Joodse Bijbel: Izaäk en Rebekka trouwen
Abraham wil graag dat Izaäk een vrouw zal trouwen die hetzelfde karakter en statuur van Sara heeft. Abraham besluit daarom te zoeken naar een schoondochter bij de kinderen van zijn broer Nahor. Zijn dienstknecht Eliëzer gaat op pad. Bij de waterbron treft hij Rebekka. Zij biedt hem en zijn kamelen water aan. Dan weet Eliëzer dat zij de geschikte vrouw is voor Izaäk. Rebekka gaat met Eliëzer mee om met Izaäk te trouwen. Ze blijkt een waardig opvolgster te zijn van Sara.
Per vers het
commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Joodse Bijbel weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
De missie ven Eliëzer
Drie jaar lang blijft de tent van Sara leeg. Duisterheid en eenzaamheid overheersen waar licht en leven was toen Sara nog leefde.
Abraham wil graag dat Izaäk een vrouw zal trouwen die hetzelfde karakter en statuur van Sara heeft. Izaäk zelf is compleet gedompeld in de studie en de dienst van G'd. Het is duidelijk voor Abraham dat hij geen geschikte vrouw voor zijn zoon kan vinden onder de Kanaänieten. Hun opvoeding en manier van leven is totaal anders dan die van Abraham en Izaäk, en geen van hen zou ooit een levensgezel van Izaäk kunnen worden en een ware erfgenaam van Sara.
Abraham besluit daarom te zoeken naar een schoondochter bij de kinderen van zijn broer Nahor. Hij roept zijn trouwe dienaar Eliëzer bij zich en verzoekt hem naar Nahor in Mesopotamië te gaan om daar een vrouw te vinden voor Izaäk. Eliëzer gaat met tien ezels vol met schatten van Abraham op weg naar Mesopotamië voor zijn heilige missie.
Genesis 24:10:
En de knecht nam tien kamelen van de kamelen van zijn meester, en hij ging, en al het beste van zijn meester was in zijn hand; en hij stond op en ging naar Aram Naharaim, naar de stad Nahor.
van de kamelen van zijn meester: (Genesis Rabba 59:11). Ze waren te onderscheiden van andere kamelen door het feit dat ze gemuilkorfd naar buiten gingen om diefstal te voorkomen, dat ze niet mochten grazen in de velden van vreemden.
het beste van zijn meester was in zijn hand: (Gen. Rabbah ad loc.) Hij schreef een schenkingsakte aan Izaäk voor alles wat hij bezat, zodat ze zich zouden haasten [letterlijk springen] om hem hun dochter te sturen.
Aram-naharaim: [letterlijk, Aram van de twee rivieren.] Het is gelegen tussen twee rivieren.
Eliëzers gebed
Eliëzer arriveert veilig op de plek van bestemming en stopt met zijn kamelen bij een bron buiten de stad. Het is avond, de tijd dat de vrouwen van de stad naar de bron komen om water te halen. Eliëzer bidt (
Genesis 24:14): "O Heer, de G'd van mijn meester Abraham. Ik sta bij een waterbron en de dochters van de mensen uit de stad komen naar de bron. Laat het zo zijn dat de vrouw die tegen wie ik zeg 'mag ik wat drinken' en zij zal zeggen 'drink en ik zal uw kamelen water geven', de geschikte vrouw is voor Izaäk."
haar hebt U aangewezen: zij is hem waardig, want zij zal goede daden verrichten, en zij is geschikt om het huis van Abraham binnen te gaan; en de uitdrukking הֹכַחְתָּ betekent "Jij hebt gekozen", esprover in het Oudfrans.
en door haar mag ik het weten: een smeekbede: "Laat het me weten door haar."
dat U liefderijke goedheid hebt betoond: als ze uit zijn familie komt en geschikt voor hem is, zal ik weten dat U liefderijke goedheid hebt betoond.
Rebekka bij de waterbron
Nauwelijks heeft Eliëzer zijn gebed beëindigd wanneer hij Rebekka ziet, de dochter van Abrahams neef Bethuel. Ze is mooi en Eliëzer is onder de indruk van haar beleefde gedrag. Ze draagt een kruik op haar schouder stapt naar de bron en vult de kruik. Wanneer ze weer rechtop staat vraagt Eliëzer of hij wat water uit haar kruik mag drinken. Rebekka antwoordt: "Drink mijn meester." Wanneer hij zijn dorst gelest heeft, zegt ze: "Ik zal ook voor uw kamelen water halen." Telkens vult ze de kruik en geeft de kamelen water tot hun dorst gelest is. Eliëzer is er zeker van dat dit de juiste vrouw is waar hij naar zoekt. Zonder haar naam te vragen geeft hij haar een gouden ring en twee armbanden. Dan vraagt hij wie ze is. Wanneer Rebekka antwoordt dat zij de kleindochter is van Nahor, de broer van Abraham, dankt Eliëzer G'd voor het helpen vinden van de juiste vrouw voor Izaäk.
Genesis 24:27:
En hij zei: "Gezegend is de Heer, de G'd van mijn meester, Abraham, die zijn liefdevolle goedheid en zijn waarheid van mijn meester niet heeft verlaten. Wat mij betreft, de Heer leidde mij op de weg naar het huis van de verwanten van mijn meester."
op de weg: op de aangewezen weg, de rechte weg, op de weg die ik nodig had. Evenzo verwijzen elke 'beth', 'lammed' en 'hey' die als een voorvoegsel dienen en worden klinker met een 'pattach' naar iets specifieks, dat al elders is genoemd, of van [een object] waar het helder en duidelijk is over wat men zegt. [d.w.z. de "pattach" onder het voorvoegsel geeft de הֵא הַיְדִיעָה, het bepaald lidwoord.]
Rebekka snelt naar huis en vertelt over haar ontmoeting met Eliëzer. Haar broer Laban rent naar de bron om Eliëzer welkom te heten. Spoedig vertelt Eliëzer over zijn missie en hoe G'd hem geholpen heeft Rebekka te vinden als de waardige vrouw voor Izaäk. Laban en Bethuel hebben geen bezwaar dat Rebekka meegaat om met Izaäk te trouwen.
Rebekka en Izaäk trouwen
De volgende morgen wil de familie van Rebekka haar niet onmiddellijk laten gaan. Ze stellen voor om nog een jaar te blijven zodat ze zich kan voorbereiden op het huwelijk. Toch laten ze Rebekka zelf kiezen. Rebekka wil meteen mee omdat ze graag een lid wil worden van het huis van Abraham wiens faam wereldwijd bekend is.
Izaäk is naar de velden gegaan voor het avondgebed, wanneer de karavaan van Eliëzer arriveert. Eliëzer doet zijn verhaal en Abraham en Izaäk zijn G'd dankbaar. Izaäks huwelijk met Rebekka wordt meteen gevierd en Rebekka gaat in de tent van Sara wonen. Het huis van Abraham is weer gevuld met geluk want Rebekka is een waardig opvolgster van Sara.
Genesis 24:67:
En Izaäk bracht haar naar de tent van zijn moeder Sara, en hij nam Rebekka, en zij werd zijn vrouw, en hij hield van haar. En Izaäk werd getroost voor [het verlies van] zijn moeder.
naar de tent van zijn moeder Sara: Hij bracht haar naar de tent, en zie, zij was zijn moeder Sara; d.w.z. ze werd de gelijkenis van Sara, zijn moeder, zolang Sara leefde, brandde er een kaars van de ene sabbatavond tot de volgende, werd er een zegen gevonden in het deeg en werd er een wolk aan de tent vastgemaakt. Toen ze stierf, stopten deze dingen, en toen Rebekka arriveerde, gingen ze verder (Genesis Rabbah 60:16).
want ... zijn moeder: Het is de manier van de wereld dat, zolang iemands moeder leeft, hij aan haar gehecht is, maar zodra ze sterft, vindt hij troost in zijn vrouw. - [Pirkei d’Rabbi Eliezer, hfst. 32.]
Samenvatting - vragen
Om voor uzelf te controleren of u de tekst goed begrepen heeft volgt hier een aantal vragen. De antwoorden vindt u terug in bovenstaande tekst.
- Waarom trouwt Izaäk geen vrouw uit Kanaän?
- Waar moet volgens Abraham een vrouw voor Izaäk gevonden worden?
- Hoe weet Eliëzer dat hij een geschikte vrouw voor Izaäk heeft gevonden?