Babylonische en Jeruzalem (Palestijnse) Talmoed
Het Hebreeuwse woord 'Talmoed' heeft als hoofdbetekenis 'studie' of 'het leren'. De Talmoed heeft betrekking op de gehele verzameling van rabbijnse uitleggingen en toepassingen van en commentaren op de Misjna van Rabbi Juda de Prins (Juda HaNasi). In 200 van de gewone jaartelling werd de Misjna afgesloten. Daarna werden in scholen in Babylonië en Israël de Misjna studie voortgezet. Zo ontstonden de Babylonische Talmoed en de Jeruzalem Talmoed. De eerste is de meest gezaghebbende.
De Babylonische Talmoed
Waarschijnlijk is de Babylonische Talmoed geschreven tussen de eerste helft van de derde eeuw van de gewone jaartelling en begin 500. De belangrijkste studiecentra waren: Nehardea, Sura, Pumbedita, Machoza, Naresh en Mata Mechasya. Soms volgden de scholen elkaar op, soms bestonden naast elkaar. De Joden hadden veel te lijden onder de vervolgingen.
De Babylonische Talmoed is een interpretatie van de Misjna. In de Jeruzalem Talmoed zijn dan weer varianten op de Misjna-tekst te vinden.
De afsluiting van de Babylonische Talmoed vond plaats door Rav Ashie en Avina.
Stijl van de Babylonische Talmoed
De inhoud bestaat uit rabbijnse besprekingen en mondelinge verhandelingen. De stijl wordt gekenmerkt door het ontbreken van een systematisch opbouw en literaire vorm. Door het ontbreken van een systematische opbouw, wat overigens wel het geval is in de Misjna, wordt de Talmoed ook wel 'de zee der Talmoed' genoemd, duidend op de grote hoeveelheid en uitgebreidheid van het materiaal waar men soms zeer diep op in gaat.
Tekst en taal van de Babylonische Talmoed
De Babylonische Talmoed kent ongeveer 2,5 miljoen woorden op 5894 pagina's. Een derde bestaat uit Halachisch materiaal; en twee derde uit Haggadisch materiaal. Bij de Jeruzalem Talmoed is de verhouding: een zesde Haggadisch en vijf zesde Halachisch.
Er bestaat geen algemeen gezaghebbende editie. De Talmoed tekst kent zeer veel varianten. Dit komt o.a. omdat er overschrijf fouten zijn gemaakt. Daarnaast was de Talmoed geschreven in het oost-Aramese dialect. Dit begrepen Joden uit Europa niet. Bovendien werd het oost-Aramees later door het Arabisch verdrongen in Babylonië en werden in latere tijden de teksten onbegrijpelijk. Van groot belang waren dan ook de vertalingen en het commentaar van Rashi en het eerste Lexicon op de Talmoed - de 'Aroech' - van Nathan ben Jehiel.
Inhoud Talmoed
Het handelt over zaken die het alledaagse leven betreffen, Joodse gewoonten zeden en gebruiken en heel in het bijzonder het Joodse geloof toegepast in de praktijk. Er is over talloze gebieden geschreven.
Talmoed-uitgaven
Na de komst van de boekdrukkunst werd de Talmoed al snel gedrukt. Dit gebeurde vooral in Portugal tegen het einde van de 15de eeuw. De eerste complete uitgave van de Talmoed was het werk van Daniël Bomberg (een christen), die in de jaren 1520-1523 de gehele Talmoed te Venetië drukte. Een tweede uitgave was van Giustiniani (1546-1551) eveneens in Venetië gedrukt. Later volgden elders losse traktaten of de hele Talmoed op andere plekken, zoals Amsterdam.
Er zijn 63 standaardtraktaten, later aangevuld met kleinere traktaten. Het is verdeeld over 20 banden. Dit werd de gezaghebbende Talmoed die over de hele wereld in Joodse gemeenschappen bestudeerd wordt.
Ook op de Talmoed kwamen weer commentaren. De eerste verscheen in de tiende eeuw van Rabbi Gerschon ben Judah uit Mainz. De meest bekende is die van Rashi. Ook verschenen er vertalingen van lossen traktaten. Tussen 1897-1935 werd de gehel Talmoed in het Duits vertaald.
De Jeruzalem (Palestijnse) Talmoed
Ook de Jeruzalem Talmoed is een commentaar op de Misjna. Deze verscheen in Israël, niet in Jeruzalem. De taal is west-Aramees met veel Griekse woorden. De Jeruzalem Talmoed is veel minder omvangrijk. Hij wordt ook als minder gezaghebbend beschouwd dan de Babylonische Talmoed.