Presuppositionalisme: wat is presuppositionele apologetiek?

Presuppositionalisme: wat is presuppositionele apologetiek? Presuppositionalisme, vaak afgekort als 'presup' en ook bekend als presumptionisme, is een school binnen de christelijke apologetiek die gelooft dat het christelijk geloof de enige basis is voor rationeel denken. De oorsprong van presuppositionele apologetiek ligt m.n. in het werk van Cornelius Van Til (1895-1987), een Nederlands-Amerikaanse christelijke filosoof en gereformeerde theoloog, die in de jaren twintig van de vorige eeuw een presuppositionele benadering begon te hanteren om de waarheid van zijn (christelijke) geloof te verdedigen. Van Til hield persoonlijk niet van de term 'presuppositioneel' omdat hij van mening was dat het zijn benadering van apologetiek verkeerd voorstelde, die volgens hem vooraleerst was gericht op het hanteren van de Bijbel als het ultieme criterium voor waarheid. De Bijbel als superieur uitgangspunt. Zijn student, Greg Bahnsen (1948-1995), populariseerde de presuppositionele apologetiek. Bekend is zijn pennenvrucht 'Always Ready'.
Het christelijk geloof is volgens 'presuppers' de enige basis voor rationeel denken / Bron: Dream Perfection/Shutterstock.comHet christelijk geloof is volgens 'presuppers' de enige basis voor rationeel denken / Bron: Dream Perfection/Shutterstock.com

Wat is presuppositionele apolegetiek?

Basis voor rationeel denken

Apologetiek is de verdediging van het christelijk geloof. Presuppositionele apologetiek is een vorm van geloofsverdediging die ervan uitgaat dat het christelijk geloof de enige basis is voor rationeel denken. Een christelijke presuppositionalist vooronderstelt het bestaan ​​van de Drie-ene God van de Bijbel. Vanuit dat perspectief gaat hij het gesprek aan met een ongeovige. Deze positie veronderstelt de waarheid van het Woord van God en vertrouwt op de kracht van het Evangelie om levens te veranderen: "Want ik schaam mij niet voor het evangelie; want het is Gods kracht tot behoudenis voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek." (Romeinen1:16)

De Bijbel doet nooit een poging het bestaan van God te bewijzen. Het veronderstelt of het gaat uit van de presumptie dàt God bestaat en deze vooronderstelling wordt gegrond op Gods Woord, waarin God spreekt over Zichzelf. God zegt de mens Wie Hij is, wat Hij gedaan heeft, wat Hij doet en wat Hij zal doen.[2] Een algemene definitie van 'presumptie' of 'vooronderstelling' is een fundamentele overtuiging, toewijding of criterium van waarheid waarmee je alle andere kennisbronnen afmeet en evalueert. Het verwijst naar een ultieme autoriteit. Presupposities worden bij aanvang verondersteld, voordat enig bewijs- of feitenmateriaal wordt onderzocht en bepalen daarmee je interpretatie van de feiten en het bewijs. Er kan dan ook geen sprake zijn van een direct beroep op de feiten; feiten zijn altijd geïnterpreteerde feiten.[3] Feiten worden altijd binnen een levensbeschouwelijk kader geïnterpreteerd. Bij een zogenaamd direct beroep op de feiten wordt dat miskend. Feiten en interpretaties van feiten zijn volgens Van Til nooit van elkaar los te maken.

Nu moeten de woorden van Van Til echter niet verstaan worden binnen een postmodern referentiekader, alsof hij stelt dat onze kijk op de wereld inherent subjectief is. Of zoals de filosoof Friedrich Nietzsche (1944-1900) stelt: 'Er zijn geen feiten, slechts interpretaties'. In plaats van een objectieve waarheid, stelt Nietzsche perspectivisme voor, de filosofische visie dat de werkelijkheid als zodanig niet kan worden gekend omdat alles vanuit een bepaald perspectief wordt bekeken. Van Til stelt echter dat ieder feit in Gods wereld Gods feit is en dat Hij Degene is die het eerst en vooral betekenis geeft.[4] Je zou dit het perspectief van God kunnen noemen. God interpreteert de feiten en elk feit heeft zijn uiteindelijke referentiepunt in de God Die het heeft geschapen en Die het onderhoudt. Elk feit roept als het ware het bestaan van God uit en ieder persoon die betrokken is bij dat feit heeft kennis van de God Die Zich hierin heeft geopenbaard. Het is de natuurlijke mens in deze wereld die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houdt (Romeinen 1).

Cornelius van Til / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC0)Cornelius van Til / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC0)
Het wereldbeeld dat je aanhangt is als een interpretatiekader waardoor je naar jezelf en de wereld kijkt. Het Bijbelse wereldbeeld plaatst de Drie-ene God in het centrum van alle dingen; als schepper en onderhouder van alle dingen bepaalt Hij de betekenis, het doel en de identiteit van alles wat geschapen is, onder wie ook de mens. Om de dingen echt te kennen zoals ze zijn in Gods schepping, moet de mens zichzelf niet in het centrum van de schepping plaatsen, waarbij hij de rede verzelfstandigd en het uitgangspunt voor kennis bij zichzelf legt. Integendeel, om goed tot de werkelijkheid, Gods werkelijkheid, door te dringen, dient de mens zijn positie te kennen en zichzelf te zien als creatuur in de schepping van zijn Creator en erkennen dat alle dingen uit Hem en door Hem en tot Hem zijn (Romeinen 11:36). Alles wat bestaat is gerelateerd aan God. Ieder feit en elke ervaring is gegrond in Gods scheppend en onderhoudend handelen.

Van Til gebruikt het beeld van de ongelovige als iemand die een gele bril draagt, waardoor hij zichzelf en de wereld beziet (zie onder). Ieder mens hangt al dan niet bewust een bepaald wereldbeeld aan en gaat uit van bepaalde presumpties. Een wereldbeeld is in feite een verzameling van je vooronderstellingen en overtuigingen over metafysica, epistemologie en ethiek.[5] Dit wereldbeeld is gegrond in (het Bijbelse) geloof of ongeloof; meer smaken zijn er Bijbels gezien niet. Uit de Schriften zien we dat de ongelovige in zijn geest zondig is en dat hij de waarheid in ongerechtigheid onderdrukt (zie o.a. Romeinen 1:18-32; 3:23). De ongelovige is niet in staat om geestelijke dingen te begrijpen (zie o.a. 1 Kor. 1:18; 2:14). Hij is geestelijk dood in zonde. De mens kan niet tot Jezus komen zonder dat God hem daartoe in staat stelt (Johannes 6:44). Door de zonde van Adam is de mensheid gevallen. In zijn gevallen staat is de mens niet bij machte om zelfs ook maar de dingen van God te begrijpen: "Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden." (1 Korinthe 2:14).

Dit betekent volgens presuppositionalisten dat ongeacht hoe overtuigend het bewijs ook zal zijn wat je aandraagt en hoe goed je argumenten ook mogen zijn, een ongelovige niet op eigen kracht en inzicht tot geloof kan komen, omdat zijn gevallen natuur de manier waarop hij de waarheid waarneemt zal vervormen en hij deze in ongerechtigheid ten onder zal houden. Het enige dat hem uiteindelijk kan veranderen, is de wedergeboorte, een genadewerk van God alleen. Het is door de wedergeboorte dat een mens gelooft en zich bekeert en dat laatste is een vrucht van wedergeboorte. Om die reden tracht de presuppositionalist tekortkomingen en tegenstrijdigheden in het wereldbeeld van een ongelovige bloot te leggen. Hierbij daagt hij zijn gesprekspartner uit om te onderzoeken of zijn wereldbeeld de objectieve werkelijkheid beter verklaart. Door middel van interne kritiek op het wereldbeeld van zijn gesprekspartner, of dat nu een atheïstch naturalist is of een moslim, laat de presupper zien dat het willekeurig en inconsistent is en dat hij (onbewust) vooronderstellingen van het christelijke wereldbeeld leent. Tenzij het christelijke wereldbeeld wordt verondersteld, of dat nu in het volle besef gebeurt of niet, is er geen mogelijkheid om ook maar iets te bewijzen. Het wereldbeeld van de ongelovige berust op drijfzand.

Bril met gele glazen
"The unbeliever is the man with yellow glasses on his face. He sees himself and his world through these glasses. He cannot remove them. His interpretation of himself and of every fact in the universe relating to himself is, unavoidably, a false interpretation. The conclusion that he, quite logically, draws from his assumption of his own autonomy is that the Christian position with respect to the creation, fall and redemption of man is the projection of a man who has illusions. There simply cannot be any such thing as creation. There can be no judgment after death. There can be no eternal punishment for sinners. There are no sinners."[6]
-- Cornelius Van Til

James Robert White / Bron: Alpha & Omega Ministries, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0)James Robert White / Bron: Alpha & Omega Ministries, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0)
Bekende vertegenwoordigers van het presuppositionalisme zijn, naast Cornelius Van Til en Greg Bahnsen, John M. Frame (1939), K. Scott Oliphint (1955), Sye ten Bruggencate (1963), Jason Lisle (1950), Vern Sheridan Poythress (1946), James White (1962), Douglas Wilson (1953), Emilio Ramos en Jeff Durbin (1978).[7] Het is een gemêleerd gezelschap dat niet alleen bestaat uit erudiete personen, maar ook mensen van eenvoudige komaf zoals de (voormalige) fabrieksarbeider Sye te Bruggencate, die door zijn achtergrond te benadrukken duidelijk wil maken dat iedere christen in staat is om een presupposionalistische aanpak te hanteren. 'Als het kan, kan jij het ook,' is zijn devies. Deze apologeten hebben allemaal hun eigen invalshoek en er zijn tevens allerlei onderlinge verschillen in vorm en aanpak. De presuppositionalist en apologist Sye ten Bruggencate gaat bijvoorbeeld met atheisten niet in discussie over zoiets als vermeende tegenstrijdigheden in de Bijbel ("I don't do Bible studies with professed atheists who wish to be the judge of the Bible's truth"), terwijl iemand als James white – een academisch docent in hart en nieren – wel (op eloquente wijze) Bijbelteksten toelicht of verduidelijkt, alhoewel hij het debat daarna vaak weer behendig terugbrengt naar de tegenstrijdigheden in de vooronderstellingen of fundamentele overtuigingen van zijn gesprekspartner.

Klassieke apologetiek

Presuppositionele apologetiek onderscheidt zich van klassieke apologetiek die in de traditie staat van de Griekse filosofie en de middeleeuwse scholastici. Deze benadering begint met het gebruik van natuurlijke theologie om aan te tonen dat het theïsme een correct wereldbeeld verschaft of dat het redelijk is om uit te gaan van het theïsme, waarna vervolgens invulling wordt gegeven aan het theïsme. Dit noemt men wel de tweestappenargumentatie.[8] Nadat Gods bestaan aannemelijk is gemaakt, gaat de klassieke methode over op een presentatie van de historische bewijzen voor de godheid van Christus, de betrouwbaarheid van de Schrift, etc, teneinde te laten zien dat het christendom de beste versie van het theïsme is, in onderscheid met Jodendom of islam.[9]

William Lane Craig in 2014 / Bron: ReasonableFaith.org, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)William Lane Craig in 2014 / Bron: ReasonableFaith.org, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
Een bekend exponent van deze richting is William Lane Craig (1949).[10] Andere (hedendaagse) apologeten die geschaard kunnen worden onder de klassieke apologetiek zijn onder meer R.C. Sproul (1939-2017), Norman Geisler (1932-2019), Stephen T. Davis (1940) en Richard Swinburne (1934). De klassieke apologetiek heeft een te hoge waardering voor het rationalisme, alsof God de uitkomst is van je denken, zo klinkt het verwijt vanuit het presupposionalistische kamp. "God is not the God you can reason to, He is the God you can't reason without," zo zullen presuppers duidelijk maken. Daarnaast is in de klassieke apologetiek het uitgangspunt dat logica een gemeenschappelijke grond voor gelovigen en ongelovigen is, terwijl presuppers krachtig betuigen dat er geen gemeenschappelijk uitgangspunt in de epistemologie is. De kenleer (epistemologie) van een christen is namelijk de openbaringsepistemologie ('revelational epistemology'), terwijl bij een niet-christen de ervaring of de rede de fundamentele kennisbron is. Epistemologisch diametraal tegenovergesteld.

De wereld bekijken door Bijbelse bril
Aan de hand van de menselijk rede kom je volgens presuppers nooit uit bij de God van de Bijbel. Je hebt dus ook geen argumenten nodig op basis van de rede, maar de propositie dat God Zich (in Zijn Woord) heeft geopenbaard aan de mens. Door de grote afstand tussen Creator en creaturen als gevolg van de zonde, is er bijzondere openbaring nodig. De algemene openbaring is voldoende om de mens te overtuigen, verantwoordelijk te stellen, en alle onschuld te benemen, maar met Zijn bijzondere openbaring heeft God de mens de bril geschonken waarmee hij God en de werken van Zijn handen in natuur en geschiedenis op de juiste wijze kan beschouwen.[11]

Evidentiële apologetiek

Het presuppositionalisme onderscheidt zich ook van evidentiële apologetiek of evidentialisme, een benadering van christelijke apologetiek die de nadruk legt op het gebruik van bewijs om aan te tonen dat God bestaat. Evidentialisme als apologetische methode kan worden gekarakteriseerd als de eenstapsbenadering. Twee belangrijke argumenten binnen de evidentialistische apologetiek zijn de finetuning van de mircro- en de macrokosmos wat pleit voor een intelligent ontwerp, en de opstanding van Christus. De focus van deze stroming binnen de apologetiek ligt vooral op het geven van verschillende historische en andere inductieve argumenten die pleiten voor de waarheid van het christendom.

Evidentialisten argumenteren tegelijkertijd voor zowel voor theïsme als voor christelijk theïsme en ze doen daarbij een beroep op de natuurlijke theologie. Een aanhanger van deze apologetische stroming zou bijvoorbeeld kunnen beginnen met het leveren van redelijke argumenten voor de historische feitelijkheid van Jezus' opstanding om daarop aansluitend te beweren dat zo'n ongewone gebeurtenis alleen verklaarbaar is als een wezen dat erg lijkt op de christelijke God bestaat. De evidentialist zal tevens beargumenteren dat de opstanding van Jezus ook zijn claim dat hij de incarnatie van God was en zijn leer over het goddelijke gezag van de Schrift bevestigt.[12]

Wolfhart Pannenberg / Bron: Reineke, Engelbert, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Wolfhart Pannenberg / Bron: Reineke, Engelbert, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
Een bekende exponent van deze richting in de apologetiek is Gary Habermas (1950). Andere representanten zijn onder meer John W. Montgomery (1931), Clark Pinnock (1937-2010) en Wolfhart Pannenberg (1928-2014). Bij deze methode hoeft men Gods bestaan niet te veronderstellen. Aanhangers van presuppositionele apologetiek bekritiseren dit en stellen dat geloof in God niet de uitkomst is van je denken of je empirische waarneming, maar de noodzakelijke voorwaarde voor het denken (en dus ook je waarneming c.q. je interpretatie van de feiten). Aangezien alle mensen bewijs en feiten interpreteren op basis van hun presumpties, zijn feiten en bewijzen nooit los te koppelen van bevooroordeelde interpretatie. Dit is de reden waarom je een debat, discussie of gesprek moet aanvliegen vanuit de vooronderstellingen van je gesprekspartner. Bovendien heb je nog niets gewonnen als iemand de opstanding van Christus zou erkennen, want daarmee wordt nog niet erkend dat Hij Gods Zoon is die naar de wereld kwam om voor onze zonden te sterven. Zo was voor de Joodse theoloog Pinchas Lapide (1922-1997) de opstanding van Jezus een feitelijke gebeurtenis in de menselijke geschiedenis, toch geloofde hij niet dat Jezus de Messias is. Dit neemt niet weg dat bewijzen voor de opstandig van Jezus het geloof van een christen kunnen ondersteunen. Deze bewijzen zijn echter alleen maar zinvol binnen het juiste interpretatiekader. De wetenschap moet volgens de presuppositionalist niet gebruikt worden om het geloof aannemelijk te maken of te bewijzen, maar vice versa. Zonder de Drie-ene God is het bedrijven van wetenschap niet mogelijk.

Een mens is niet de rechter / Bron: Qimono, PixabayEen mens is niet de rechter / Bron: Qimono, Pixabay

Combinationalistische apologetiek

Een presuppositionalist als Sye ten Bruggencate is mordicus tegen het presenteren van bewijs aan een niet-gelovige. In een debat met Matt Dillahunty, een Amerikaans atheïstisch activist, zei de Canadese apologeet dat bewijs en motivering meestal worden overlegd in een rechtbank. In een rechtbank is de rechter de persoon aan wie je je bewijsmateriaal en argumenten presenteert.[13] Als je iemand bewijs of argumenten geeft met betrekking tot het bestaan van God, bevestig je daarmee dat hij de rechter is. Maar hij is niet de rechter, zo benadrukt Ten Bruggencate. God is de rechter. God is de ultieme autoriteit en niet de mens. Bovendien weet iedereen dat God bestaat (zie o.a. Romeinen 1). Daarom moet een apologeet of gelovige volgens hem geen bewijs of argument aan ongelovigen voorleggen. Iemand als James White denkt daar genuanceerder over en hij benoemt in een debat ook wel bepaalde zaken die wijzen op het bestaan van God, ofschoon hij het roerend met Ten Bruggencate eens is dat je dit niet moet doen in een situatie waarbij een ongelovige zichzelf positioneert op de stoel van rechter die een oordeel velt over God via het materiaal dat de apologeet aandraagt.[14]

Een combinatie tussen presuppositionalistische en evidentialistische apologetiek, zoals wordt beoefend door James White, wordt ook wel combinationalistische apologetiek genoemd.

"Whenever classical apologists, evidentialists, and cumulative case advicates appeal to a neutral testing of God and the Bible, they are gving in to the sinful and rebellious demands of fallen humanity, and in so doing they dishonor God. Their apologetic method is doomed to failure since they allow men to put God on trial and to judge Him acoording to their disagreeing and arbitrary opinions as to what is good and true. The only God-honoring and logical approach is to maintain that only God has the right to declare what is true and false, and good and evil. The Christian must demand that the unbeliever submit through saving faith by actually trusting God."[15]
-- Stephen Feinstein

Paulus, Rembrandt (1633 of 1635) / Bron: Rembrandt, Wikimedia Commons (Publiek domein)Paulus, Rembrandt (1633 of 1635) / Bron: Rembrandt, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Christus is Heer over alle kennis

Neutraliteit is een idee-fixe

Van christenen wordt vaak verlangd dat zij zich in hun denken neutraal opstellen, ook op het gebied van de apologetiek. Neutraliteit bestaat volgens presuppositionalisten echter niet.[16] Bovendien is het niet fair, want van een niet-gelovige wordt ook niet verwacht dat zij hun wereldbeeld en vooronderstellingen 'thuis laten' en zich neutraal opstellen. (Ook een zogenaamde agnost die zegt niet te (kunnen) weten of God bestaat, is niet neutraal. Agnosten gaan immers met hun agnosticisme in tegen wat Paulus zegt in Romeinen 1, dat ze God wel kúnnen kennen, aangezien Hij hen heeft laten zien wat ze van Hem moeten weten.) Met 'neutraliteit' wordt vaak impliciet 'niet-christelijk' bedoeld. Maar als een christen van het fundament, het Woord van God afstapt, dan is hij of zij meteen afgesneden van het enige pad naar wijsheid en waarheid in Christus. De vreze des Heeren is niet de uitkomst van je denken; de vreze des Heeren is het beginsel van de kennis (Spreuken 1:7; 9:10). Als je daar niet begint, dan heb je geen ware kennis. Paulus zegt in in Kolossenzen 2:3 dat in Christus al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn. Niet een paar schatten maar al de schatten. Bahnsen zegt daarover: "Every academic pursuit and every thought must be related to Jesus Christ, for Jesus is the way, the thruth, and the life."[17] Het is voor bescherming dat alle kennis moeten grondvesten in Christus. Paulus maakt het belang ervan duidelijk in vers 4: "En dit zeg opdat niemand u misleidt met mooiklinkende redeneringen." De christen is verplicht om het woord van Christus op elk terrein van kennis te vooronderstellen; het alternatief is misleiding en zelfbedrog.

Van Til zegt hierover in zijn bijdrage 'My credo' in het festschrift 'Jerusalem and Athens' ter ere van zijn veertigjarige carrière als hoogleraar apologetiek aan het Westminster Theological Seminary:

"To look for a point of contact with the unbeliever in the unbeliever's notions of himself and his world is to encourage him in his wicked rebellion and to establish him in his sell-frustration. We have already seen that the natural man is under the self-imposed delusion that he is "free," i.e., independent of the control and counsel of God, and that the "facts" about him are also "free" in this way. He may pretend to be "open-minded" and ready to consider whether God exists. But in being so "neutral" he commits the same sin as Adam and Eve.
Why seek truth where only a lie is to be found? Can the non-Christian tell us and therefore the Christ himself what the facts are and how they are related to each other, in what way they cohere, while yet excluding creation and providence? If he can, and if he can tell us truly, then the Christian story simply is not true! Because the natural man cannot do this, because the Christian message is true, I have sought and still seek to reap the benefit of a theology in which the triune God of Scripture has the initiative in salvation."[18]


Ongeloof is volgens Van Til geen intellectueel probleem, maar ten diepste een religieus probleem. Een apologetiek die de rede een autonome plek toedicht en zich op de golflengte van de rede begeeft, miskent het diepe religieuze verzet en rebellie van de mens tegen God en erkent niet dat Christus Koning is over de hele werkelijkheid, waaronder wetenschap en filosofie.

In vers 8 van Kolossenzen 2 waarschuwt Paulus: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus." Door te proberen neutraal te zijn in je denken ben je er vatbaar voor om als buit meegesleept te worden door ijdele filosofie, weg van alle schatten van de wijsheid en van de kennis in Christus. Dergelijk denken onderwerpt zich aan de eis naar (zogenaamde) neutraliteit van de wereld in plaats van dat je je prepositioneel committeert aan Christus in al je denken.

Neutraliteit is zelfweerleggend
De claim van neutraliteit is geen neutrale claim, maar het is een presuppositie dat neutraliteit mogelijk is en dat mensen kunnen redeneren los van presupposities. Derhalve is het zelfweerleggend. Door te claimen dat neutraliteit bestaat wordt bovendien het Bijbelse standpunt over neutraliteit - dat stelt dat geen mens neutraal is - afgewezen. Daarmee is het niet langer neutraal.

Neutraliteit is immoreel

Het streven naar een neutrale houding ten aanzien van het Woord van God is volgens Bahnsen immoreel, aangezien je twee heren probeert te dienen en "[niemand] kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de ene hechten en de ander minachten" (Lukas 16:13). En "weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is?" (Jacobus 4:4) Als je weigert de waarheid van Christus te vooronderstellen, dan zul je het perspectief van de wereld vooronderstellen. Iedereen heeft zijn vooronderstellingen; niemand is neutraal. Het denken en handelen van de mens wordt ten diepste bepaald door geloofsovertuigingen en -opvattingen, door de filosoof H. Dooyeweerd (1874-1977) ‘religieuze grondmotieven' genoemd. Deze grondmotieven beheersen je wilsbesluiten, je strevingen, je drift- en gevoelsleven, alsook je verstandelijke overwegingen. Je zult moeten kiezen: zijn je vooronderstellingen gegrond in de leringen van Christus of in de ijdele filosofie van de wereld.

Neutraliteit is versluierd agnosticisme of ongeloof, zo benadrukt de presuppositionalist. Je wandelt niet langer in Christus, het is het onderdrukken van de waarheid (Romeinen 1:21,25). Paulus draagt daarentegen op om geworteld te zijn in Christus. Een christen is een nieuw mens, een nieuwe schepping (2 Korinthe 5:17). In de Bijbel wordt opgeroepen "niet meer te wandelen zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart" (Efeze 4:17-18). De christen verwerpt de arrogantie van menselijke autonomie en streeft ernaar God lief te hebben met zijn gehele verstand (Markus 12:30). Gods Woord (in de Bijbel) heeft absolute autoriteit voor de christen en is het ultieme criterium van waarheid.

Zelfgetuigenis van de Schrift
Presuppositionalisten kennen de Bijbel het hoogste gezag toe. Er is geen autoriteit boven de Schrift om gezag aan de Schrift toe te kennen, want dan zou Gods Woord immers niet de ultieme autoriteit zijn. Er is geen externe standaard of maatstaf die superieur is aan Gods Woord. De Bijbel is juist de ultieme autoriteit in alle zaken, waaronder haar eigen verdediging.

De presuppositionalist gaat uit van het zelfgetuigenis van de Schrift, dat wil zeggen dat de Schrift zelf grond geeft voor de belijdenis dat zij het Woord van God is. Soms sprak God rechtstreeks tot de (oudtestamentische) profeten en vervolgens moesten ze Gods boodschap overbrengen: "Zo spreekt de Heer!" Mozes, de leider van het Hebreeuwse volk en volgens de Tenach de grootste profeet, kreeg de tien woorden, beter bekend als de tien geboden, van God op de berg Sinaï. In 2 Timotheüs 3:16 staat dat alle Schriftwoord van God is doorademd en nuttig tot onderrichting, tot weerlegging, tot verbetering, tot de opvoeding in gerechtigheid. De Schriften zijn theopneust, doorademd van God. Als je spreekt en je houdt je hand vlak voor je mond, dan voel je je adem. Zo is elk Schriftwoord Geest-doorademd. In plaats van overtuigd te zijn door meerdere rationele bewijzen, zijn christenen uiteindelijk overtuigd van de waarheid dat de Bijbel het Woord van God is door de Heilige Geest. Het interne getuigenis van de Geest werkt in op het hart en de geest van de mens om op Gods woord te vertrouwen en het geeft zekerheid dat God tot je spreekt via de Bijbel. Het is overigens ook de Heilige Geest die de zondaar overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel (Johannes 16:8-11); geen mens die dat kan doen.[19]

Geen 'common ground'?

Dit alles betekent niet dat er volgens het presuppositionalisme geen 'common ground' is tussen gelovige en ongelovige. Presuppositionalisten wijzen een gemeenschappelijk uitgangspunt in de epistemologie (de leer van het weten of de kennis) af, maar erkennen een gemeenschappelijk psychologische en ontologische werkelijkheid, aangezien alle mensen beelddragers zijn van God (Genesis 1:26). Niet-christenen tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van (Romeinen 2:15). Doch het hebben van een bepaalde waarheid, een zekere redelijkheid en bepaalde morele uitgangspunten vormen als resten van Gods beeld geen aanknopingspunt voor het evangelie, aangezien zij deze resten in ongerechtigheid ten onder houden of onderdrukken (Romeinen 1:18). Mensen zijn ofwel in Adam (verloren), ofwel in Christus (gered). Daar waar de gelovige de ongelovige treft is er niet de overeenstemming, maar de tegenstelling. Dit komt ook duidelijk naar voren in 1 Korinthe 2:14: "Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden."

"The idea of neutrality is a concept inherent in fallen humanity in order to mask the fallen agenda of rebellion against God."[20]
-- Cornelius van Till

Een gelovige is een kind van God, wedergeboren door geloof in Jezus Christus / Bron: Mike Flippo/Shutterstock.comEen gelovige is een kind van God, wedergeboren door geloof in Jezus Christus / Bron: Mike Flippo/Shutterstock.com

'De waarheid in ongerechtigheid onderdrukken'

Voldoende bewijs

Een 'gelovige' is een kind van God, wedergeboren door geloof in Jezus Christus (zie Handelingen 2:44); en een 'ongelovige' is iemand die niet gelooft dat Jezus Christus Heer en Verlosser is (2 Petrus 1:11). De Bijbel geeft aan dat alle ongelovigen tot op zekere hoogte vertrouwen op Bijbelse principes, aangezien God Zichzelf aan iedereen heeft geopenbaard. Romeinen 1:19-20 stelt: "Omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn." Het probleem volgens presuppositionalisten is dan ook niet dat mensen zich niet bewust zijn van het bestaan van God, maar dat zij "de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken" (Romeinen 1:18).

Je vooronderstellingen zijn ofwel gegrond in de leringen van Christus, ofwel in de ijdele filosofie van de wereld (Kolossenzen 2:8). Doordat iedereen in Gods wereld leeft, zal een persoon die God niet eert en boven alles stelt, er alles aan (moeten) doen om de waarheid in ongerechtigheid te onderdrukken. Zie dit laatste als een bal die zo'n persoon constant krampachtig onder water moet houden; zijn hele leven lang moet hij zichzelf middels ijdele filosofie, weg van alle schatten van de wijsheid en van de kennis in Christus, voor de gek houden.

Niemand mag klagen dat God onvoldoende bewijs van Zijn bestaan en wezen heeft achtergelaten, maar de fout ligt bij hen die het bewijs naast zich neerleggen en de waarheid onderdrukken en allerlei rationalisaties en uitvluchten verzinnen.

"A man rejects God neither because of intellectual demands nor because of the scarcity of evidence. A man rejects God because of a moral resistance that refuses to admit his need for God."
-- Ravi Zacharias

Natuur en geweten

Ook de ongelovige kent dus volgens presuppositionalisten wat gekend kan worden over God vanuit de natuur en zijn geweten; God heeft Zichzelf aan iedereen geopenbaard. Maar de mensen proberen deze kennis van God op allerlei manieren te onderdrukken middels anti-christelijke gedachten en filosofieën. Het is, zoals gezegd, als een bal die de ongelovige met alle macht onder water probeert te houden. Maar doordat de ongelovige zichzelf niet kan bevrijden van deze bal, aangezien hij continu 'geleende theïstische waarheden' gebruikt, kan hij volgens Bahnsen tot een beperkte waarheid komen van de wereld en hemzelf, ondanks en niet dankzij zijn poging om autonoom te zijn.[21] Dr. Jason Lisle, een astrofysicus en apologeet, geeft aan dat God de mens heeft gehardwired met bepaalde informatie, waaronder een aangeboren kennis van Hem en Zijn principes. Dit is volgens hem dan ook de reden waarom iedereen gelooft in de wetten van de logica, de uniformiteit van de natuur of het uniformiteitsprincipe (dat veronderstelt dat de natuur op de een of andere manier regelmatig of uniform is en dat de wereld zich in de toekomst zo zal gedragen zoals je haar tot nog toe hebt leren kennen), en een objectieve moraal (ook degenen die zeggen geen objectieve moraal aan te hangen).[22]

'Presuppositionele kleptomanen'

Gelovigen worden opgedragen niet te wandelen "zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart" (Efeze 4:17-18). Ongelovigen zijn echter niet volledig inconsistent met hun zinloze en foute vooronderstellingen, anders zouden ze in het geheel niet kunnen functioneren. Volgens Lisle zijn ongelovigen 'presuppositionele kleptomanen': "They cannot stop themselves from stealing biblical presuppositions in order to function and make sense of the universe. But they have 'forgotten' where those principles come from. Unbelievers do believe in God, but they have convinced themselves that they don't. They are self-deveived (James 1:22-24)."[23] Vervolgens stelt Lisle de vraag hoe een gelovige de inconsistentie van de seculiere positie tentoon kan spreiden.

Van Til zegt hierover in zijn 'The defense of the faith' dat deze vraag niet beantwoord kan worden bij een directe discussie over 'feiten', maar dat een indirecte benadering is vereist waarbij perspectief genomen wordt: "The Christian apologist must place himself upon the position of his opponent, assuming the correctness of his method merely for argument's sake, in order to show him that on such a position the 'facts' are nof facts and the 'laws' are not laws. He must also ask the non-Chrstian to place himself upon the Christian position for argument's sake in order that he may be shown that only upon such a basis do 'facts' and 'laws' appear intellegible."[24]

Wereldbeelden in botsing

Handelingen 26:8 toont dat de ongelovige de geloofwaardigheid van iets weegt op basis van zijn eigen (goddeloze) vooronderstellingen. De ongelovige brengt naar de christen niet slechts kleine, individuele tegenargumenten te berde tegen het christelijke geloof, maar hij baseert zich op een diametraal tegengesteld wereldbeeld (wat berust op de vermeende autonomie van de mens en de autonome rede). Zijn strijd is niet tegen verschillende losstaande aspecten van het christelijke geloof, maar tegen het fundament ervan. De (tegen)argumenten van de ongelovige berusten ook op vooronderstellingen en de apologeet moet de wortel van deze vooronderstellingen identificeren en aanvallen. Van Til spreekt in dat verband van 'epistemologisch zelfbewustzijn' (epistemological self-consciousness). Overigens tracht Van til met zijn apologetische benadering het epistemologisch zelfbewustzijn van zowel wedergeboren als niet-wedergeboren mensen aan te wakkeren, zodat ze zich bewust zijn van hun manier van denken en hun impliciete vooronderstellingen.[25] Het mondt uit in het (h)erkennen van de ware aard van redeneren.

Bahnsen maakt duidelijk dat het de taak van de apologeet is om de ongelovige te laten zien dat zijn autonomie, zijn autonome rede, op gespannen voet staat met kennis.[26] "Heeft God niet de wijsheid van deze wereld dwaas gemaakt?" (1 Korinthe 1:20). De apologeet moet volgens Bahnsen presuppositionele argumentatie aanleveren wat de epistemologische tekortkomingen en gebreken van het wereldbeeld van de ongelovige blootlegt, wat leidt tot het instorten van de ongelovige, ijdele filosofie. Voorts dient hij het enige werkbare fundament voor kennis te presenteren: Gods van Zichzelf getuigende, gezaghebbende openbaring.[27]

"I do not have to prove to you that God exists, because I think you already know it. Your problem is not that you do not know that God exists; your problem is that you despise the God whom you know exists. Your problem is not intellectual; it is moral -- you hate God."
-- R.C. Sproul

Uitgangspunten van presuppositionele apologetiek

Het ultieme startpunt

Het Woord van God is voor presuppositionalisten het ultieme startpunt. Het christelijke geloof kun je verdedigen vanuit de onmogelijkheid van het tegendeel. Met andere woorden: het filosofisch perspectief van de ongelovige leidt tot de vernietiging van betekenis, intelligentie en zelfs de mogelijkheid van kennis. Het christelijke geloof biedt als enige het raamwerk en de voorwaarden voor begrijpelijke ervaring (van de wereld) en rationele zekerheid. Alleen door het bestaan van de Drie-ene God te veronderstellen, kan je op een coherente manier de wereld om je heen veklaren. Dit is volgens Bahnsen dé Bijbelse benadering en methode van apologetiek.[28] Dit staat ook wel bekend als het transcendentaal argument voor het bestaan van God (zie onder).

Transcendentaal argument voor het bestaan van God
Met epistemologisch redeneren kan de christen een bepaald type argument construeren dat door presuppositionalisten als onweerlegbaar wordt beschouwd. Dit wordt het transcendentaal argument voor het bestaan van God (TAG) genoemd, wat stelt dat de Bijbelse God de noodzakelijke voorwaarde is voor logica, rede en moraliteit, en het toont de zinloosheid van niet-christelijke wereldbeelden aan. Cornelius Van Til schreef hierover: "We must point out ... that univocal reasoning itself leads to self-contradiction, not only from a theistic point of view, but from a non-theistic point of view as well... It is this that we ought to mean when we say that we reason from the impossibility of the contrary. The contrary is impossible only if it is self-contradictory when operating on the basis of its own assumptions."[29]

Zelfs wanneer een persoon pleit tegen het christendom en de God van de Bijbel, dan veronderstelt hij het, aldus Van Til, want hij veronderstelt dat rationele argumenten mogelijk zijn en dat de waarheid door middel van taal kan worden overgebracht.[30]

Bovendien zou je geen kennis van de wereld en al wat daar in is kunnen opdoen, tenzij deze ontworpen was voor (het opdoen van) kennis. Als er alleen maar materie, beweging, tijd en toeval zouden zijn, dan is er geen enkele reden om aan te nemen dat de ideeën die zich in je hoofd vormen je ook maar iets over de echte wereld vertellen. Kennis zou alleen maar mogelijk zijn als het universum door een persoonlijke Schepper zou zijn ontworpen met de bedoeling om gekend te worden.[31]

Genade van God

De gehele mensheid is dood door overtredingen en zonde en missen de heerlijkheid van God (Efeze 2:1-5; Romeinen 3:23; 5:15). Iedereen is onder de zonde met als resultaat: "Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één" (Romeinen 3:10-12). Vanuit zijn zondige natuur verwerpt de mens God, is hij in rebellie tegen God. Als gevolg daarvan is zijn verstand verduisterd en heeft hij een onvruchtbaar denkproces. Wil, intellect en gevoelens zijn door de zondeval aangetast en gecorrumpeerd. Het zondige hart sluit de zondaar op in zijn eigen vruchteloze denkproces. God opent op soevereine wijze het verstand van iemand (Romeinen 3:10-12; Romeinen 8:7). Hij heeft verlichting van de Heilige Geest nodig. De Geest verlicht het verstand en vernieuwt de wil. Bahnsen merkt in dat kader dan ook op: "[T]he believer must reason, not according to the principles of secular thought, but on the presupposed truth of Christ's word, and looking to the power of His Spirit to bring conviction, conversion, and understanding. A succesful apologetic, being given acoording to Christ's Word and Spirit, is a function of the grace of God, not human cleverness and wisdom."[32]

Bekering en geloof In God is niet de uitkomst van je denken

De Bijbel laat er volgens presuppositionalisten geen misverstand over bestaan dat de mens door zijn eigen onafhankelijke verstand niet kan komen tot een goed begrip van God en Zijn wereld; er is geen plaats voor een autonome rede. Je voedt niet eerst je intellect met autonome bewijzen voor het bestaan van God, waarna je je vertrouwen in Hem stelt. Zo werkt dat niet. De Bijbel leert: eerst geloven en dan begrijpen en niet andersom. Het begint bij de wil, het hart (zie bijvoorbeeld Johannes 7:17; Handelingen 17:30; 2 Petrus 1:5). Dit moet volgens presuppositionalisten het uitgangspunt zijn van je apologetiek. Bekering gaat aan geloof vooraf (Mattheüs 21:32) en daarom moet de apologeet zich ten doel stellen om op te roepen tot bekering (Handelingen 17:30). In het Grieks wordt in het Nieuwe-Testament bij bekering vaak het Griekse woord 'metanoia' gebruikt, wat staat voor verandering van denken of een ander inzicht krijgen, maar ook berouw.

Bekering en geloof In God is niet de uitkomst van je denken maar de noodzakelijke voorwaarde voor het denken. Zonder God ben je op jezelf aangewezen en heb je geen ware kennis over wat dan ook, of zoals Van Til het uitdrukt: “If one does not make human knowledge wholly dependent upon the original self-knowledge and consequent revelation of God to man, then man will have to seek knowledge within himself as the final reference point. Then he will have to seek an exhaustive understanding of reality. He will have to hold that if he cannot attain to such an exhaustive understanding of reality he has no true knowledge of anything at all. Either man must then know everything or he knows nothing. This is the dilemma that confronts every form of non-Christian epistemology.”[33]

Tenzij men alles weet, weet men alleen relatief. De moderne mens ontkent absoluutheden omdat ze God en Zijn openbaring afwijzen en uitsluiten. Als gevolg hiervan zijn ze volgens presuppositionalisten gedoemd tot relavisme, agnosticimse, scepticisme en/of nihilisme.[34] De kennis van stervelingen is altijd eindig en relatief; alleen God weet wat en hoe de dingen werkelijk zijn: "Wie is er naar de hemel opgestegen en vandaar neergedaald? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft alle einden der aarde vastgesteld?" (Spreuken 30:4)

Argumenteren met een dwaas: een tweevoudige benadering

Wat is Bijbels gezien een dwaas?

De Bijbel geeft volgens presuppositionalisten belangrijke informatie over de ongelovige: hij is een dwaas (Spreuken 1:7; Romeinen 1:22). De term 'dwaas' is in de Bijbel geen scheldwoord en het zegt ook niets over de intellectuele capaciteiten van zo'n persoon, maar een dwaas is volgens de Bijbel een persoon wiens denken zinloos is omdat hij Gods openbaring afwijst (Romeinen 1:21; 1 Korinthe 3:19; Spreuken 1:7). De mens die de woorden van Christus hoort en toch zijn leven bouwt op een verwerping van die openbaring is een dwaas (Mattheüs 7:26). Maar ook de mens die de algemene openbaring in de schepping onderdrukt wordt beschreven als een dwaas (Romeinen 1:18). Als iemand bijvoorbeeld zegt niet in God te geloven, dan schuilt daar niet zozeer een intellectueel bezwaar achter maar een morele verdorvenheid. Het gaat om een rebellie tegen en afkeer van God, wat te herleiden is tot het kernprobleem: er is niemand die goeddoet, omdat allen zijn afgedwaald en verdorven zijn; niemand uitgezonderd (Psalm 14:2-3).

De dwaas kan zeer intelligent zijn, maar hij weigert om zijn intellect te gebruiken zoals God het heeft bedoeld, dat wil zeggen in lijn met Gods openbaring. Het resultaat is dat zijn denken leidt tot absurditeit.[35]

Hoe met een dwaas te communiceren?

De Bijbel toont volgens presuppositionalisten ook hoe je met een dwaas moet communiceren. De christelijke apologeet moet volgens hen demonstreren dat ongeloof, ten diepste, alle kennis vernietigt. Bahnsen geeft – in navolging van Van Til – een tweevoudige benadering van hoe de gelovige dit het beste kan doen. De dwaas moet beantwoord worden door zijn dwaasheid te laten zien en tevens door hem te wijzen op de noodzakelijkheid van het christendom als voorwaarde voor intelligibiliteit van de werkelijkheid. Doe dat altijd met 'zachtmoedigheid en ontzag' (1 Petrus 3:15). In Spreuken 26:4-5 wordt de gelovige geïnstrueerd hoe je een dwaas tegemoet moet treden: "Antwoord een dwaas niet naar zijn dwaasheid, anders zou ook u aan hem gelijk worden. Antwoord een dwaas naar zijn dwaasheid, anders zou hij in zijn eigen ogen wijs zijn." (De Naardense Bijbel vertaalt het aldus: "Antwoord een domkop niet naar zijn dwaasheid,- anders ga jij, jijzelf, nog op hem lijken; maar antwoord een domkop wel met zijn dwaasheid,- anders wordt hij in zijn eigen ogen een wijze.")

De christen moet volgens presuppositionalisten laten zien dat de ongelovige geen (begrijpelijk) fundament heeft om op te staan, geen samenhangende epistemologie, geen rechtvaardiging voor een betekenisvol gesprek, predicatie of argumentatie. De pseudowijsheid van de wereld moet gereduceerd worden tot dwaasheid (2 Korinthe 10:4-5; 1 Timotheüs 6:20). Hoe doe je dat? Volgens Bahnsen moet je de dwaas niet antwoorden door zijn eigen misleidende en inconsistente presupposities over te nemen. De apologeet moet zijn geloof daarentegen verdedigen vanuit het raamwerk van zijn eigen presupposities. Als hij zich overgeeft aan de assumpties van de ongelovige, dan heeft hij de strijd bij voorbaat verloren. De ultieme standaard van de ongelovige leidt uiteindelijk tot de conclusie dat (zekere) kennis onmogelijk is, waardoor je überhaupt al niet hoeft te beginnen aan een gesprek of debat. De apologeet plaatst zichzelf omwille van het argument in de positie van de ongelovige en toont de dwaze ondermijning aan van feiten en wetten waartoe deze positie leidt, waarmee voorkomen wordt dat de dwaas in zijn eigen ogen wijs lijkt. Door deze 'interne kritiek' op het wereldbeeld van de ongelovige, kan hij hem de consequenties van zijn aannames laten zien. Een ongelovige kan redeneren, maar hij kan er zich geen rekenschap van geven.

Een presuppositionalist gaat dus niet mee met de vooronderstellingen van de dwaas, maar hij demonstreert dat de voorstellingen van de dwaas leiden tot een absurde situatie, een onsamenhangend en innerlijk tegenstrijdig wereldbeeld.[36]

"... it is humiliating to be exposed as fools, and it is further humiliating, even psychologically unbearable, to be exposed as guilty of rebellion against the goodness of God. We can expect our hearers to fight with a tremendous outpouring of intellectual and spiritual energy against so unbearable an outcome."[37]
-- Vern Sheridan Poythress

Transcendentale kritiek

Er zijn bepaalde presupposities die je wereldbeeld schragen en mogelijk maken. De apologeet gaat op zoek naar wat het fundamentele uitgangspunt is van het wereldbeeld van zijn of haar gesprekspartner: wat is zijn of haar diepste uitgangspunt? Dan begeef je je op het niveau van de vooronderstellingen. Vervolgens begin je met het formuleren van een kritiek, dat wil zeggen een kritische beoordeling van dat wereldbeeld (wat niet hetzelfde is als iemand veroordelen). Je zoekt inhoudelijk de antithese op, zonder daarbij de ander persoonlijk aan te vallen. Deze kritiek is transcendentaal in de zin van dat het de ultieme voorwaarden van denken en redeneren blootlegt. Vanuit dit gesprek kun je spanningen, conflicten, willekeurigheden, tegenstrijdigheden, problemen of dubbelzinnigheden in het wereldbeeld van je gesprekspartner kenbaar maken. Ook kun je het andere wereldbeeld vergelijken met het christelijke wereldbeeld, waarin de levende en Drie-ene God de presuppositie van vormt.[38] Een christen moet doorvragen naar het interpretatiekader van de ongelovige en daartegenover zijn Bijbelse verstaanskader presenteren, wat de enige consistente visie op de werkelijkheid geeft.[39] Elke andere visie of wereldbeeld is innerlijk inconsistent en dus irrationeel; het gaat om een vermenging van redelijkheid en irrationalisme. Het is de taak van de christenapologeet om de vinger op de zere plek te leggen. Het heeft dus geen zin om oeverloos over allerlei feiten te spreken terwijl deze worden bekeken en uitgelegd in een verstaanskader waarbij God wordt uitgesloten of een godheid wordt aangehangen die niet de Drie-ene God van de Bijbel is.

Presuppositionalisme in de praktijk

Een rationeel wereldbeeld moet niet alleen intern consistent zijn, maat het moet ook de voorwaarden voor intelligibiliteit (van de werkelijkheid) bieden. Volgens Lisle moeten deze voor waar worden aangenomen voordat men iets over het universum kan weten.[40] Aan deze voorwaarden wordt vaak achteloos voorbijgegaan omdat ze als vanzelfsprekend worden beschouwd. Deze omvatten niet alleen de wetten van de logica, maar ook uniformiteit van de natuur, moraal en de algemene betrouwbaarheid van onze zintuigen en ons geheugen. Zonder deze voorwaarden kan men niet weten dat gedachten en waarnemingen correct zijn, en als ze niet betrouwbaar zijn, kan men nergens zeker van zijn. Een rationeel wereldbeeld moet een rechtvaardiging hebben voor het bestaan van de uniformiteit van de natuur en de wetten van de logica. evenals de eigenschappen van zulke wetten. Onderdeel van rationaliteit is namelijk dat je een goede reden hebt voor je overtuigingen. Alleen een beroep op de Bijbelse God kan volgens presuppositionalisten een objectieve moraal, wetten van de logica en uniformiteit van de natuur rechtvaardigen (om een paar belangrijke voorbeelden te noemen). Zonder christelijke wereldbeschouwing kun je niets zeker weten. Geen enkel wereldbeeld, behalve de christelijke, kan beargumenteren waarom mensen überhaupt kunnen redeneren en dat de bronnen van onze overtuigingen soms betrouwbaar zijn.

Wetten van de logica

Redeneren betekent dat je de wetten van de logica gebruikt. De wetten van de logica zijn vooronderstellingen van (coherent) denken[41] en ze behoren hiermee tot de algemene werking van het verstand zélf.[42] Er zijn drie fundamentele wetten van logica:
  • De wet van identiteit: P is P. De wet van de identiteit stelt dat elk ding identiek is met zichzelf.
  • De wet van non-contradictie: P is niet non-P. Dit beginsel bepaalt dat een bewering en zijn ontkenning nooit tegelijk waar kunnen zijn.
  • De wet van het uitgesloten midden: ofwel P ofwel niet-P. Dit is een logische wet die inhoudt dat iedere uitspraak waar of onwaar is, een derde mogelijkheid is er niet.

Is deze algemene logische structuur iets wat je kunt bewijzen? Dr. J.A. Riemersma zegt hierover: "Het is onmogelijk om overal in het heelal te kijken of de werkelijkheid een algemene logische structuur heeft. Evenmin is het mogelijk om logisch (rationeel) te bewijzen dat de werkelijkheid een algemene logische structuur heeft, want een dergelijk bewijs is uitsluitend geldig als we veronderstellen dat de logische regels juist zijn. De logische regels zijn echter alleen juist als de werkelijkheid een algemene logische structuur heeft: dit bewijs is dus ongeldig, want het is circulair."[43]

De wetten van de logica zijn Gods standaard voor denken / Bron: Billion Photos/Shutterstock.comDe wetten van de logica zijn Gods standaard voor denken / Bron: Billion Photos/Shutterstock.com
Christendom
Rationaliteit vereist dat we een goede reden hebben voor onze overtuigingen. We dienen dus een gegronde reden te hebben voor onze overtuiging dat de wetten van de logica onze redeneringen correct leiden als we ons vertrouwen daarop stellen.[44] Neem de wet van de non-contradictie. Zo is de stelling 'Mijn auto staat op de parkeerplaats, en het is niet zo dat auto op de parkeerplaats staat' per definitie onjuist door het beginsel van non-contradictie. Daar is geen discussie over mogelijk. Elke rationeel persoon zou deze wet accepteren. Maar waarom is deze wet waar? Waarom zou een bewering en zijn ontkenning nooit tegelijk waar kunnen zijn? De gelovige kan deze vraag vanuit de Bijbel beantwoorden; voor een christen is er een absolute standaard voor redeneren. Gelovigen moeten hun gedachten naar die van God vormen en de wetten van de logica weerspiegelen de manier waarop God denkt. De wetten van de logica zijn geworteld in Gods eigen natuur, het zijn geen arbitraire bedenksels van God en ze bestaan ook niet volledig buiten God om.

De wet van non-contradictie is niet simpelweg de mening van een of meerdere mensen over hoe zouden moeten denken, maar deze en de andere wetten van de logica zijn Gods standaard voor denken. Aangezien God een onveranderlijk, soeverein, geestelijke (immaterieel) Wezen is, zijn de wetten van de logica abstracte, universele, onveranderlijke entiteiten. Ze zijn niet gemaakt van materie, je kan ze niet zien of vastpakken, en ze zijn overal en altijd van toepassing. Deze wetten zijn nodig voor logisch redeneren. Rationeel redeneren zou dus onmogelijk zijn zonder de Bijbelse God.[45]

De wetten van de logica zijn een reflectie van de manier waarop God denkt en de mens is gemaakt naar Zijn beeld (Genesis 1:26) en behoren Hem daarin te volgen. Deze wetten komen van Gods zelfconsistente natuur: God kan Zichzelf niet verloochenen (2 Timotheüs 2:13b), alle waarheid is in Hem (Johannes 14:6) en daarom zal God zichzelf niet tegenspreken. En deze wetten zijn universeel, want Hij ondersteunt het universum door het woord van zijn macht (Hebreeën 1:3).

De Drie-eenheid en de wetten van de logica
God maakt Zich in de Bijbel bekend in de Vader, Zoon en Heilige Geest; Eén wezen, drie personen. Bij de Drie-eenheid gaat het om eenheid en verscheidenheid. De wetten van de logica vereisen de Drie-ene God. Van de 'lekenapologeet' Hiram R. Diaz III is de volgende uitleg:
  • Aangezien God eeuwig zelfbewust is van Zichzelf als Eén wezen en Drie personen, denkt Hij eeuwig aan de wet van identiteit en de wet van non-contradictie.
  • Aangezien Vader, Zoon en Heilige Geest voor eeuwig Personen zijn met verschillende bijzondere relatieve eigenschappen en onderlinge relaties, volgt daaruit dat elke Goddelijke Persoon Zichzelf als Zichzelf kent, onderscheiden van de andere Goddelijke personen; en dit betekent dat elke Goddelijke Persoon eeuwig denkt aan de wetten van identiteit en non-contradictie.
  • En deze twee wetten, in eeuwige werking, impliceren de wet van het uitgesloten midden.[46/47]

Atheïstisch materialisme
De filosofisch materialist kan vanuit zijn referentiekader evenwel geen logische wetten hebben. Hij gelooft dat alles wat bestaat materieel is en dat ook denkprocessen te herleiden zijn tot strikt materiële processen. Maar logische wetten zijn niet fysiek of materieel. Logische wetten zijn abstracte concepten en kunnen niet worden herleid tot fysieke of materiële entiteiten. Wetten van logica kunnen dus niet bestaan ​​in de wereld van de materialistisch atheïst, maar hij gebruikt ze wel om te proberen te redeneren. Dit is niet consistent. Hij speelt leentjebuur van het christelijke wereldbeeld om tegen het christelijke wereldbeeld in te gaan. De opvatting van de materialistisch atheïst kan derhalve niet rationeel zijn omdat hij dingen (logische wetten) gebruikt die volgens zijn wereldbeeld niet kunnen bestaan, zo maakt het presuppositionalisme duidelijk.[48] Toch kunnen materialistisch atheïsten spreken van 'wetten' en van deze 'wetten' uitgaan, omdat ze weten dat zonder de wetten van de logica het bedrijven van wetenschap en zelfs het voeren van alledaagse gesprekken niet mogelijk zijn.

De snotaap die haar vader in het gezicht sloeg
Tijdens zijn jeugdjaren zag Cornelius van Til tijdens een treinreis een vader zitten met zijn jonge dochter op zijn schoot. Het leek erop dat de vader zijn dochter aanspoorde om iets te doen toen ze haar vader plotseling in het gezicht sloeg. Volgens Van Til illustreert het gedrag van het meisje de rebel die in Gods wereld leeft en tegen Hem in opstand zijn, maar tegelijk wordt ondersteund door Gods gemeenschappelijke genade, oftewel de soevereine genade die God aan de hele mensheid verleent, ongeacht hun geestelijke positie voor Hem. Een klein kind kan zijn vader een klap in het gezicht geven, maar dat kan louter en alleen omdat de vader het op zijn knie houdt. Mensen die rebelleren tegen God zitten als het ware op de schoot van God en daardoor zijn ze juist in staat deze klap van ondankbaarheid te geven. De ultieme bron van waarheid op elk gebied van het leven berust in Jezus Christus. Het is helemaal waar dat de wereld veel waarheid kan ontdekken zonder Jezus Christus te erkennen als hun Heer en Zaligmaker. Van Til merkt op dat Christus zelfs degenen steunt die hem negeren, ontkennen en tegenwerken.[49] Doch ongelovigen die in opstand zijn tegen God kunnen slechts hun eigen (vermeende) onafhankelijkheid en autonomie benadrukken doordat ze door God zelf worden ondersteund (Johannes 19:10-11).[50]

Een atheïstisch materialist (alle materialisten zijn atheïst, maar niet alle atheïsten zijn materialist) kan reageren door te zeggen dat hij uitstekend kan redeneren terwijl hij niet in God en de Bijbel gelooft, maar dat is het punt niet. Presuppositionalisten beweren namelijk niet dat geloof een noodzakelijk voorwaarde is om logica te gebruiken, doch vanuit Bijbels perspectief kan het gebruik van de wetten van de logica onderbouwd c.q. gerechtvaardigd worden. Natuurlijk kan de atheïst redeneren, maar vanuit het perspectief van zijn wereldbeeld kan hij het geenszins rechtvaardigen.

Er zijn ook materialisten die claimen dat de wetten van de logica simpelweg conventies zijn van mensen. In dat geval zijn het geen wetten meer maar conventies, zoals de afspraak om links of rechts van de weg te rijden dat is. Andere culturen of groepen mensen kunnen dan andere wetten van de logica hanteren en een rationeel gesprek of debat tussen twee opponenten zou dan onmogelijk zijn want zij kunnen beide een andere standaard voor redeneren kiezen. Het zou ook impliceren dat de wetten van de logica niet onveranderlijk zijn. Bovendien is er geen enkele reden om te veronderstellen dat het universum zich zal houden aan door mensen bedongen conventies.[51]

Theïstisch evolutionisme
De apologetiek houdt zich niet alleen bezig met aanvallen van op het christelijke geloof van buitenaf, maar ook met met ondermijning van het geloof van binnenuit. Er zijn allerlei moderne theologieën en filosofieën met een on-Bijbels karakter en het theïstisch evolutionisme is er één van.

Ook theïstische evolutionisten die beweren in de God van de Bijbel te geloven, hebben geen rationele basis voor de wetten van de logica. Deze wetten zijn een reflectie van hoe God denkt en sommige van Zijn gedachten heeft Hij geopenbaard via Zijn Woord. Doordat God naar Zijn Beeld schiep zijn in staat logisch te denken en Gods gedachten na Hem te denken, zoals de astronoom Johannes Kepler (1571-1630) het ooit eens uitdrukte.[52] Maar veel, zo niet alle, theïstisch evolutionisten verwerpen een historische lezing van Genesis 1-11; deze eerste hoofdstukken van de Bijbel geven volgens hen geen historisch overzicht van de 'oergeschiedenis'. Genesis 1-11 wordt ingewisseld voor de 'wetenschappelijke' (lees: 'naturalistische') variant van het oorsprongsverhaal: de evolutietheorie. Volgens het theïstisch evolutionistisch wereldbeeld is de mens niet langer naar Gods beeld geschapen (Genesis 1:26), maar is zij een geëvolueerd creatuur. Daarom is er geen reden om te veronderstellen dat zij hun gedachten naar Gods gedachten kunnen richten.

Gods gedachten na Hem denken
"The system that Christians seek to obtain may, by contrast, be said to be analogical. By this is meant that God is the original and that man is the derivative. God has absolute self-contained system within himself. What comes to pass in history happens in accord with that system or plan by which he orders the universe. But man, as God’s creature, cannot have a replica of that system of God. He cannot have a reproduction of that system. He must, to be sure, think God’s thoughts after him; but this means that he must, in seeking to form his own system, constantly be subject to the authority of God’s system to the extent that this is revealed to him."[53]
-- Cornelius Van Til

Bovendien hebben theïstisch evolutionisten geen grond om te veronderstellen dat God Zijn gedachten accuraat heeft weergegeven in Zijn Woord.[54] Zij verwerpen niet alleen een historische lezing van Genesis 1-11, terwijl iedereen die het leest in deze hoofdstukken een historisch narratief herkent[55], maar zij leggen daarmee ook een bom onder de rest van de Bijbel, aldus presuppositionalisten. Adam en Eva worden in de Bijbel, zowel in het Oude - als het Nieuwe Testament, neergezet als historische figuren. Zelfs Jezus verwees naar het eerste mensenpaar als historische personen (Markus 10:6-8), zijn genealogie gaat terug tot Adam (Lukas 3:23-38) en er worden parallellen getrokken tussen Adam en Christus (Romeinen 5:17; 1 Korinthe 15:22). Het is niet mogelijk om een historische Adam en Eva te ontkennen terwijl je tegelijkertijd blijft geloven in de rest van de Bijbel. Veel van de leerstellingen in de Bijbel (inclusief het evangelie) zijn onsamenhangend als je Adam en Eva als mythische figuren portretteert.[56]

Alles overziende is ook het wereldbeeld van theïstisch evolutionisten volgens presuppositionalisten inconsistent en derhalve irrationeel.

Het abnormaal behaarde meisje Krao werd gezien als 'the missing link' en in 1883 in Europa als zodanig tentoongesteld / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-4.0)Het abnormaal behaarde meisje Krao werd gezien als 'the missing link' en in 1883 in Europa als zodanig tentoongesteld / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-4.0)
'Evolutietheorie is een geloofsverhaal'
De evolutietheorie (in de zin van 'universele gemeenschappelijke afstamming', dus de hypothese dat alle levende organismen op aarde genealogisch verwant zijn) is een geloofsverhaal die niet wetenschappelijk bewezen kan worden. Ger Vertogen (1940), emeritus hoogleraar natuurkunde van de Radboud universiteit, stelde jaren geleden reeds: "De wetenschappelijke mythe luidt dat het toeval iets verwekte uit niets. Onze aarde is uit dat niets ontstaan met een oersoep erop, en uit die oersoep ontstonden eerst celvormen, en vervolgens soorten en uiteindelijk de mens. En dat alles via een proces van toeval en natuurlijke selectie. Dat is een verhaal. Of noem het een hypothese of een model, maar het is geen verifieerbare, natuurwetenschappelijke waarheid. We kunnen niet terugkijken in de tijd om te zien of het zo gegaan is, we kunnen het proces niet reproduceren."[57] Zo lang je de menswording via mutaties, natuurlijke selectie en een lange tijdsduur niet experimenteel kunt bewijzen, is het geen bewering met een natuurwetenschappelijke status. Het kan beter een natuurfilosofisch construct of theorie genoemd worden. De belangrijkste onbewezen en onbewijsbare vooronderstelling van deze filosofie is naturalisme. Dit is het filosofische paradigma dat alles verklaard kan worden in termen van natuurlijke oorzaken.

Theïstische evolutionisten kijken door de bril van dit geloofsverhaal, deze 'heidense' natuurfilosofie, naar Genesis en gaan vervolgens hun uitleg van de Bijbel hierop aanpassen. Dit Bijbel-vreemde geloofsverhaal bepaalt dus hoe zij de Bijbel lezen. Zij gaan hiermee tegen de hermeneutische regel in dat de Schrift haar eigen uitlegger is (‘sacra scriptura sui interpres’). Tegelijk verzaken zij om deze filosofie en de vooronderstellingen die daaraan ten grondslag liggen te beoordelen aan de hand van de Bijbel, die immers de maatstaf is voor leer en leven.[58]

Islam
Kunnen de wetten van de logica een reflectie zijn van de manier waarop Allah denkt? Allah zegt over zichzelf: "De Schepper van de hemelen en de aarde, Hij heeft voor jullie van julliezelf en van de dieren paren geschapen. Hij vermenigvuldigt jullie, niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende." (Soera 42:11) Zijn transcendentie (Tanzih) behoort tot de centrale islamitische geloofsleer (aqida). Tanzih verwijst naar het absolute gegeven dat er geen verband bestaat tussen Allah en zijn schepping. Allah is op geen enkele manier zoals zijn schepping, noch lijkt enig schepsel op hem, op welke manier dan ook. Hij verschilt van alle geschapen wezens. De mens is dus volgens de islam niet naar het beeld van God geschapen, zoals Genesis stelt. 'Niets is aan Allah gelijk' staat er in de Koran, terwijl de wetten van de logica onderdeel zijn van de menselijke ervaring. Om die reden kunnen de wetten van de logica niet gerelateerd worden aan Allah, want dat zou tegen de geloofsleer indruisen. De islam kan derhalve geen fundament bieden aan de voorwaarden voor intelligibiliteit.

Binnen de islam wordt de eenheid van God benadrukt, maar dit is een andersoortige één-zijn dan de God van de Bijbel: Eén wezen, drie personen. Dr. Frank de Graaff (1918-1993), predikant, theoloog en cultuur- en godsdienstfilosoof, legt in zijn boek 'Als goden sterven' uit dat het één-zijn van Allah te maken heeft met het getal één. De enigheid van Jahweh is uniek en kan slechts verstaan worden door de liefde, terwijl de mohammedaanse eenheid rekenkundig of algebraïsch bepaald kan worden, aldus De Graaff.[59] In het voorgaande is reeds verduidelijkt dat de wetten van de logica de Drie-ene God vereisen. Ook om deze reden kunnen de wetten van de logica niet gerelateerd worden aan Allah.[60]

Moeder Theresa / Bron: Túrelio, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.0)Moeder Theresa / Bron: Túrelio, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.0)

Moraal

Ieder mens gaat uit van de concepten 'goed en kwaad'. Objectieve morele waarden zijn morele waarheden die waar zullen blijven, ongeacht wat enig individu of sociale groep denkt of wenst. Objectieve morele waarden zijn waarden die geheel onafhankelijk van menselijke overtuigingen gelden. Als je het bestaan van objectieve morele waarden loochent, dan kun je niet langer onderscheid maken tussen verschillende morele posities, zoals die van Adolf Hitler en Moeder Theresa.[61]

Christendom
God heeft heeft de mens geschapen naar Zijn beeld en daarom behoren we Hem toe; God is eigenaar van alles wat Hij gemaakt heeft. De mens is volgens de Bijbel verplicht om te leven volgens Zijn standaard en om Zijn oordeel onder ogen te zien. Aangezien God de mens heeft geschapen, is God de wettige eigenaar van de mens. "Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren we toe" (Psalm 100:3, NBV). God heeft gezag over ons en Hij heeft het recht om ons aan Zijn maatstaf te houden. Deze ultieme standaard staat geschreven in ons hart. Daar getuigt ook ons geweten van (Romeinen 2:15). Gods morele standaard vloeit voort uit Zijn onveranderlijke aard, dus Zijn standaard is objectief en geldt voor ieder mens in alle tijden en culturen. God wil niet dat we liegen en deze standaard vloeit voort uit Zijn natuur die niet kan liegen (Numeri 23:19a; Hebreeën 6:18). Het christendom biedt derhalve een fundering voor objectieve moraal.

Seculier moreel relativisme en objectivisme
Atheïstisch materialisten hebben geen objectieve morele basis. Gebaseerd op hun natuurfilosofische vooronderstelling dat de mens is geëvolueerd uit een vis wat het resultaat is van miljoenen jaren van ongerichte, blinde chemische processen (willekeurige mutaties die zijn geselecteerd door natuurlijke selectie, een blind en ongeleid proces dat geen vooropgezette doelen heeft), behoren atheïsten – indien ze consistent willen zijn – te geloven dat een moreel oordeel slechts een chemische reactie is die willekeurig optreedt in hun hersenen wanneer zij een moreel oordeel geven. De atheïstische materialist heeft derhalve geen basis voor morele oordelen. Als de mens slechts het resultaat is van miljoenen jaren van evolutie, is gedrag gebaseerd op willekeurige chemische reacties en processen. Er is geen objectieve, ultieme morele code. Alle moraal is relatief. Er is dan geen algemene grondslag meer voor het beoordelen van goed en kwaad, wat vanuit het wereldbeeld van de materialistische atheïst ook niet kan bestaan. Alle morele oordelen zijn dan slechts een persoonlijke voorkeur of een kwestie van smaak en over smaak valt niet te twisten. Dit zou betekenen dat je tegen iemand die er plezier in heeft om baby's te martelen, slechts kan zeggen: "It's not my cup of tea". Dit kwam heel duidelijk naar voren in het debat tussen de christen James White en de atheïst David Silverman (1966) over het onderwerp: 'Is The New Testament Evil?' Een kruisverhoor waarbij White vragen stelde aan Silverman eindigde aldus:

"So when you stand at the gates of Auschwitz, all you can say is: 'For me, this was bad'." / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)"So when you stand at the gates of Auschwitz, all you can say is: 'For me, this was bad'." / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
White: "Okay, so all of the moral actions that we undertake are merely the consensus result of a local group of people and nothing more than that?"
Silverman: "There is no objective morality sir. And I will tell you that over and over again."
White: "So when you stand at the gates of Auschwitz, all you can say is: 'For me, this was bad'."
Silverman: "Yep."
[62]

Voor hem slecht, maar voor Hitler niet. Hitler kan niet worden veroordeeld voor zijn gruweldaden aangezien hij handelde in lijn met zijn morele code.

Moreel relativisme mondt uit in een situatie zoals in Richteren 17:6 en 21:25: "Eenieder deed wat juist was in zijn ogen." Een persoon kan dan wel zijn eigen morele standaard hanteren, maar zijn buurman kan er een hele andere code op na houden en er is geen enkele objectieve richtsnoer om te zeggen dat hij fout zit. Moraal is vanuit dit wereldbeeld bezien subjectief (hooguit intersubjectief), relatief en arbitrair.

Maar er is geen mens die leeft alsof moreel relativisme waar is. Wat een relativist met zijn mond ook mag belijden, hij of zij leeft alsof er een objectieve morele standaard is. Stel dat Hans op brute wijze Marie verkracht, dan kan een morele relativist alleen maar zeggen dat wat Hans deed in strijd is met zijn of haar eigen morele uitgangspunten. "For me, this was bad." Maar wat kan Hans het nou schelen wat een ander al dan niet afkeurt? Voor hem is het immers oké. De relativist kan tegenwerpen dat wat Hans deed verkeerd is omdat hij het slachtoffer pijn heeft gedaan en hij haar heeft gedwongen iets te doen waar ze niet mee instemt; haar lichamelijke integriteit en autonomie zijn geschonden. Maar deze opvatting ondermijnt het morele relativisme, aangezien het uitgaat van het objectieve morele principe dat iemand geen kwaad mogen berokkenen of geen seks mogen hebben met iemand zonder zijn of haar uitdrukkelijke toestemming.[63] Uiteindelijk kan je op alle morele oordelen van een relativist zeggen: "So what? For me, this was good."

Hitler wist een meerderheid van het Duitse volk achter zich te krijgen / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Hitler wist een meerderheid van het Duitse volk achter zich te krijgen / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
Er zijn ook veel mensen die claimen dat moraal niet zozeer bepaald moet worden door het individu, maar door een (lokale) groep van mensen volgens het meerderheidsbeginsel: moraal bij meerderheid van stemmen. Dit is in feite de positie die Silverman innam in het de debat met White. Ook deze kijk op moraal schiet tekort. Het is arbitrair en het kan leiden tot absurde situaties, waarbij (groepen) mensen zwalken over de golven van de wisselende meerderheden.[64] Hitler wist een meerderheid van het Duitse volk achter zich te krijgen; maakt dat zijn gedrag moreel goed? En op basis waarvan ben je verplicht om je neer te leggen bij wat een meerderheid denkt of vindt? Het leidt bovendien tot de absurde situatie dat een minderheid in moreel opzicht per definitie ongelijk heeft en het dus verkeerd is om te strijden voor morele hervormingen, zoals afschaffing van de slavernij, waar onder meer de 18e eeuwse politicus William Wilberforce voor streed. Dit staat ook wel bekend als het hervormersdilemma: "Als het moreel relativisme waar is, dan kunnen samenlevingen geen morele hervormers hebben. Waarom? Morele hervormers zijn leden van een samenleving die zelf buiten de morele gedragscode van die samenleving staan en zich uitspreken voor een behoefte aan hervorming en verandering in die gedragscode."[65]

Er zullen ook atheisten, agnosten en ietsisten zijn die claimen dat er een objectieve standaard is en bijvoorbeeld zeggen dat wat goed is, gelijkstaat aan dat wat het grootste geluk brengt aan het grootste aantal mensen (naar het utilitarisme van Jeremy Bentham). Maar dat is arbitrair, want waarom zou dat de standaard moeten zijn en op basis waarvan moeten mensen deze regel volgen? Bovendien leent hij bepaalde waarden van het christendom, waarin het belangrijk is om rekening te houden met (het geluk van) andere mensen omdat zij gemaakt zijn naar Gods beeld. In een evolutionair universum slaat dit echter nergens op.

De evolutietheorie is anno 2023 het heersende paradigma. Maar op grond waarvan zou een 'zak protoplasma' om moeten zien naar een andere 'zak protoplasma'? Hoe kan het ene 'chemische ongelukje' een soort van morele verplichting hebben jegens het andere chemische ongelukje? Of anders gezegd: evolutionair zijn mensen niets anders dan dieren en dieren hebben geen morele verplichtingen tegenover elkaar. Er is geen moord of verkrachting onder dieren: het is doden om te eten en paren als je daar de drang toe voelt, ook al dring je jezelf daarbij op en gaat het er wat hardhandig aan toe. Aan al deze en andere daden is evolutionair bezien geen enkele morele dimensie verbonden. Daar kan tegen gebracht worden dat omzien naar elkaar en het vertonen van coöperatief gedrag voordelen biedt in de strijd om te overleven en dat wij daarom dat gedrag vertonen. Doch uit de vaststelling dat er een soort van kuddemoraal is geëvolueerd vanwege het voortbestaan van de soort, kan nooit ofte nimmer worden afgeleid dat dit ook behóórt te gebeuren en dat de mens aldus behóórt te handelen. Sein leidt niet tot sollen. Met andere woorden: er is geen logische brug die leidt van datgene wat is tot datgene wat behoort te zijn. Uit feiten laten zich geen normen aflezen. Want wat is het criterium om te bepalen dat wat het voortbestaan van de soort bevordert moreel goed is? Daar zal de evolutionist geen antwoord op kunnen geven.

Charles Darwin in 1869 / Bron: Julia Margaret Cameron, Wikimedia Commons (Publiek domein)Charles Darwin in 1869 / Bron: Julia Margaret Cameron, Wikimedia Commons (Publiek domein)
'En niemand zou erover denken om tussenbeide te komen'
Charles Darwin (1809-1882), die de vader van de evolutietheorie wordt genoemd (alhoewel er reeds in de oudheid variaties van de evolutietheorie bekend waren bij onder meer de Grieken[66]), voerde eens een gedachte-experiment uit: "If, for instance, to take an extreme case, men were reared under precisely the same conditions as hive-bees, there can hardly be a doubt that our unmarried females would, like the worker-bees, think it a sacred duty to kill their brothers, and mothers would strive to kill their fertile daughters; and no one would think of interfering. Nevertheless, the bee, or any other social animal, would in our supposed case gain, as it appears to me, some feeling of right and wrong, or a conscience."[67]

Het merkwaardige van deze tijd is dat talloze mensen beweren dat God niet bestaat en dat de mens een dier onder de dieren is en tóch leven alsof er een objectieve moraal bestaat door bijvoorbeeld te strijden voor mensenrechten of mee te lopen in een protest naar aanleiding van de dood van George Floyd die door politiegeweld om het leven kwam. Ze kúnnen ook niet anders, want ze leven in de wereld van God en Hij heeft ieder mens een geweten gegeven en ook een natuurlijk besef van goed en kwaad: "Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar." (Romeinen 2:14-15)

Islam
De leer van afschaffing of abrogatie (naskh) houdt in dat bepaalde passages in de koran worden opgeheven omdat een nieuwere geopenbaarde passage daarmee in strijd is. Een jonger vers neutraliseert als het ware een ouder koranvers. De Koran zegt hierover: 'Welk vers ook afschaffen of doen vergeten; brengen er iets beters voor in de plaats, of iets wat daaraan gelijk is. Weet jij niet dat Allah macht heeft over alle dingen?" (Soera 2:106) De doctrine van afschaffing conflicteert met de bevestiging in de koran dat Allah's woord onveranderlijk is: "De Woorden van Allah kennen geen verandering" (Soera 10.64). De presuppositionalist zal de vinger op de zere plek leggen: deze leer maakt van Allah een arbitraire god die in moreel opzicht van gedachten kan veranderen. In het christelijke wereldbeeld komt goedheid voort uit het karakter van God en Zijn karakter verandert niet; goedheid is derhalve onveranderlijk en zeker niet arbitrair.

Uniformiteit van de natuur

Bij een heleboel zaken verwacht men dat de toekomst op het verleden zal lijken. De uniformiteit van de natuur (of het inductieprincipe) is het principe dat de in het verleden geconstateerde uniformiteit ook voor het heden en de toekomst zal gelden. (Uniformiteit van de natuur moet niet verward worden met uniformitarianisme, ook bekend als het actualiteitsprincipe, wat duidt op het uitgangspunt of de vooronderstelling dat de aardse geschiedenis verklaard kan worden met dezelfde geologische processen als die we in het heden waarnemen; het heden is de sleutel tot het verleden.) Als je op een ochtend opstaat, verwacht je niet dat je van de aard valt; je gaat er van uit dat de zwaartekracht ook morgenochtend nog van kracht is. Als het buiten regent ga je er van uit dat je nat wordt, net zoals alle keren daarvoor. Ook verwacht je dat in de toekomst de grond niet onder je voeten wegzak en dat je je buik kunt vullen met eten, dat er tandpasta uit je tube met tandpasta komt net zoals dat gisteren het geval was, etc. Kortom, mensen koesteren vertrouwen in de regelmaat van de werking der natuur.[68] Vanwege de uniformiteit van de natuur kan men wetenschap bedrijven. Je kunt wetenschappelijke voorspellingen doen, welke zijn afgeleid uit een hypothese. Het al dan niet uitkomen van deze predicties bij empirisch-wetenschappelijk toetsingsonderzoek verschaft belangrijke informatie voor de beoordeling van de juistheid of aanvaardbaarheid van die wetenschappelijke hypothese; je hypothese wordt proefondervindelijk getoetst.[69] Zonder uniformiteit van de natuur zouden predicties niet mogelijk zijn en kon wetenschap niet bestaan. De vraag is echter: 'Hoe weten dat de toekomst zal zijn zoals het verleden?' Je hebt als het ware een 'brugpremisse' nodig dat iets vertelt over het universum, het verleden en de toekomst. In het verleden opgedane ervaringen zijn op zichzelf genomen onvoldoende om de uniformiteit van de natuur te rechtvaardigen, want je belandt daardoor in een cirkelredenering.

Kepler op een kopie van een schilderij uit 1610 in het Benediktijnerklooster in Krems / Bron: Unidentified painter, Wikimedia Commons (Publiek domein)Kepler op een kopie van een schilderij uit 1610 in het Benediktijnerklooster in Krems / Bron: Unidentified painter, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Christendom
Christenen hebben alle reden om uit te gaan van de uniformiteit van de natuur, omdat God alles ordelijk heeft geschapen (Genesis 1; zie ook Johannes 1:3). De christen kan zeggen dat de natuur uniform is omdat de schepper God de controle heeft. Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord en de levende Christus onderhoudt het gehele universum door Zijn onbeperkte goddelijke kracht (Hebreeën 1:3). Een christen verwacht derhalve orde in het universum waarin dingen op een wetmatige (en voorspelbare) manier functioneren. En in handelingen 17:28 citeert Paulus Griekse filosofen aan de Atheners, als hij zegt: "Want in hem leven wij, bewegen en zijn wij." Overal in het universum verwacht een christen dezelfde wetten en wetmatigheden ook al variëren de fysieke omstandigheden, omdat God consistent (1 Samuel 15:29; Numeri 23:19) en alomtegenwoordig (psalm 139:7-8) is. God zal ook niet op arbitraire wijze allerlei wetmatigheden veranderen in het universum of daaraan gaan morrelen (Genesis 8:22; Jeremia 33:20-21).[70] De Duitse astronoom en wis- en natuurkundige Johannes Kepler (1571-1630) trachtte bijvoorbeeld de wetmatigheden van de schepping vast te stellen en te doorgronden, mede door zijn persoonlijke overtuiging dat de kosmos op een ordelijke manier was geschapen door God.[71] Het waren christelijke vooronderstellingen die hebben geleid tot de ontwikkeling van de wetenschap, zoals we dat anno 2023 kennen.[72]

'God van de gaten'
Nu wordt de presupper weleens verweten dat hij ten aanzien van de uniformiteit van de natuur, een 'god van de gaten' (Engels: god of the gaps) hanteert. We weten iets niet, dus moet God het hebben gedaan, zo luidt het dan. Er is een hiaat in het begrip van een bepaald aspect van de natuurlijke wereld en daarom moet de oorzaak wel bovennatuurlijk zijn. Dit is in feite een variant op het argument van de onwetendheid of argumentum ad ignorantiam. Een voorbeeld van zo'n 'god van de gaten'-argument is: "Omdat de huidige wetenschap niet precies kan achterhalen hoe het leven begon, moet het God zijn die ervoor zorgde dat het leven begon." Presuppositionalisten hanteren echter geen 'god van de gaten'. Zij nemen Gods Woord, de Bijbel, als uitgangspunt van hun denken en de Bijbel leert dat God alles ordelijk heeft geschapen. Derhalve hebben christenen alle reden om uit te gaan van de uniformiteit van de natuur. De christen kan dit principe gronden in de Bijbel. Bovendien gaat dit principe aan de wetenschapsbeoefening vooraf en maakt het wetenschappelijke arbeid mogelijk. Het is een noodzakelijk vooronderstelling, je kunt het niet 'bewijzen'. De Britse schrijver, letterkundige en christelijk apologeet C.S. Lewis (1898-1963) drukt het aldus uit: "Unless Nature always goes on in the same way, the fact that a thing had happened ten million times would not make it a whit more probable that it would happen again. And how do we know the Uniformity of Nature? A moment’s thought shows that we do not know it by experience (...).Experience (...) cannot prove uniformity, because uniformity has to be assumed before experience proves anything.(...). Unless Nature is uniform, nothing is either probable or improbable. And clearly the assumption which you have to make before there is any such thing as probability cannot itself be probable (...). The odd thing is that no man knew this better than Hume. His Essay on Miracles is quite inconsistent with the more radical, and honourable, scepticism of his main work."[73]

Wonderen en de uniformiteit van de natuur
Ook kwam ik op het medium Facebook eens de volgende opmerking tegen van een criticus: "Het christelijke wereldbeeld verwerpt de uniformiteit van de natuur aangezien het veronderstelt dat God die uniformiteit geregeld overboord zet door het plegen van wonderen."[74] Hier horen we een echo van David Hume die beweerde dat een wonder een overtreding is van de wetten van de natuur. Christenen gaan er echter niet vanuit dat God de uniformiteit van de natuur aan de kant zet als Hij een wonder verricht.

Christenen geloven dat God als de Schepper het universum onderhoudt: Hij is Schepper én Onderhouder van alle dingen. Een christen is geen deïst die gelooft dat God de geschapen wereld aan zichzelf overlaat, zoals de horlogemaker het afgeleverde uurwerk en dus niet meer in het natuurgebeuren ingrijpt, geen wonderen doet, zich niet persoonlijk in de historie openbaart.[75] Integendeel, God zorgt voor de wereld, omdat Hij van zijn scheppingswerk houdt (Johannes 3:16). De Schepper is nog altijd actief in deze wereld, waardoor zij kan blijven voortbestaan.

De christelijke kijk op wonderen is dat het gebeurtenissen zijn die God op een andere manier laat plaatsvinden dan Zijn reguliere patroon om gebeurtenissen te sturen.[76] De God van de Bijbel wil en kan in vrijheid aan ons handelen. As mensen sterven, blijven ze normaal gesproken dood. Dat is de natuurlijke gang der dingen. Bij Jezus lag dat anders. God wekte Jezus op uit de dood. Door dit te doen overtrad God echter geen natuurwet. Met een wonder wordt bedoeld dat de natuur dit nooit met eigen middelen had kunnen voortbrengen. Bij een wonder, zoals het geval was bij de opstanding van Jezus, wijkt God simpelweg af van Zijn gangbare patroon van handelen.[77] De natuurwetten zijn niets anders dan een beschrijving van Gods handelen in het universum. Ze hebben zelf geen kracht en ze hebben geen zelfstandige werkzaamheid, maar het zijn regels en principes die God heeft ingesteld om de kosmos te besturen.[78]

Natuurwetten zijn vastgestelde wetmatigheden in bepaalde verschijnselen, die als universeel en onveranderlijk worden beschouwd.[79] Hoewel ze 'wetten' worden genoemd, zijn ze dat niet in strikte en voorschrijvende zin. Het zijn eerder universele inductieve generalisaties, waarbij er op grond van een aantal specifieke waarnemingen tot een algemene regel, een zogeheten generalisatie, wordt gekomen. Van hieruit bezien is het dan ook logisch onmogelijk om een natuurwet te 'schenden'.[80] William Lane Craig zei er het volgende over: "The laws of nature describe what would happen in a particular case assuming that there are no intervening supernatural factors. They have ... ceteris paribus clauses implicit in them – namely, all things being equal, this is what will happen in this situation. But if all things are not equal, the law isn’t violated. Rather, the law just doesn’t apply to that situation because there are other factors at work. In the case of a miracle, God doesn’t violate the laws of nature when he does a miracle. Rather, there will be causal factors at work, namely God, which are supernatural and therefore what the laws of nature predict won’t happen because the laws of nature only make predictions under the assumption that there are no intervening supernatural factors at work. So a miracle, I think, properly defined, is an event which the natural causes at a time and place cannot produce at that time and place. Or, more succinctly, a miracle is a naturally impossible event – an event which the natural causes at a certain time and place cannot bring about. It is beyond the productive capacity of nature...."[81]

De natuurwetten en de wetten van de logica
De wetten van de logica zijn afhankelijk van God. Ze zijn een weerspiegeling van de manier waarop God denkt. Zo kunnen ze niet bestaan zonder Hem. Aangezien God een denkend wezen is en omdat Hij altijd heeft bestaan, hebben de wetten van de logica altijd zijn denken weerspiegeld.[82] God schiep niet de wetten van de logica, want dat zou betekenen dat hij ook andere wetten had kunnen bedenken. Dat zou deze wetten arbitrair maken.

God had een andere wereld kunnen scheppen indien hij dat gewild had. Deze schepping is voortgekomen uit een vrije wilsact van God. Dit betekent dat deze wereld niet noodzakelijk bestaat, maar contingent. De natuurwetten – welke geen voorschriften zijn maar menselijke beschrijvingen van menselijke waarnemingen – hadden onvergelijkbaar anders kunnen zijn. De wetten van de logica evenwel niet, omdat deze de manier weerspiegelen waarop God denkt. Alle natuurwetten zijn afhankelijk van de wetten van de logica. De wetten van de logica zijn transcendente waarheden.[83] Zonder de wetten van de logica, zou redeneren onmogelijk zijn. Logica is de basis om iets te begrijpen – van onszelf en de wereld om ons heen, met inbegrip van God.

De natuurwetten zijn in feite beschrijvingen van Gods werk in het universum. De wetten van de logica zijn echter geworteld in Gods eigen natuur. Ofschoon Gods wegen ondoorgrondelijk zijn ("Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen - spreekt de HEER. Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen" (Jesaja 55:8-9)), gedraagt God zich niet onlogisch in die zin dat Hij niet denkt of handelt in strijd met de wetten van de logica.

Atheïsme
Uniformiteit van de natuur past in het christelijke wereldbeeld, maar niet in het atheïstische wereldbeeld. Een atheïst kan deze uniformiteit niet gronden in zijn wereldbeeld. Geloof in het principe van uniformiteit is binnen een atheïstisch raamwerk circulair. Hoe kun je weten dat de toekomst op het verleden zal lijken? Een atheïst kan antwoorden: 'We weten dat de toekomst zal zijn zoals het verleden, omdat het in het verleden altijd zo is geweest.' Dit beantwoordt de vraag echter niet, omdat we willen weten of de toekomst zal zijn zoals het verleden. Het is een cirkelredenering. Het probleem van het projecteren van kennis op de toekomst, is dat men niet kan weten dat de toekomst er uit zal zien als het verleden. Men kan niet weten dat het principe van de uniformiteit van de natuur opgaat of dat de natuurwetten van vandaag ook over twintig seconden nog zullen gelden. Vanuit een atheïstisch evolutionair wereldbeeld is zelfs te verwachten dat de toekomst in veel opzichten verschillend zal zijn: "In a random, change universe, why expect regularity or uniformity? In an uncertain, material cosmos, why anticipate prediction is possible since ultimately the dice can roll the other way any time?"[84] De atheïst gelooft dikwijls dat de mens tot stand is gekomen door willekeurige, kansgedreven processen van evolutie (in de zin van 'universele gemeenschappelijke afstamming'). De atheïst kan niet op een adequate en rationele wijze rekenschap geven van de kennis die opgedaan wordt door middel van wetenschap; de wetenschap waarin de atheïst zegt te geloven zou niet eens mogelijk zijn als zijn of haar wereldbeeld waar zou zijn. Dit wereldbeeld kan geen fundering bieden voor de rationaliteit of intelligibiliteit van de werkelijkheid waardoor wetenschapsbeoefening mogelijk is.

Soms komt de atheïst met de respons: "We weten het niet zeker, maar zeer waarschijnlijk zal de toekomst zijn zoals het verleden." Er valt in dat verband ook wel eens de term 'maximale zekerheid'. Maar dat is het punt niet. We hebben het niet over zekerheid dat de toekomst is zoals het verleden, de vraag is of iemand (i.c. de atheïst) überhaupt een basis heeft om te denken dat de toekomst waarschijnlijk net als het verleden zal zijn. De atheïst kan daarbij niet verwijzen naar het verleden want dat is een cirkelredenering, ook wel met de Engelse term 'begging the question' aangeduid. Dit is een drogreden waarbij je het standpunt als argument gebruikt.

Theïstisch evolutionisme
Een theïstisch evolutionist zal zich op de Bijbel beroepen om rekenschap te geven van de uniformiteit van de natuur, net zoals creationistische christenen dat doen. Volgens Lisle faalt de theïstisch evolutionist om twee redenen. Ten eerste is het dezelfde Bijbel die zowel uniformiteit als een zesdaagse schepping leert. Het is arbitrair en inconsistent om het één te accepteren en het andere af te wijzen. Ten tweede is de basis van uniformiteit terug te vinden in Genesis 8:22, terwijl de theïstisch evolutionist Genesis 1-11 door een natuurfilosofische bril leest. Alleen als Genesis 8:22 letterlijk waar is, heb je een rationale basis voor uniformiteit.[85]

Islam
De unitaristische opvatting van God onder moslims, wat overigens ook bij religieuze Joden en sommige christenen voorkomt, maakt dat hij gebonden is aan de schepping in plaats van dat hij Heer over de schepping is. Indien de attribuut of eigenschap 'liefde' (Allah bemint overigens alleen hen die hem dienen, maar dat terzijde) tot Allah behoort, dan kan er geen periode geweest zijn dat hij deze eigenschap niet had. Liefde is echter een eigenschap van personen en liefde is relationeel; liefde is in wezen niet gericht op zichzelf, maar op anderen. Binnen het christendom is God reeds voor de grondlegging der wereld een persoonlijke God. Hoewel één, ontmoeten de Personen van het goddelijke wezen (Vader, Zoon en Heilige Geest) elkaar in de liefde. De drie Personen hebben elkaar nodig en tonen dat God in Zichzelf relatie is. De God van de Bijbel was voor de schepping dan ook niet eenzaam en Hij heeft de schepping niet nodig om lief te hebben.[86] Allah kon daarentegen niemand liefhebben vóór de schepping en hij kon deze eigenschap dan ook niet hebben gehad voorafgaande de schepping. Allah is voor dit kenmerk afhankelijk van zijn schepping. Dit conflicteert met de opvatting dat Allah een soeverein heerser zou zijn over alles wat bestaat; Allah is immers niet onafhankelijk van zijn schepping. Een god die niet totaal onafhankelijk is van de schepping, kan niet garanderen dat hij de uniformiteit van de natuur in stand kan houden.[87]

Kritiek op het presuppositionalisme

In een cirkel redeneren

De presuppositionalist redeneert in een cirkel, is een veelgehoorde kritiek jegens de presuppositionele apologetiek. Van Til gaf dat ruiterlijk toe, maar iedereen, zowel de gelovige als de ongelovige, redeneert in een cirkel. Het punt is dan ook of je cirkel groot genoeg is om de realiteit te bevatten: wetenschap, wetten van de logica, absolute waarheid, rationeel denkvermogen, objectieve moraal, menselijke ervaring, uniformiteit van de natuur, etc. Elk denksysteem is circulair wanneer het zijn meest fundamentele vooronderstellingen beargumenteert. Er zijn twee verschillende niveaus van circulariteit: kleine en grote circulariteit, waarbij de eerste in feite een cirkelredenering is wat vermeden moet worden omdat het een drogreden is waarbij je het standpunt als argument gebruikt. Je neemt datgene aan wat nog bewezen dient te worden. Een rationalist kan bijvoorbeeld de autoriteit van de rede alleen verdedigen door de rede te gebruiken en dat is een cirkelredenering. De christelijke cirkel is de enige die de werkelijkheid op haar eigen merites begrijpelijk maakt. Dus zonder leentjebuur te spelen.[88] Een christen kan zeggen dat we naar Gods beeld zijn gemaakt en daarom in staat zijn om te redeneren (Job 13:6; Jesaja 1:18 ("Come now, and let us reason together, saith the Lord")).

Seculiere filosofieën blijken allemaal een doodlopende weg te zijn / Bron: SVG version by Bouwe Brouwer, Wikimedia Commons (Publiek domein)Seculiere filosofieën blijken allemaal een doodlopende weg te zijn / Bron: SVG version by Bouwe Brouwer, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Neem een begrip als 'waarheid'. Seculiere filosofieën blijken allemaal een doodlopende weg te zijn.[89] Er zijn verschillende theorieën over de waarheid. De correspondentietheorie van de waarheid stelt dat de waarheid van een bewering afhangt van de relatie van die bewering tot de wereld of tot de werkelijkheid. Aanhangers van de correspondentietheorie menen dat een uitspraak waar is als deze correspondeert met de werkelijkheid. Een pragmatische theorie van de waarheid stelt dat een opvatting waar is als het in de praktijk werkt. De semantische waarheidstheorie koppelt waarheid aan een taaltheorie. Al deze theorieën belichtten verschillende aspecten van het concept van waarheid, maar elke theorie veronderstelt datgene wat het probeert uit te leggen of te verklaren.

Er gaan kortom allerlei vooronderstellingen aan deze theorieën vooraf, zoals de vooronderstelling dat de realiteit kenbaar is, dat axioma's niet met elkaar in tegenspraak mogen zijn (anders is een theorie inconsistent) en dat er een immaterieel (abstract) begrip, wat bekend staat als 'waarheid', bestaat. Ook moet verondersteld worden dat er een gemene deler is tussen taal en werkelijkheid. Autonome menselijke kennis is niet in staat deze vooronderstellingen te rechtvaardigen; het wereldbeeld van een niet-gelovige biedt daarvoor geen enkel grondslag.

De christen daarentegen zit niet opgesloten in een cirkelredenering als hij bijvoorbeeld beweert dat de waarheid correspondeert met de realiteit, aangezien de realiteit zich volgens hen conformeert aan de geest van God; God is waarheid (Psalm 25:5, Jeremia 10:10; Johannes 14:6). Voorts is de waarheid niet in tegenspraak met de waarheid, aangezien God Zichzelf niet tegenspreekt; God kan zichzelf niet verloochenen (2 Timotheüs 2:13). Taal correspondeert met de werkelijkheid want God sprak en het was er: "Want Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er." (Psalm 33:9) Het was door 'het Woord' dat 'alle dingen' in het begin werden geschapen (zie Johannes 1:3), en dat omvat ook menselijke taal. God in Christus schiep Adam en Eva aan het 'begin van de schepping' (Genesis 1:27; Markus 10:6) en communiceerde direct met hen in een taal die hun geschapen hersenen en geest konden begrijpen en zij waren zelf ook in staat om taal voort te brengen (Genesis 2:16-17; Genesis 3:9-19).[90]

Zelfweerleggend

Presuppositionalisten nemen de waarheid van de Schrift, dat als het Woord van God beschouwd wordt, als uitgangspunt. Ze hameren op het gezag van de Schrift en ze kritiseren de autonome menselijke rede door de noëtische gevolgen van de zonde te benadrukken. Wil, intellect en gevoelens zijn door de zondeval aangetast en verontreinigd.[91] Er wordt door sommige critici niet alleen gezegd dat dit circulair is (zie voorgaande paragraaf), maar het zou ook zelfweerleggend zijn. De presuppositionalist maakt immers met zijn verstand de keuze om de waarheid van de Bijbel als uitgangspunt te nemen. Daarmee begint hij met zijn verstand, waardoor de menselijke rede uiteindelijk de ultieme autoriteit is en niet de Bijbel, zoals hij beweert. Dit terwijl de presupper de autonome menselijke rede afwijst. Deze constructie is derhalve zelfweerleggend, zo luidt de kritiek. De presuppositionalist zal echter antwoorden dat er aan de basisovertuiging dat de Schrift de stem is van de levende God, Die Zichzelf in de Bijbel aan ons openbaart, het werk van de Heilige Geest voorafgaat die hem daarvan overtuigd heeft. Het gezag van de Bijbel wordt dus bevestigd door het getuigenis van de Heilige Geest in het hart van de christen en niet door het gezag van de kerk of van het verstand.[92] Het proces begint dus niet bij je verstand, maar bij de Heilige Geest. Dus bij de drie-enig God die mensen verkiest tot redding: "Omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft." (Efeze 1:4a)

Noten:
  1. Dr. Greg L. Bahnsen. Always ready: Directions for defending the fairth. Edited by Robert R. Booth. Covenant Media, 1996. Print on demand edition 2018.
  2. J.G. Feenstra. geloofsbelijdenis. J.H. Kok NV, Kampen, 2e druk, 1947, p.20.
  3. Prof. dr. H.A. Bakker, dr. M.J. Kater en dr. W. van Vlastuin (red.). Verantwoord geloof – Handboek Christelijke Apologetiek. Brevier uitgeverij Kampen, 2014, p.222
  4. R. Shane Hartley. A Defense of Presuppositional Apologetics and Its Practical Application to the Public University Campus. A thesis Submitted to the faculty in partial fulfillment of the requirements for the degree of Masters of Religion at Reformed Theological Seminary. Charlotte, North Carolina, February 2017.
  5. Dr. K. Scott Oliphint. Understanding Cornelius Van Til. (Lezing) https://youtu.be/zNn16CYOna8 (ingezien op 15-3-2021)
  6. Cornelius Van Til. An Introduction to Systematic Theology. Presbyterian and Reformed Publishing Company, 1974. p.133.
  7. James White is de directeur van Alpha and Omega Ministries, een christelijke apologetische organisatie gevestigd in Phoenix, Arizona. Hij heeft bijgedragen aan meer dan twintig boeken. Hij neemt vaak deel aan openbare debatten over onderwerpen als calvinisme, rooms-katholicisme, islam, mormonisme, de King James Only-beweging, Jehova's Getuigen en atheïsme. Samen met Jeff Durbin heeft hij gedebatteerd met de atheïsten Greg Clark en Dan Ellis. Jeff Durbin, Sye Ten Bruggencate en Paul Viggiano debatteerden in 2015 met enkele atheïsten uit Zuid-Californië: Bruce Gleason, Andrew Breeding en Sean Taylor. Met Doug Wilson houdt James White de zogeheten 'Sweater vest dialogues' (zie: https://youtu.be/gaAPO9eE4a0), een genot om naar te luisteren, en het was Doug Wilson die op presuppositionale wijze met Christopher Hitchens heeft gedebateerd te Westminster (https://youtu.be/g6UU9C-WmvM). Op deze site vind je een overzicht van presuppositionele apologetische debatten: https://defenseofaith.wordpress.com/2015/11/06/ultimate-collection-of-free-presuppositional-apologetics-debates.
  8. Verantwoord geloof, p.185.
  9. Apologeticsindex. Five Apologetics Methods. http://www.apologeticsindex.org/374-five-apologetics-methods (ingezien op 19-7-2020)
  10. Dr. William Lane Craig is een zeer kundig debater die nagenoeg altijd beslagen ten ijs komt. Er zijn veel mensen die de naïeve overtuiging aanhangen dat wetenschap de enige manier is om van alles en nog wat te weten. Amusant en tegelijk leerzaam is de opsomming die William Lane Craig geeft in een debat met dr. Peter Atkins (1940), waarbij hij vijf verschillende zaken opnoemt die niet wetenschappelijk bewezen kunnen worden maar waarbij het wel rationeel is om ze te accepteren: 1. logische en wiskundige waarheden; 2. metafysische waarheden; 3. Ethische overtuigingen van goed en kwaad; 4. Schoonheid; 5 De wetenschap zelf heeft veel onbewijsbare vooronderstellingen. Zie: Drcraigvideos. Does science prove everything? https://youtu.be/vxJQe_FefxY (ingezien op 24-7-2020)
  11. Christipedia. Openbaring. http://www.christipedia.nl/Artikelen/O/Openbaring (ingezien op 21-8-2020)
  12. Apologeticsindex. Five Apologetics Methods. http://www.apologeticsindex.org/374-five-apologetics-methods (ingezien op 19-7-2020)
  13. TheThinkingAtheist. The Refining Reason Debate: Matt Dillahunty VS Sye Ten Bruggencate. YouTube, 3 juni 2014. https://youtu.be/OL8LREmbDi0 (ingezien op 21-7-2020)
  14. Zie zijn bespreking van het debat tussen Matt Dillahunty en Sye Ten Bruggencate: Alpha & Omega Ministries. 6/10/2014 Review of Portions of the Ten Bruggencate/Dillahunty Debate, Response to Max Andrews. https://youtu.be/TwjCGaAgCiE?t=1209 (ingezien op 22-7-2020)
  15. Stephen Feinstein. We destroy arguments. How presuppositional apologetics empowers the believer to refute unbelief. Advantage Books, Longwood, Florida, USA, 2015, p.193-194.
  16. Voorganger Jeremy Uberoth, student aan het Moody Bible Institute, en ouderling bij de Emmaus Rd Reformed Baptist Church in Colorado Springs, presenteert in deze video een position paper over de misvatting van neutraliteit. Vervolgens wordt het nabesproken met Emilio Ramos. Red Grace Media. Where Most Apologetics Goes Wrong! https://youtu.be/zdypFILKJtA
  17. We destroy arguments, p.35.
  18. Always ready, p.5.
  19. Deze werking van de Heilige Geest komt heel mooi tot uiting in de getuigenis van Becket Cook: BiolaUniversity. Homosexuality & Culture [AS Lecture Series]. https://youtu.be/qEgIHSOpqf4
  20. E. R. Geehan (Editor). Jerusalem and Athens. Critical Discussions on the Philosophy and Apologetics of Cornelius Van Til. Presbyterian and Reformed Publishing CO. 1971. P.17.
  21. Always ready, p.52.
  22. Dr. Jason Lisle. The ultimate proof of creation. Resolving the origins debate. Master Book, 7e druk, 2017. p.77-78.
  23. Ibid, p.78.
  24. Conelius van Til. The defense of the faith. resbyterian and Reformed Publishing CO. Phillipsburg, New Yerses, 3e editie, revised, 1967, p.100-101.
  25. R. J. Rushdoony. By What Standard. An analysis of the philosophy of Cornelius Van Til. halcedon Foundation, 2012 (1959).
  26. Always ready
  27. Ibid, p.70.
  28. Ibid, p.75.
  29. Cornelius van Til. A Survey of Christian Epistemology. Philadelphia: Presbyterian and Reformed, 1969 p.204.
  30. John Frame. Transcendental Arguments. https://frame-poythress.org/transcendental-arguments/ (ingezien op 17-7-2020)
  31. Ibid.
  32. Always ready, p.85.
  33. Cornelius van Til. A christian theory of knowledge. Presbyterian and Reformed, 1969, p.17.
  34. Bruce K. Waltke. An Old Testament Theology: An Exegetical, Canonical, and Thematic Approach. October 14, 2007, p.258.
  35. Deze absurditeit wordt heel mooi in de discussie tussen Sye Ten Bruggencate en Dr. Matt Hunt tentoongespreid. Wel jammer dat het geluid van Hunt te wensen over laat: https://youtu.be/xssYTZTxxXI
  36. Een mooi voorbeeld van 'presup in action' is Jeff Durbin, predikant / ouderling van Apologia Church in Tempe (een stad in de Amerikaanse staat Arizona), de oprichting in februari 2010, zie o.a.: <https://youtu.be/GpmU3xAmwWs /> <https://youtu.be/eyP8-Il50FE /> <https://youtu.be/MeUgQll4Y-U /> https://youtu.be/nYm_Qm1_uhc / https://youtu.be/UciOzJFTjc8
  37. Vern Sheridan Poythress. Logic: A God-Centered Approach to the Foundation of Western Thought. Crossway, Wheaton, Illinois, 2013, p.84.
  38. AXJ. Transcendentale kritiek. https://presuppositionalisme.wordpress.com/2017/03/29/transcendentale-kritiek/ (ingezien op 12-7-2020)
  39. Verantwoord geloof, p.223.
  40. The ultimate proof of creation, p.38.
  41. Bahnsen GL (2007) Pushing the Antithesis: The Apologetics Methodology of Greg L. Bahnsen, American Vision, Powder Springs, GA, p.202.
  42. Dr. J.A Riemersma. Het evolutieargument van Plantinga: pragmatisch weerwoord. https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:Radix,20130601:newsml_1a45f6d15234c21d052faa0c0b804099 (ingezien op 16-4-2021)
  43. Ibid
  44. The ultimate proof of creation, p.54.
  45. Jason Lisle. Atheism: An Irrational Worldview. October 10, 2007. https://answersingenesis.org/world-religions/atheism/atheism-an-irrational-worldview/ (ingezien op 12-7-2020)
  46. Hiram R. Diaz III. No, the Laws of Logic Are Not Created. https://involutedgenealogies.wordpress.com/2013/01/18/no-the-laws-of-logic-are-not-created/ (ingezien op 22-7-2020).
  47. Hiram R. Diaz III. The Trinity and the Laws of Logic. https://involutedgenealogies.wordpress.com/2014/01/09/the-trinity-and-the-laws-of-logic/ (ingezien op 22-7-2020)
  48. Illustratief is het debat tussen dr. Greg Bahnsen en dr. Gordon Stein uit 1985. De hamvraag daarbij is volgens Bahnsen: "What I want you to do tonight is to go home and consider whether there isn't something to that: Why is it that some people continue to use laws of logic, morality, science, and yet they have a worldview that just clashes with that; and [yet] they just won't do anything to resolve that contradiction."
  49. Cornelius Van Til, The Case for Calvinism p.147-148.
  50. Chalcedon. Van Til's Illustrations. https://chalcedon.edu/magazine/van-tils-illustrations (ingezien op 12-7-2020)
  51. The ultimate proof of creation, p.56-57. Lisle bespreekt in zijn boek ook andere mogelijke reacties, waarna een weerlegging volgt.
  52. Zo verklaarde Kepler over de grondslag van zijn ontdekkingen: "Ik was alleen Gods gedachten na hem aan het denken. Aangezien astronomen priesters zijn van de allerhoogste God ten aanzien van het boek der natuur, doet het nut om bedachtzaam te zijn, niet gericht op de glorie van gedachten, maar enkel en alleen op de heerlijkheid van God." Wikipedia. Johannes Kepler. https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Kepler (ingezien op 24-7-2020)
  53. A Christian Theory of Knowledge, p.16.
  54. The ultimate proof of creation, p.60.
  55. André Berntz. Wat is het literaire genre van Genesis 1-11? https://logos.nl/is-literaire-genre-genesis-1-11/ (ingezien op 15-7-2020)
  56. Answers in Genesis. Adam and Eve. https://answersingenesis.org/adam-and-eve/ (ingezien op 15-7-2020)
  57. Trouw. ’De evolutietheorie is een verhaal, geen natuurwetenschap’. https://www.trouw.nl/nieuws/de-evolutietheorie-is-een-verhaal-geen-natuurwetenschap~bfbef91d/ (ingezien op 20-7-2020)
  58. In een krantenartikel naar aanleiding van de rede waarmee Abraham Kuyper (1837-1920) het rectoraat van 'zijn' VU in 1899 overdroeg, wordt het evolutiestelsel een 'philosofeem' genoemd: "Hiermede wordt niet ontkend, dat de studie der darwinistische school een belangrijke kennis van feiten leverde en een dieper blik in het bestaan en in de eenheid der levenswereld gunde, maar het Evolutie-stelsel is niet het resultaat van deze feiten, maar een daaraan gekoppeld philosofeem." (Het Evolutie-dogma. Amsterdam, 20 October 1899.. "Sumatra-courant : nieuws- en advertentieblad". Padang, 25-11-1899, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 30-7-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011189596:mpeg21:p009)
  59. Frank de Graaff. Als goden sterven. De crisis van de westerse cultuur. Lemniscaat, Rotterdam, 2e druk 1970, p.120.
  60. In de Drie-eenheid is tevens het antwoord te vinden op het probleem van het Ene en het Vele (the problem of the One and the Many), zie bijvoorbeeld 'A Survey of Christian Epistemology' van Cornelius van Til. Hoe kan men pluraliteit verwachten in de eenheid van Allah?
  61. Martin Sulman. Objectieve morele waarden komen van een morele Wetgever, God. https://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/115303-objectieve-morele-waarden-komen-van-een-morele-wetgever-god.html (ingezien op 22-7-2020)
  62. Alpha & Omega Ministries. Debate: Is The NT Evil? (White vs Silverman). https://youtu.be/a4oNDSg_g-8?t=7449 (ingezien op 22-7-2020)
  63. Karlo Broussard. How to Refute Moral Relativism. https://www.catholic.com/magazine/online-edition/how-to-refute-moral-relativism (ingezien op 22-7-2020)
  64. Trouw. Moraal bij meerderheid van stemmen? https://www.trouw.nl/nieuws/moraal-bij-meerderheid-van-stemmen~baaef73d/ (ingezien op 24-7-2020)
  65. Allaboutphilosophy. Morele waarheid. https://www.allaboutphilosophy.org/dutch/morele-waarheid.htm (ingezien op 24-7-2020)
  66. De Griekse wijsgeer Anaximander, die van 611 tot 545 vóór Christus leefde, leerde bijvoorbeeld dat uit vochtige elementen, waar de zonnewarmte op inwerkte, de levende wezens waren ontstaan. Uit de slijkmassa kwamen eerst visgestalten tevoorschijn en hieruit ontstonden de landwezens, waartoe hij ook de mensen rekende. (Dr. W.J.A. Schouten. Evolutie. J.H. Kok N.V., kampen, 1935, p.11.)
  67. Charles Darwin: Descent of Man. p.99. https://en.wikisource.org/wiki/Page:Descent_of_Man_1875.djvu/115 (ingezien op 24-7-2020)
  68. Wikipedia. Inductie (filosofie). https://nl.wikipedia.org/wiki/Inductie_(filosofie) (ingezien op 22-7-2020)
  69. A.D. de Groot. Methodologie: Grondslagen van onderzoek en denken in de gedragswetenschappen. Den Haag, Mouton, 1966.
  70. The ultimate proof of creation, p.62-63.
  71. Wikipedia. Johannes Kepler. https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Kepler (ingezien op 24-7-2020)
  72. Het was de Britse wetenschapshistoricus, gespecialiseerd in de relatie tussen wetenschap en religie, John Hedley Brooke (1944), die heeft geanalyseerd op welke wijze godsdienstige opvattingen aan de ontwikkeling van de natuurwetenschap hebben bijgedragen, in zijn boek 'Science and religion: Some historical perspectives' (1991).Hij noemt zes verschillende aspecten, waarvan schrijver dezes er vier noemt aan de hand van de uitwerking van W.J. Ouweneel (1944) in 'De zesde kanteling' (2000): Martin Sulman. Christendom: christelijk fundament westerse beschaving. https://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/99725-christendom-christelijk-fundament-westerse-beschaving.html (ingezien op 24-7-2020)
  73. Aangehaald in: Robert A. Larmer. The Legitimacy of Miracle. Lexington Books, 2014, p.61-62.
  74. Logos Instituut. https://www.facebook.com/hetlogosinstituut/posts/3112316558990042 (ingezien op 2-7-2021)
  75. Ensie. Deïsme. https://www.ensie.nl/oosthoek1916/deisme (ingezien op 2-7-2021)
  76. Presuppositionalism 101. John Frame / Michael Martin Online Debate over TANG. https://presupp101.wordpress.com/tag/tag/ (ingezien op 2-7-2021)
  77. Presuppositionalism 101. John Frame / Michael Martin Online Debate over TANG. https://presupp101.wordpress.com/tag/tag/ (ingezien op 2-7-2021)
  78. Got Questions. Wat is Goddelijke voorzienigheid? https://www.gotquestions.org/Nederlands/Goddelijke-voorzienigheid.html (ingezien op 3-7-2021)
  79. Wikipedia. Wet (wetenschap). https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_(wetenschap) (ingezien op 3-7-2021)
  80. Justin Taylor. Is a Miracle a Violation of the Laws of Nature? https://www.thegospelcoalition.org/blogs/justin-taylor/miracle-violation-laws-nature/ (ingezien op 3-7-2021)
  81. Ibid.
  82. Answers in genesis. Did God Create Logic? https://answersingenesis.org/logic/did-god-create-logic/ (ingezien op 3-7-2021)
  83. Answers in genesis. God & Natural Law. https://answersingenesis.org/is-god-real/god-natural-law/ (ingezien op 3-7-2021)
  84. We destroy arguments, p.132.
  85. The ultimate proof of creation, p.68.
  86. Als goden sterven, p. 109.
  87. We destroy arguments, p.252.
  88. John Frame. Transcendental Arguments. https://frame-poythress.org/transcendental-arguments/ (ingezien op 17-7-2020)
  89. Voor deze en de volgende twee alinea's over 'waarheid' wordt vooral gebruikgemaakt van het boek 'We destroy arguments' van S. Feinstein, p.91-92.
  90. Henry M. Morris. The Mystery of Human Language. https://www.icr.org/article/mystery-human-language/ (ingezien op 17-7-2020)
  91. Pieter de Vries. Pascal over de noëtische gevolgen van de zondeval. https://logos.nl/pascal-over-de-noetische-gevolgen-van-de-zondeval/ (ingezien op 15-8-2022)
  92. Dr. P. de Vries. Het gezag van de Schrift (1): Hoe weten we dat de Bijbel het Woord van God is? https://oorsprong.info/het-gezag-van-de-schrift-1-hoe-weten-we-dat-de-bijbel-het-woord-van-god-is/ (ingezien op 27-12-2021)

Lees verder

© 2020 - 2024 Tartuffel, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Boek: Bruggen bouwen, apologetiek van Alister McGrathrecensieBoek: Bruggen bouwen, apologetiek van Alister McGrathHet boek ‘Bruggen bouwen’ beschrijft het vakgebied 'apologetiek' en is geschreven door de Engelse theoloog Alister McGra…
Het ChristendomHet ChristendomHet Christendom is de grootste religie ter wereld. Het is gebaseerd op het heilige boek van de Christenen: De Bijbel. Wa…
De betekenis van symbolen in de BijbelDe betekenis van symbolen in de BijbelDe Bijbel staat vol met symboliek. De taal die in de Bijbel wordt gebruikt kan meerdere betekenissen bevatten. De letter…
Het ontstaan van de Statenbijbel in de NederlandenHet ontstaan van de Statenbijbel in de NederlandenIn 1637 kwam de eerste Statenbijbel uit. Het eerste exemplaar was in prachtig paars fluweel gebonden en werd aan de Stat…

Beschermheilige van armen en daklozen – Benedictus LabreBeschermheilige van armen en daklozen – Benedictus LabreVan alle beschermheiligen in de Rooms-Katholieke Kerk is Benedictus Labre (1748 – 1783) een patroonheilige die tot de ve…
Beschermheilige tegen onweer – Donatus van MünstereifelBeschermheilige tegen onweer – Donatus van MünstereifelDe Rooms-Katholieke Kerk telt veel beschermheiligen. Gelovigen kunnen hen aanroepen ter bescherming tegen alle mogelijke…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: StockSnap, Pixabay
  • A.D. de Groot. Methodologie: Grondslagen van onderzoek en denken in de gedragswetenschappen. Den Haag, Mouton, 1966.
  • Allaboutphilosophy. Morele waarheid. https://www.allaboutphilosophy.org/dutch/morele-waarheid.htm (ingezien op 24-7-2020)
  • Alpha & Omega Ministries. 6/10/2014 Review of Portions of the Ten Bruggencate/Dillahunty Debate, Response to Max Andrews. https://youtu.be/TwjCGaAgCiE?t=1209 (ingezien op 22-7-2020)
  • Alpha & Omega Ministries. Debate: Is The NT Evil? (White vs Silverman). https://youtu.be/a4oNDSg_g-8?t=7449 (ingezien op 22-7-2020)
  • André Berntz. Wat is het literaire genre van Genesis 1-11? https://logos.nl/is-literaire-genre-genesis-1-11/ (ingezien op 15-7-2020)
  • Answers in Genesis. Adam and Eve. https://answersingenesis.org/adam-and-eve/ (ingezien op 15-7-2020)
  • Answers in Genesis. Dr. Jason Lisle. https://answersingenesis.org/bios/jason-lisle/ (ingezien op 4-7-2020)
  • Answers in genesis. Did God Create Logic? https://answersingenesis.org/logic/did-god-create-logic/ (ingezien op 3-7-2021)
  • Answers in genesis. God & Natural Law. https://answersingenesis.org/is-god-real/god-natural-law/ (ingezien op 3-7-2021)
  • Anthonygflood. A Debate on the Existence of God: Greg Bahnsen vs. George Smith (1991). https://anthonygflood.com/2020/06/a-debate-on-the-existence-of-god-greg-bahnsen-vs-george-smith-1991/ (ingezien op 4-7-2020)
  • Apologeticsindex. Five Apologetics Methods. http://www.apologeticsindex.org/374-five-apologetics-methods (ingezien op 19-7-2020)
  • AXJ. Transcendentale kritiek. https://presuppositionalisme.wordpress.com/2017/03/29/transcendentale-kritiek/ (ingezien op 12-7-2020)
  • Becket Cook: BiolaUniversity. Homosexuality & Culture [AS Lecture Series]. https://youtu.be/qEgIHSOpqf4 (ingezien op 30-7-2020)
  • Bruce K. Waltke. An Old Testament Theology: An Exegetical, Canonical, and Thematic Approach. October 14, 2007.
  • Chalcedon. Van Til's Illustrations. https://chalcedon.edu/magazine/van-tils-illustrations (ingezien op 12-7-2020)
  • Charles Darwin: Descent of Man. p.99. https://en.wikisource.org/wiki/Page:Descent_of_Man_1875.djvu/115 (ingezien op 24-7-2020)
  • Christipedia. Openbaring. http://www.christipedia.nl/Artikelen/O/Openbaring (ingezien op 21-8-2020)
  • CIP. Apologetiek in soorten en maten. https://cip.nl/10455-apologetiek-in-soorten-en-maten (ingezien op 12-7-2020)
  • Cornelius van Til. A christian theory of knowledge. Presbyterian and Reformed, 1969.
  • Cornelius van Til. A Survey of Christian Epistemology. Philadelphia: Presbyterian and Reformed, 1969.
  • Cornelius Van Til. An Introduction to Systematic Theology. Presbyterian and Reformed Publishing Company, 1974.
  • Cornelius Van Til, The Case for Calvinism. Presbyterian and Reformed, January 1, 1979.
  • Conelius van Til. The defense of the faith. resbyterian and Reformed Publishing CO. Phillipsburg, New Yerses, 3e editie, revised, 1967.
  • Darius Viet en Karin Viet. The Source of Moral Absolutes. https://answersingenesis.org/morality/the-source-of-moral-absolutes/ (ingezien op 22-7-2020)
  • Defence of Faith. The Toothpaste Proof of God’s Existence. https://defenseofaith.wordpress.com/2015/10/29/the-toothpaste-proof-of-gods-existence/ (ingezien op 22-7-2020)
  • De kennis van goed en kwaad, gedachtewisseling tusschen prof.dr. G. Heymans, ds. F.J. de Holl en prof. Mr. R. Kranenburg, 1928.
  • Digibron. Van god ingegeven. https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/4cee01d025820febc118aef658ff4905 (ingezien op 30-7-2020)
  • Drcraigvideos. Does science prove everything? https://youtu.be/vxJQe_FefxY (ingezien op 24-7-2020)
  • Dr. J.A Riemersma. Het evolutieargument van Plantinga: pragmatisch weerwoord. https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:Radix,20130601:newsml_1a45f6d15234c21d052faa0c0b804099 (ingezien op 16-4-2021)
  • Dr. Joseph R. Nally, Jr.. What is Presuppositional Apologetics? https://thirdmill.org/answers/answer.asp/file/40215 (ingezien op 7-7-2021)
  • Dr. K. Scott Oliphint. Understanding Cornelius Van Til. (Lezing) https://youtu.be/zNn16CYOna8 (ingezien op 15-3-2021)
  • Dr. P. de Vries. Het gezag van de Schrift (1): Hoe weten we dat de Bijbel het Woord van God is? https://oorsprong.info/het-gezag-van-de-schrift-1-hoe-weten-we-dat-de-bijbel-het-woord-van-god-is/ (ingezien op 27-12-2021)
  • Dr. P. de Vries. Het onfeilbare Woord. Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 1991.
  • Dr. P. de Vries. Tot de gehoorzaamheid van Christus. Het christelijk geloof verdedigd en uiteengezet door Cornelius van Til. De Banier, Utrecht, 2001.
  • Dr. W.J.A. Schouten. Evolutie. J.H. Kok N.V., kampen, 1935.
  • Een in Waarheid. Apologie van Bijbelse scheppingsverslagen. http://www.eeninwaarheid.info/Printdoc.php?item=1710 (ingezien op 13-6-2022)
  • Ensie. Deïsme. https://www.ensie.nl/oosthoek1916/deisme (ingezien op 2-7-2021)
  • E. R. Geehan (Editor). Jerusalem and Athens. Critical Discussions on the Philosophy and Apologetics of Cornelius Van Til. Presbyterian and Reformed Publishing CO. 1971.
  • Frank de Graaff. Als goden sterven. De crisis van de westerse cultuur. Lemniscaat, Rotterdam, 2e druk 1970.
  • Godsbewijzen.net. Als God niet bestaat, dan bestaan er geen objectieve morele waarden en plichten. http://www.godsbewijzen.net/1-als-god-niet-bestaat-dan-bestaan-er-geen-objectieve-moraal.html (ingezien op 24-7-2020)
  • Got Questions. Wat betekent het om geestelijk dood te zijn? https://www.gotquestions.org/Nederlands/geestelijk-dood.html (ingezien op 7-7-2021)
  • Got Questions. Wat is Goddelijke voorzienigheid? https://www.gotquestions.org/Nederlands/Goddelijke-voorzienigheid.html (ingezien op 3-7-2021)
  • Greg L. Bahnsen. Always ready: Directions for defending the fairth. Edited by Robert R. Booth. Covenant Media, 1996. Print on demand edition 2018.
  • Greg L. Bahnsen (2007) Pushing the Antithesis: The Apologetics Methodology of Greg L. Bahnsen, American Vision, Powder Springs, GA.
  • Henry M. Morris. The Mystery of Human Language. https://www.icr.org/article/mystery-human-language/ (ingezien op 17-7-2020)
  • Het Evolutie-dogma. Amsterdam, 20 October 1899.. "Sumatra-courant : nieuws- en advertentieblad". Padang, 25-11-1899, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 30-7-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011189596:mpeg21:p009
  • Hongarije Geologie. Inleiding. https://www.hongarijegeologie.nl/inleiding/ (ingezien op 4-12-2020)
  • Jason Lisle. Atheism: An Irrational Worldview. October 10, 2007. https://answersingenesis.org/world-religions/atheism/atheism-an-irrational-worldview/ (ingezien op 12-7-2020)
  • Jason Lisle. The ultimate proof of creation. Resolving the origins debate. Master Book, 7e druk, 2017
  • J.G. Feenstra. geloofsbelijdenis. J.H. Kok NV, Kampen, 2e druk, 1947.
  • John Frame. Transcendental Arguments. https://frame-poythress.org/transcendental-arguments/ (ingezien op 17-7-2020)
  • J. P. Moreland. What Are the Three Laws of Logic? https://arcapologetics.org/three-laws-logic/ (ingezien op 12-7-2020)
  • Justin Taylor. Is a Miracle a Violation of the Laws of Nature? https://www.thegospelcoalition.org/blogs/justin-taylor/miracle-violation-laws-nature/ (ingezien op 3-7-2021)
  • Herziene Statenvertaling (HSV)
  • Hiram R. Diaz III. No, the Laws of Logic Are Not Created. https://involutedgenealogies.wordpress.com/2013/01/18/no-the-laws-of-logic-are-not-created/ (ingezien op 22-7-2020)
  • Hiram R. Diaz III. The Trinity and the Laws of Logic. https://involutedgenealogies.wordpress.com/2014/01/09/the-trinity-and-the-laws-of-logic/ (ingezien op 22-7-2020)
  • HSV-Studiebijbel. Jongbloed, Heerenveen, 2e druk, 2015.
  • J.H. Brooke: Science and religion: Some historical perspectives, Cambridge, 1991.
  • Karlo Broussard. How to Refute Moral Relativism. https://www.catholic.com/magazine/online-edition/how-to-refute-moral-relativism (ingezien op 22-7-2020)
  • Logos Instituut. https://www.facebook.com/hetlogosinstituut/posts/3112316558990042 (ingezien op 2-7-2021)
  • Loke, A. T. E. (2018). A Response to John Frame’s Presuppositional Approach to Faith and Reason, Journal of Reformed Theology, 12(4), 356-376. doi: https://doi.org/10.1163/15697312-01204008
  • Martin Sulman. Christendom: christelijk fundament westerse beschaving. https://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/99725-christendom-christelijk-fundament-westerse-beschaving.html (ingezien op 24-7-2020)
  • Martin Sulman. Objectieve morele waarden komen van een morele Wetgever, God. https://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/115303-objectieve-morele-waarden-komen-van-een-morele-wetgever-god.html (ingezien op 22-7-2020)
  • Martin Sulman. Presuppositionalisme en atheïsme. https://mens-en-gezondheid.nl/home/geloof/presuppositionalisme-en-atheisme/ (ingezien op 18-11-2023)
  • Naardense Bijbel
  • Nieuwe Bijbelvertaling (NBV)
  • NRC. Moderne filosofie als kop van jut. https://www.nrc.nl/nieuws/2013/06/21/moderne-filosofie-als-kop-van-jut-1258779-a169454 (ingezien op 17-7-2020)
  • Peter Maria van der Staal. Toekomst onderzoek en wetenschap: Over de grondslagen van wetenschappelijke methoden en technieken van toekomstonderzoek. Delft: Delftse Universitaire Pers. 1988.
  • Pieter de Vries. Pascal over de noëtische gevolgen van de zondeval. https://logos.nl/pascal-over-de-noetische-gevolgen-van-de-zondeval/ (ingezien op 15-8-2022)
  • Prekenindex. Wat is presuppositionele apologetiek? https://youtu.be/5jw_68OCqRw (ingezien op 4-7-2020)
  • Presuppositionalism 101. John Frame / Michael Martin Online Debate over TANG. https://presupp101.wordpress.com/tag/tag/ (ingezien op 2-7-2021)
  • Prof. dr. H.A. Bakker, dr. M.J. Kater en dr. W. van Vlastuin (red.). Verantwoord geloof – Handboek Christelijke Apologetiek. Brevier uitgeverij Kampen, 2014.
  • Red Grace Media. Where Most Apologetics Goes Wrong! https://youtu.be/zdypFILKJtA
  • R. J. Rushdoony. By What Standard. An analysis of the philosophy of Cornelius Van Til. halcedon Foundation, 2012 (1959).
  • R. Shane Hartley. A Defense of Presuppositional Apologetics and Its Practical Application to the Public University Campus. A thesis Submitted to the faculty in partial fulfillment of the requirements for the degree of Masters of Religion at Reformed Theological Seminary. Charlotte, North Carolina, February 2017.
  • Robert A. Larmer. The Legitimacy of Miracle. Lexington Books, 2014.
  • Stephen Feinstein. We destroy arguments. How presuppositional apologetics empowers the believer to refute unbelief. Advantage Books, Longwood, Florida, USA, 2015.
  • The gospel coalition. The Self Attestation of Scripture and Internal Witness of the Holy Spirit. https://www.thegospelcoalition.org/essay/self-attestation-scripture-internal-witness-holy-spirit/ (ingezien op 30-7-2020)
  • TheThinkingAtheist. The Refining Reason Debate: Matt Dillahunty VS Sye Ten Bruggencate. YouTube, 3 juni 2014. https://youtu.be/OL8LREmbDi0 (ingezien op 21-7-2020)
  • Trouw. ’De evolutietheorie is een verhaal, geen natuurwetenschap’. https://www.trouw.nl/nieuws/de-evolutietheorie-is-een-verhaal-geen-natuurwetenschap~bfbef91d/ (ingezien op 20-7-2020)
  • Trouw. Moraal bij meerderheid van stemmen? https://www.trouw.nl/nieuws/moraal-bij-meerderheid-van-stemmen~baaef73d/ (ingezien op 24-7-2020)
  • Trouw. Pinchas Lapide 1922-1997. https://www.trouw.nl/nieuws/pinchas-lapide-1922-1997~b5abbb76/ (ingezien op 7-7-2021)
  • Vern Sheridan Poythress. Logic: A God-Centered Approach to the Foundation of Western Thought. Crossway, Wheaton, Illinois, 2013
  • Wikipedia. Cornelius Van Til. https://en.wikipedia.org/wiki/Cornelius_Van_Til (ingezien op 4-7-2020)
  • Wikipedia. Correspondentietheorie. https://nl.wikipedia.org/wiki/Correspondentietheorie (ingezien op 17-7-2020)
  • Wikipedia. Evidential apologetics. https://en.wikipedia.org/wiki/Evidential_apologetics (ingezien op 4-7-2020)
  • Wikipedia. Frank de Graaff. https://nl.wikipedia.org/wiki/Frank_de_Graaff (ingezien op 22-7-2020)
  • Wikipedia. Greg Bahnsen. https://en.wikipedia.org/wiki/Greg_Bahnsen (ingezien op 4-7-2020)
  • Wikipedia. Johannes Kepler. https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Kepler (ingezien op 24-7-2020)
  • Wikipedia. Inductie (filosofie). https://nl.wikipedia.org/wiki/Inductie_(filosofie) (ingezien op 22-7-2020)
  • Wikipedia. Matt Dillahunty. https://nl.wikipedia.org/wiki/Matt_Dillahunty (ingezien op 21-7-2020)
  • Wikipedia. Naskh (tafsir). https://en.wikipedia.org/wiki/Naskh_(tafsir)#cite_note-BWRWSIL1993:305-184 (ingezien op 25-7-2020)
  • Wikipedia. Pragmatisme. https://nl.wikipedia.org/wiki/Pragmatisme (ingezien op 17-7-2020)
  • Wikipedia. Presuppositional apologetics. https://en.wikipedia.org/wiki/Presuppositional_apologetics (ingezien op 4-7-2020)
  • Wikipedia. Tanzih. https://en.wikipedia.org/wiki/Tanzih (ingezien op 20-7-2020)
  • Wikipedia. Transcendental argument for the existence of God. https://en.wikipedia.org/wiki/Transcendental_argument_for_the_existence_of_God (ingezien op 19-7-2020)
  • Wikipedia. Wet (wetenschap). https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_(wetenschap) (ingezien op 3-7-2021)
  • Wikipedia. Wet van de non-contradictie. https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_de_non-contradictie (ingezien op 12-7-2020)
  • Wikipedia. Wet van de uitgesloten derde. https://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_de_uitgesloten_derde (ingezien op 12-7-2020)
  • Willem J. Ouweneel: De zesde kanteling - Christus en 5000 jaar denkgeschiedenis, Barnabas, Heerenveen, 2000.
  • Afbeelding bron 1: Dream Perfection/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 2: Onbekend, Wikimedia Commons (CC0)
  • Afbeelding bron 3: Alpha & Omega Ministries, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0)
  • Afbeelding bron 4: ReasonableFaith.org, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)
  • Afbeelding bron 5: Reineke, Engelbert, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • Afbeelding bron 6: Qimono, Pixabay
  • Afbeelding bron 7: Rembrandt, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 8: Mike Flippo/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 9: Billion Photos/Shutterstock.com
  • Afbeelding bron 10: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-4.0)
  • Afbeelding bron 11: Túrelio, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.0)
  • Afbeelding bron 12: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
  • Afbeelding bron 13: Onbekend, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • Afbeelding bron 14: Julia Margaret Cameron, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 15: Unidentified painter, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 16: SVG version by Bouwe Brouwer, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Tartuffel (2.972 artikelen)
Laatste update: 29-02-2024
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Religie
Bronnen en referenties: 117
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.