God: God en Adam (de eerste mens) - Joodse visie
De eerste mensen, Adam en Eva, worden niet geboren. Zij zijn de directe creatie van God zelf, en zij weten het. Volgens de Joodse traditie heeft Adam een enorm bewustzijn en begrip. Evenredig met deze diepte van het begrijpen van hemzelf, God en zijn plaats in de schepping, heeft Adam een enorm potentieel. De engelen denken dat Adam Goddelijk is. Adam heeft een vrije wil en kan zelf bepalen te kiezen voor God of zichzelf. Maar waarom luistert Adam niet naar God?
N.B. In dit artikel worden Adam en Eva tezamen aangeduid als Adam (de eerste mens).
De geschiedenis van Adam in een notedop
Genesis 2:15-17
En de Here God nam de mens en plaatste hem in de Hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. En de Here God legde de mens het gebod op: Van alle bomen in het hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage dat gij daarvan eet, zult gij voor zeker sterven.
Ondanks de waarschuwing van God eet Adam van de boom der kennis van goed en kwaad. En de gevolgen zijn rampzalig.
Genesis 3:17-19
En tot de mens zei Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.
Wat gaat er mis?
We nemen aan dat Adam bewust is dat Gods bestaan compleet en totaal onafhankelijk is, terwijl Adams bestaan totaal afhankelijk is. Adam weet dat elk moment een nieuwe schepping is en dat zijn eigen bestaan op de rand is van het niet-bestaan.
Daarnaast weet Adam dat de schepping voor hem is en dat het doel van zijn bestaan is om te profiteren van het plezier van een relatie met God. Adam weet dat het plezier dat zijn noodzakelijke doel is het aantrekken van zijn beperkte en precaire bestaan tot Gods ultieme bestaan.
Tot slot weet Adam dat hij een vrije wil heeft. Hij weet dat hij bijna onbeperkte potentieel heeft en dat hij de onafhankelijkheid en de vrijheid heeft gekregen om te doen met het potentieel ongeacht wat hij kiest.
Kijken naar de situatie vanuit Adams perspectief
Aan de ene kant denkt Adam dat hij zich alles kan veroorloven. Zijn mogelijkheden en potentieel zijn groot. Aan de andere kant realiseert Adam zich dat hij een gevangene is die afhankelijk is van God. Elk moment van zijn bestaan is een nieuwe schepping. Hij voelt zich als een lamp die God aan en uit kan zetten en het stopt nooit. Is dit vrijheid?
Adam denkt verder na en realiseert zich dat God hem vrijheid en onafhankelijkheid heeft gegeven. Adam wil vrij zijn omdat God hem geschapen heeft om vrij te zijn. Alles wat Adam wil is vrij zijn.
God komt naar Adam en zegt dat hij van één bepaalde boom niet mag eten. Adam vraagt zich af waarom.
Adam vraagt zich daarnaast af dat als het Gods doel is voor hem om plezier te ontvangen waarom laat God de mens dan niet dichterbij komen? Adam weet dat als God Adam hem het ultieme plezier gratis geeft, hij nooit in staat zou zijn er waarlijk van te genieten. Pas als je er voor werkt kan je er echt van genieten.
Adam redeneert verder en denkt dat het doel van zijn bestaan ligt in wat God van hem weg wil houden.
Adam heeft gelijk
De sleutel tot Adams vervulling het doel van zijn schepping (en daarmee het doel van alle schepping) ligt in Gods verbod. Als God een robot wil waarom schiep hij dan het tegenovergestelde? Bovendien lijkt het alsof Adam altijd verliest. Als hij naar God luistert wordt hij een robot en vernietigt hij wat God schiep, namelijk een vrije en onafhankelijke mens. Maar als hij niet naar God luistert leidt het ook van het doel af omdat hij God negeert.
Adam kiest ervoor niet naar God te luisteren
Adam luistert op het eind niet naar God omdat hij slecht was maar omdat hij verkeerd concludeert dat dit het best is om zijn doel te bereiken. Adam redeneert als volgt. Omdat God hem met een groot potentieel schiep en omdat God hem slechts als taak gaf de Hof van Eden te bewaken en niet te eten van de specifieke boom, moet God willen dat Adam zijn vrijheid gebruikt om een groter doel voor zichzelf te creëren. Op deze manier wordt hij Gods partner en niet slechts een gezant. Door afstand te scheppen moet hij meer zijn best doen om dichterbij God te komen en zo verdient hij meer plezier.
Dit is een grote fout. Adam realiseert zich niet dat hij een grote afstand zal scheppen door een ogenschijnlijk klein vertrek van Gods wensen. De afstand die Adam schept is desastreus, niet alleen voor hemzelf maar voor de hele wereld. Adam wordt een andere Adam en de wereld wordt een andere wereld door Adams blunder.
Wanneer Adam terug kijkt realiseert hij zich dat God alles perfect heeft afgestemd waarbij zowel rekening is gehouden met de vrije wil, zijn grote potentieel, de noodzaak zijn prestaties te bereiken, als Gods verlangen dat hij de keuze maakt dat resulteert in de grootst mogelijke nabijheid en plezier. Adam realiseert zich dat net zoals de schepping voor de mens is, de communicatie van God met de mens ook voor de mens goed is. Maar er is geen weg terug. De nakomelingen van Adam moeten de schade herstellen en een weg terugvinden naar de prestatie van Gods doel voor de schepping.
De schade is enorm: de relatie met God is veranderd
De schade is enorm. In Genesis 3:17-19 staat:
En tot de mens zei Hij: Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.
De relatie met God is veranderd. De balans tussen lichaam en ziel is verstoord. De ziel raakt vervreemd van zijn bron (God). Het lichaam trekt verder naar zijn bron (de aarde). Toch laat God de mens niet in de steek. Hij sluit een nieuw verbond met Abraham en later met het Joodse Volk op de berg Sinaï.