Torastudie: de Levieten – Numeri 3:1-4:6

In deze Torastudie bespreken we Numeri 3:1-2 (de generaties van Aharon en Mozes); Numeri 3:12 en 3:39 (de Levieten); Numeri 4:5-6 (de Ark). Omdat de zonen van Mozes de Exodus niet hebben meegemaakt werden de zonen van Aharon de leiders van Israël. De Levieten waren geen slaven in Egypte en groeiden door natuurlijke bevolkingsgroei minder hard dan de andere stammen die werden versterkt door God om zich te weren tegen de Egyptische slavernij. De ziel kent net als de Ark drie lagen.

Tekst Numeri 3:1 – 4:6

En dit zijn de geslachten van Aharon en Mozes ten dage, waarop de Eeuwige met Mozes heeft gesproken op de berg Sinaï. En dit zijn de namen der zonen van Aharon: de eerstgeborenen Nadab, en Abiehu, El'azar en Iethamar.
…..
…..
Dit is de dienst der zonen van Kehath bij de tent der samenkomst: het allerheiligste Aharon en zijn zonen zullen namelijk komen bij het optrekken van het leger en afnemen het voorhangsel ter beschutting, en daarmede bedekken de arke van het getuigenis. En daarover zullen zij een bedekking van Tachash-vel doen en daarover uitspreiden een kleed, geheel van purperblauwe wol, en de draagbomen eraan leggen.

Tekst in het Hebreeuws

א וְאֵלֶּה תּוֹלְדֹת אַהֲרֹן וּמֹשֶׁה בְּיוֹם דִּבֶּר יְהוָה אֶת-מֹשֶׁה בְּהַר סִינָי. ב וְאֵלֶּה שְׁמוֹת בְּנֵי-אַהֲרֹן הַבְּכֹר נָדָב וַאֲבִיהוּא אֶלְעָזָר וְאִיתָמָר.
.....
.....
ד זֹאת עֲבֹדַת בְּנֵי-קְהָת בְּאֹהֶל מוֹעֵד קֹדֶשׁ הַקֳּדָשִׁים. ה וּבָא אַהֲרֹן וּבָנָיו בִּנְסֹעַ הַמַּחֲנֶה וְהוֹרִדוּ אֵת פָּרֹכֶת הַמָּסָךְ וְכִסּוּ-בָהּ אֵת אֲרֹן הָעֵדֻת. ו וְנָתְנוּ עָלָיו כְּסוּי עוֹר תַּחַשׁ וּפָרְשׂוּ בֶגֶד-כְּלִיל תְּכֵלֶת מִלְמָעְלָה וְשָׂמוּ בַּדָּיו.

Numeri 3:1-2

En dit zijn de geslachten van Aharon en Mozes.... Nadab, en Abiehu, El'azar en Iethamar.

generaties van Aharon en Mozes

Aharon kreeg de zonen en Mozes onderwees hen en ze werden bij Mozes' naam genoemd. De zonen van Mozes deelden niet in het leiderschap van Israël. Zij waren in Midian bij Jetro, de schoonvader van Mozes. Zij hebben niet de Exodus uit Egypte meegemaakt en zijn ook niet door de Rietzee getrokken.

Dat de naam van Aharon soms eerder wordt genoemd dan de naam van Mozes is om duidelijk te maken dat beiden even belangrijk zijn.

Numeri 3:12

En Ik, zie, Ik heb Mij de Levieten genomen uit het midden der kinderen Israëls.... nu zullen de Levieten Mij toebehoren.

Iedereen die God dient wordt beloond

Niet alleen uit de stam Levi, maar elk mens op aarde die God dient zal geheiligd zijn en God zal hem belonen zoals Hij de priesters en de Levieten beloont.

Numeri 3:39

Al de gemonsterden der Levieten....waren twee en twintig duizend

Levieten geen slaven in Egypte

Er waren 22.000 Levieten van 1 maand en ouder; 8000 Levieten van 30 jaar of ouder (Numeri 4:48). Vanaf 20 jaar en ouder zijn het aantal Levieten niet meer dan de helft van de andere kleinste stam. Dit komt omdat de Levieten geen slaven waren in Egypte zoals de andere stammen. God heeft de andere stammen extra doen laten groeien (Exodus 1:12) om zich te weren tegen de Egyptenaren. De stam Levi groeide slechts op natuurlijke wijze.

Numeri 3:46-47

En als losgeld voor de tweehonderd drie en zeventig, die er meer dan Levieten zijn aan eerstgeborene onder de kinderen Israëls zult gij nemen vijf sikkelen per hoofd, naar den sikkel van het heiligdom zult gij nemen, twintig géra de sikkel.

zelf 'verlossen'

Er waren 22.300 Levieten: 7.500 Gershonieten, 8600 Kehatieten, 6200 Merrarieten (300 meer dan het totale aantal Levieten. Waarom worden deze niet bij de rest ingesloten voor de verlossing van de eerstgeborene zodat de extra 273 niet verlost hoeven te worden? Deze 300 waren zelf eerstgeborenen die zichzelf moesten 'verlossen'.

Mozes vroeg zich af hoe hij tegenover Israël moest handelen. Hij nam 22.000 strookjes en schreef op elk 'Leviet'. En op 273 andere schreef hij 'vijf shekels'. Ieder moest een lootje trekken. Wie de naam 'Leviet' trok was door een Leviet gelost en wie 'vijf shekels' trok moest zelf betalen.

Numeri 4:5-6

Aharon en zijn zonen zullen namelijk komen bij het optrekken van het leger en afnemen het voorhangsel ter beschutting, en daarmede bedekken de arke van het getuigenis. En daarover zullen zij een bedekking van Tachasch-vel doen daarover uitspreiden een kleed, geheel van purperblauwe wol, en de draagbomen eraan leggen.

de ziel – de Ark

Net zoals de Ark kent de ziel drie lagen:

1. ego – het materialistische karakter (menselijke aard);
2. ligt in het lichaam (fysiek);
3. geplaatst in een fysieke wereld dat verdonkert en vervormt de Goddelijke realiteit (wereld).

Zolang de Ark in het Heilige der Heiligen stond hoefde het niet bedekt te worden. Maar zodra het werd verplaatst wel. Hetzelfde geldt voor de ziel. De ziel moet ontdekt worden zodat het een hechtere band heeft met God.

Nadere toelichting op bovenstaande Joodse commentaren

We gaan nader in op de rol van de Levieten. Zoals we reeds eerder meldden hoefde deze groep geen slavenarbeid in Egypte te verrichten (dit staat in de Midrash Tanchuma). Het valt op te maken uit het feit dat Mozes en Aharon vrijelijk konden rondlopen in Egypte. Ze konden zelfs de Farao ontmoeten. Omdat de stam Levi tot de priester klasse behoorde werden de leden van de stam niet tot slaaf gemaakt. Er worden hiervoor drie verklaringen gegeven.

1. Farao wist van tevoren dat hij gestraft zou worden door God. Hij hoopte zijn straf te ontlopen door de Levieten God te laten dienen.
2. Farao wist dat elke natie spirituele leiders nodig had.
3. De Levieten hadden van Jakob de opdracht gekregen om de Ark van God te dragen. Omdat de Joden eerst vrijwillig voor Farao werkten (pas later werd het verplicht), kozen de Levieten ervoor om geen stenen voor Farao te dragen.

De Levieten werden door God uitverkoren om het volk spiritueel te leiden. Zij hadden de Tora academie van Jakob in Goshen overgenomen en onderwezen de kinderen van Israël. Zij mengden zich niet met de Egyptenaren. De andere Israëlieten assimileerden wel. Ook kregen de Levieten de speciale status omdat zij de enige stam waren die niet het Gouden Kalf aanbeden hadden. Oorspronkelijk had God alle eerstgeborenen uitgekozen om het volk spiritueel te leiden. Maar dat kon niet meer na de aanbidding van het Gouden Kalf (zie Numeri 8:16-18). Binnen de Levieten is een aparte groep: de kohaniem (priesters). De afstammelingen van Aharon zijn de priesters. De vader van Aharon was Amram en diens vader Kehot, de tweede zoon van Levi.

Samenvatting - vragen

Om voor uzelf te controleren of u de tekst goed begrepen heeft volgt hier een aantal vragen. De antwoorden vindt u terug in bovenstaande tekst.

1. Waarom deelden de zonen van Mozes niet in het leiderschap van Israël?
2. Hoe wordt duidelijk dat Mozes en Aharon even belangrijk waren?
3. Waarom waren de Levieten geen slaven in Egypte?
4. Waarom maakte Farao van de Levieten geen slaven?
5. Waarom hebben de Levieten de eerstgeborenen vervangen als spirituele leiders van Israël?
6. Welke lagen kent de ziel?