Torastudie: Verschil menora en chanoeka – Numeri 8:2
De essentie van ons doel in het leven is om licht te verspreiden: elke keer wanneer een Jood een mitswa (plicht uit de Tora) vervult wordt een lamp aangestoken waarbij de wereld verlicht wordt met de wijsheid en harmonie van de Schepper. Deze wijsheid is terug te vinden in de Tenach, Spreuken 6:23: “Want een mitswa is een lamp, en Tora, licht.” Elke mitswa is een lamp maar er zijn twee mitswot die fysiek licht verspreiden: de lampen van de menora en de lampen van de chanoeka. De kaarsen van de menora werden elke middag in de Heilige Tempel aangestoken; de kaarsen van de chanoeka worden bij het invallen van de avond tijdens het achtdaagse chanoekafeest aangestoken.
Numeri 8:2
“Zeg tegen Aharon dat hij de lampen zo op de standaard zet dat het licht van alle zeven lampen naar voren valt.”
Bron: TuendeBede, PixabayWat is een menora?
Kandelaar in de Heilige Tempel
De menora is een gouden kandelaar of Luchter die in het Heilige deel van de Tabernakel en Tempel (Heichal) stond. Het licht van de kandelaar moet gestadig onderhouden en elke dag vernieuwd worden, in de morgen en avond. Het wordt daarom gestadig licht genoemd (nér-tamied in het Hebreeuws hetgeen letterlijk betekent 'eeuwig licht').
Vorm van de menora-kandelaar
In de synagoge is het nér-tamied een herinnering aan de menora in de oude heiligdommen. Het is slechts een herinnering omdat er in de synagoge geen altaar en toonbrood is. Ook heeft de nér-tamied niet dezelfde vorm als de menora. De menora-kandelaar heeft een middenschacht. Aan weerszijden van de schacht steken drie stangen uit, in boogvorm naar boven gericht. In de horizontale rechte lijn van de middenstang en de zes zijstangen zitten lichtblokjes voor olijfolie waar zeven vlammetjes branden. De gouden luchter is massief en heeft kelken, knoppen en bloemen ter versiering.
Bron: OpenClipart Vectors, PixabayWat is een chanoeka?
Chanoeka heeft de vorm van de menora
De chanoeka heeft de vorm van de oude menora uit de Tabernakel en Tempel. Het wordt gebruikt tijdens het
Inwijdingsfeest dat acht dagen duurt. De eerste avond wordt er één kaars ontstoken. Iedere avond komt er een kaarsje bij. Op de achtste avond branden er acht kaarsen.
Acht lichtpunten
De chanoeka-lamp is gemaakt van blik, koper of zilver. Het verschil met de menora is dat de chanoeka-lamp acht lichtpunten heeft in plaats van zeven. Op de middenstang van boven komt geen licht maar een versiering. Alleen de acht uiteinden dragen lichtkokertjes. Er bestaat geen voorschrift voor het gebruik van (olijf)olie zoals bij de menora. Het is zelfs niet noodzakelijk om een kandelaar te gebruiken. Men kan ook acht afzonderlijke bakjes of lampjes op een rij laten branden.
Thuis en in de synagoge
Het chanoeka-licht wordt zowel thuis als in de synagoge ontstoken. In de synagoge wordt vrijwel overal de kandelaar gebruikt. De chazan zingt de lof van God:
”Die ons godsdienstplichten tot levensheiliging heeft opgelegd en uit Wiens Naam en tot Wiens Eer ons ook het ontsteken van dit chanoeka-licht geboden is. De Heer, de Koning der Wereld, Die de vaderen toenmaals zo wonderbaar heeft bijgestaan.” Ook wordt op de eerste avond God dank gezegd:
”Die ons het leven heeft geschonken en gelaten en ons dit tijdstip weer heeft doen bereiken.”
Sjammasj
Met de Sjammasj, de dienaar van het licht, worden de kaarsen ontstoken. Dit geldt zowel voor thuis als voor in de synagoge.
De Makkabeeën
De mitswa om de chanoeka-lichten aan te steken wordt ingesteld na de militaire overwinning van de Makkabeeën op de Hellenisten in de tweede eeuw voor het begin van de gewone jaartelling. Het is ook een Joods spirituele overwinning op de heidense Grieken die de Tempel hadden ontheiligd. Nadat de Grieken het land uit zijn verjaagd wordt de Tempel opnieuw ingewijd. Er wordt door de Makkabeeën gezocht naar pure olie om de lampen van de Menora, die volgens de Talmoed de hele wereld spiritueel verlichten, mee aan te steken. Ze vinden de olie en branden daarmee de Menora voor acht dagen. Sindsdien vieren Joden elke winter het chanoeka feest acht dagen lang.
Waarom zijn er verschillen tussen de menora en chanoeka?
Waarom hebben de Joodse wijzen onderscheid gemaakt tussen het aansteken van de menora en van de chanoeka? Om dat uit te leggen moet gekeken worden naar
Genesis 1:4-5 waarin G'd het licht scheidde van de duisternis en het licht dag noemde en de duisternis nacht. Hiermee wilde G'd contrast en uitdaging in Zijn wereld scheppen. Hij wil dat de mens de dag cultiveert en de nacht sublimeert; om met het goede het kwade te transformeren. Dit gebeurt met de menora in de Tempel: aangestoken gedurende de dag waarbij de stralen diep in de nacht schijnen; het g'ddelijk licht straalt in de wereld.
Maar er zijn tijden dat we niet vanuit de dag de nacht kunnen verlichten. Op zulke momenten moeten we ons wenden tot de avond als bron van licht. “We moeten zoeken naar de verborgen enkele karaf van pure olie, voor de onbesmette en onafwendbare essentie van de schepping. We moeten ons onder de oppervlakterealiteiten van dag en avond begeven om de oeroude singulariteit van licht en duisternis te ontrafelen.” De menora wordt verplaatst van de Heilige Tempel naar de straat en van dag naar avond.
Verschillen in ruimte en tijd tussen de menora, Shabbatskaarsen en chanoeka
- Wat betreft ruimte: de menora stond in de Tempel; de Shabbatskaarsen in huis; en de chanoeka voor het raam (de grens tussen het huis en de straat).
- Wat betreft tijd: de menora werd aangestoken aan het begin van de middag; de Shabbatskaarsen 18 minuten voor zonsondergang; en de chanoeka nadat de avond is gevallen. Dit komt ook overeen met het instellen van de gebruiken. De mitswa van de menora dateert vanaf de Sinaï; de mitswa van de Shabbatskaarsen is later door de Rabbijnen ingesteld (alhoewel Sarah en Rebecca er al mee begonnen waren maar toen was het nog niet verplicht); en de mitswa van de chanoeka dateert van 21 eeuwen geleden.
Cyclus en omtrek
De zeven lampen van de menora verwijzen naar de zeven dagen van de schepping met behulp van de zeven g'ddelijke attributen (sefirot). Zeven is het overheersende getal in alle natuurlijke cycli en processen. Het vertegenwoordigt de natuurlijke orde. De acht lampen van de chanoeka verwijzen naar de omtrek. Ze vertegenwoordigen het streven naar een hogere realiteit - een realiteit waarin duisternis een andere straal van g'ddelijke waarheid is (d.w.z. vanuit een g'ddelijk perspectief is de duisternis een andere vorm van licht en een dieper soort licht). Het getal acht overstijgt daarom de natuurlijke orde. Het voordeel van de chanoeka lampen is dat de Joden zelfs in ballingschap licht en verlossing kunnen brengen. Uiteindelijk tot de definitieve en volledige verlossing waar we zullen zien dat de ballingschap onderdeel was van het bouwproces.