Waarom behoren de Samaritanen niet tot het Joodse volk?
Toen de Assyriërs de Joden van het Tien Stammenrijk verdreven uit Israël, brachten zij de Koetiem, een buitenlands volk uit Koeta, naar het lege Samariagebied. De Koetiem (Samaritanen) waren volgens de Talmoed afgodendienaars. Daarop zond G'd, volgens de Talmoed, leeuwen en beren naar het gebied. Uit angst voor deze wilde beesten bekeerden de Samaritanen zich tot het Jodendom. De Talmoedrabbijnen betwijfelden echter of hun bekering serieus genomen moest worden. Want naast het Jodendom hielden de Samaritanen ook hun eigen afgodendienst nog aan. Zij werden bittere vijanden van de Joden toen deze terugkeerden uit Babylonische ballingschap. Ze saboteerden zelfs voor een paar jaar de bouw van de Tweede Tempel. Ezra besloot de Samaritanen in de ban te doen. Deze bouwden toen hun eigen tempel op de berg Geriziem nabij Sichem (Nabloes). De Samaritanen zelf beweren overigens dat zij afstammelingen zijn van Efraïm en Manasse, de twee zonen van Jozef, en dus tot het volk van Israël behoren.
De naam Samaritanen levert controverse op
De naam Samaritanen wordt verschillend aangeduid in het Hebreeuws. Het gaat hierbij om de vraag of de Samaritanen vernoemd zijn naar het gebied Samaria, of omgekeerd dat Samaria vernoemd is naar de Samaritanen. Dit verschil in interpretatie wordt gebruikt bij de claims wie de voorouders over dit gebied zijn.
De Samaritanen noemen zichzelf Shameriem dat in het Samaritaans Hebreeuws bewakers betekent. Dat zou slaan op de bewakers van de Tora. In het Bijbels Hebreeuws worden ze shomeriem (bewakers) genoemd.
De Samaritanen beweren dat Samaria naar de Samaritanen is vernoemd omdat in dit gebied zich de grootste geografische concentratie van de Samaritaanse gemeenschap bevindt. De Joden zeggen echter soms dat het Samaria vernoemd is naar de berg Samaria, dat 'waakberg' betekent. Vanaf deze berg keken wachters in Bijbelse tijd naar naderende troepen uit Egypte. In het modern Hebreeuws wordt gesproken over Shomroniem (inwoners van Samaria).
Wie zijn de Samaritanen?
Volgens Samaritaanse bronnen
De Samaritanen beweren dat ze afstammen van Efraïm en Manasse, de twee zonen van Jozef. De Samaritanen zouden de vernietiging van het Tien Stammenrijk door de Assyriërs hebben overleefd. Voor hen is de berg Geriziem heilig. Mozes zou Jozua de opdracht hebben gegeven om de twaalf stammen van Israël, zodra hij Kanaän zou hebben veroverd, naar de bergen bij Sichem te brengen. Zes stammen zouden geplaatst worden op de berg Geriziem, de berg van de zegen. De andere stammen zouden geplaatst worden op de berg Ebal, de berg van de vloek. Volgens Deuteronomium 11:29; 27:12; en Jozua 8:33 werden de twee bergen gebruikt als symbool om de geboden na te leven.
Volgens de Samaritaanse geschiedschrijving stond de tabernakel op de berg Geriziem. De priester Eli bouwde er ook nog één in Silo.
Volgens Joodse bronnen
Volgens Joodse bronnen, met name de Talmoed maar ook in het Bijbelboek II Koningen en volgens de Joodse geschiedschrijver Josephus, komen de Samaritanen uit Koeta en heten ze oorspronkelijk Koetiem. Zij waren door de Assyriërs naar Samaria gebracht nadat het Tien Stammenrijk was gedeporteerd naar Assyrië in het jaar 721 voor het begin van de gewone jaartelling. De deportatie wordt bevestigd door de verslagen van Sargon II van Assyrië.
De nieuwe bevolking in Samaria waren afgodendienaars. G'd zond, volgens de Talmoed, leeuwen en beren op de bevolking af omdat zij zich niet aan de Joodse wetten hielden. De Assyrische koning Sancheriew vroeg aan de Joodse geleerden waarom de Joden destijds niet werden aangevallen door wilde dieren en de nieuwe bewoners wel. De geleerden antwoorden: Het Land neemt geen personen op, die onbesneden zijn en die zich niet bezighouden met de beoefening van de Tora.
Daarop gaf de Assyrische koning de opdracht aan twee Joodse geleerden om de Samaritanen te besnijden en hen te onderwijzen in de Tora. Dit lukte slechts gedeeltelijk. De Samaritanen namen de Tora aan maar behielden ook hun eigen afgodendienst.
1
Toen de Joden uit ballingschap terugkeerden en Ezra en Nehemia de Tempel in Jeruzalem wilden herbouwen, wilden de Samaritanen meehelpen. Dit werd echter geweigerd door Ezra en Nehemia. Daarop traineerden de Samaritanen voor twee jaar de bouw van de Tempel. De Samaritanen werden door Ezra in de ban gedaan. De Samaritanen bouwden daarop hun eigen tempel op de berg Geriziem.
2
De religie van de Samaritanen verschilt van het Jodendom
De Samaritaanse religie (er leven nog maar weinig Samaritanen in het moderne Israël) komt tegenwoordig op aardig wat punten overeen met het Jodendom (zoals het geloof in Eén G'd; het idee van de opstanding en het Paradijs), maar de verschillen zijn dermate groot dat de Samaritanen toch niet tot het Joodse volk behoren. Zo is er een Samaritaanse versie van de Tora en beschouwen de Samaritanen de Tempel in Jeruzalem niet als heilig. Alleen de tempel op de berg Geriziem wordt als heilig beschouwd. In de eindtijd zullen de doden opgewekt worden door de Taheb, een hersteller (misschien Mozes). Priesters zijn de uitleggers van de wet, niet de geleerden zoals in het Jodendom. De Mondelinge Tora wordt door de Samaritanen niet erkend. De Tien Geboden zien er anders uit. Ze kennen geen Joods Nieuwjaar.
Andere verschillen zijn klein en worden als toevallig beschouwd.
Voetnoten
1 Rabbijn Evers meldt nog in zijn boek dat volgens sommige Joodse geleerden de Samaritanen veel mamzeriem (bastaarden) telden omdat ze zich niet strikt hielden aan de huwelijks- en echtscheidingswetten. Joden konden dus niet met Samaritanen trouwen.
2 Ten tijde van Sjimon de Rechtvaardige waren de Samaritanen nog steeds opstandig tegenover de Joden. Ze verzochten Alexander de Grote de Tempel in Jeruzalem te vernietigen. Sjimon de Rechtvaardige praatte Alexander om en kreeg toestemming om het heiligdom van de Samaritanen af te breken. De plek werd bezaaid met lof en prei, zoals de Samaritanen ook van plan waren met de Tempel in Jeruzalem. Als dank voor de steun van Alexander werden toen alle Joodse jongetjes die geborene werden naar Alexander vernoemd.