammai een 'gescheidenheid' van de wereld: de wereld bestaat en daarom moet het genegeerd worden. De wereld daagt de eenheid van God uit. Daarom moet het ontkend worden.
Volgens Hillel is het 'bestaan' van de wereld geen rebellie tegen de Goddelijke soevereiniteit, maar een potentieel om gerealiseerd te worden. De wereld is volgens Hillel geen 'gescheidenheid.' Wat we waarnemen als gescheiden is een uitdrukking van het Goddelijk wezen dat het doordringt.
Wanneer de visie van Hillel de boventoon voerde was het geen bedreiging voor de integriteit van Israëls relatie met God: parallelle visie van het Goddelijke blauwdruk voor het leven. Maar er zijn tijden dat de wereld Hillels visie moet accentueren, en er zijn tijden dat de wereld Sjammai's visie moet accentueren.
Toch werd op de dag dat Sjammai's leerlingen de overhand kregen een moeilijke dag die gelijkgesteld werd met de dag toen het Gouden Kalf werd gemaakt. Het gevaar bestaat namelijk dat de wereld gezien wordt als 'iets' anders dan God, iets dat vreemd is aan de waarheid van haar Schepper. Uiteindelijk kregen echter de volgende dag de leerlingen van Hillel weer de bovenhand, met uitzondering van de Achttien wetten van Sjammai waarover gestemd was. Er bestaan dus geen 'andere' elementen in Gods wereld.
Nadere toelichting op bovenstaande Joodse commentaren
In Deuteronomium 4:35 staat: Aan u is getoond om te weten dat de Eeuwige de Godheid is, niets anders buiten Hem. Dit impliceert dus dat de Schepping, vanuit Gods perspectief bezien niet als gescheiden bestaat. De Schepping is een product van Gods Geest. 'Denkt' God niet meer aan de Schepping dan bestaat deze ook niet meer. God blijft echter gewoon onveranderd. Vanuit het perspectief van de mens gezien lijkt de Schepping los te staan van God. Dat klopt ook omdat God zich 'teruggetrokken' heeft om ons zo het gevoel te geven onafhankelijk te leven. Zo kunnen we uit vrije wil voor God kiezen. Door de Tora na te leven realiseren we ons dat God de Enige realiteit is en dat de wereld niet gescheiden is van God en dus niet onafhankelijk bestaat.
Samenvatting - vragen
Om voor uzelf te controleren of u de tekst goed begrepen heeft volgt hier een aantal vragen. De antwoorden vindt u terug in bovenstaande tekst.
- Beschrijf het verschil in visie tussen Hillel en Sjammai?
- Wie had meestal de meeste aanhangers?
- Waarom werd het gelijk van Sjammai gezien als een slechte dag in de Joodse geschiedenis?
- Welke visie won uiteindelijk en waarom?
- Waarom worden beide visies als juist beschouwd?
- Wat wordt bedoeld met 'ontzegging' en 'aankweken'?
Lees verder