Joods gebed: bidden en gebed in de Joodse traditie
Waar gaat het in het Joodse gebed in wezen om? Het gaat niet om de behoefte van de mens maar om het verlangen van God. God heeft dit in de Tora via een gebod kenbaar gemaakt. Van zichzelf uit heeft de mens eigenlijk niet het recht om God te loven en is hij daartoe ook niet in staat. Er zijn twee vormen van gebed: gebed van expressie en gebed van empathie. Dat laatste is het formulier-gebed dat bestaat uit gebedservaring van vele generaties. Het bidden is niet alleen iets dat we doen maar ook iets dat ons gebeurt. De woorden richten zich zowel tot God als tot onszelf. Er is een dialoog met God en daarom moet het uit het hart komen. Dit moet je dagelijks trainen.
Wortel van het gebed is het verlangen van God
Abraham Jozua Heschel meldt dat Gods verlangen dat de mens bidt groter is dan de mens die verlangt naar bidden. Het gebed is alleen belangrijk omdat God dit wil. Zou God het niet willen dan is het gebed lachwekkend. Rabbi Jitschak meldt dat aartsvader Izaäk onvruchtbaar was omdat God wilde dat hij bad. God verlangt het gebed van de rechtvaardige.
Bidden is een plicht
In Exodus 23:25 staat dat de Joden God moeten dienen. In Deuteronomium staat dat God met heel het hart gediend moet worden. Alleen via het gebed kan God met heel het hart gediend worden.
Het gebed is een antwoord
Eigenlijk is de mens niet in staat om tot God te bidden. Hij heeft daar ook niet het recht toe. Maar God heeft eerst tot de mens gesproken en dus moeten we ons tot Hem wenden. Het gebed is een antwoord.
Gebed van expressie en gebed van empathie
Bij het gebed van expressie leggen we onze noden aan God voor. Het is de drang om te bidden die leidt tot het gebed. Pas daarna het woord.
Bij het gebed van empathie is sprake van een formulier-gebed. Hier komt het woord eerst en daarna het gevoel. Een voorbeeld van zo'n gebed is het Achttiengebed. De woorden van dit en andere formulier-gebeden zijn gebaseerd op gebedservaring van vele generaties van de wijste en rechtvaardigste Joden. Duizenden generaties mensen hebben hun denken en voelen eraan gezuiverd.
Het gebed gebeurt ons
Het gebed dringt zich voorwaarts door hoogten en diepten. Het gaat van woord naar woord, van gedachte naar gedachte en van gevoel naar gevoel, zo meldt Abraham Jozua Heschel. We komen op een niveau waar woorden schatten zijn en betekenissen diep verborgen liggen.
Woorden van het gebed richten zich ook tot ons
Wat we aan God vragen of van God gezegd wordt is gelijktijdig een opdracht voor de mens. Zo is een tafelgebed en lofzegging waarin God de wereld voedt en geeft Hij ons de opdracht dat waar te maken. Het gebed confronteert ons dus met een opdracht. Het gebed is een dialoog tussen God en ons.
Gebed moet werken in ons leven
Wanneer we bidden gaat het niet alleen om de woorden, maar ook dat die woorden gaan werken in ons leven.
Gebed moet uit het hart komen
God verlangt het hart. We moeten met goede gedachte werken en die richten op God. Het gaat om kawwana ('gerichtheid des harten'). Het gaat om aandacht voor God.
Oefenen in het bidden
Net zoals je moet leren een muziekinstrument te bespelen moet je ook leren om te bidden. Zo wordt het Achttiengebed drie keer per dag ('s morgens, 's middags, 's avonds) gereciteerd. Op drie momenten van de dag staat de Jood stil bij zijn opdracht in het leven.
Bidden in het meervoud
Het Achttiengebed is, net als andere formulier-gebeden, geformuleerd in het meervoud. Hoewel het gebed een persoonlijke zaak is mag de mens zich niet isoleren van de gemeenschap. Het is zelfs gevaarlijk om alleen te bidden. Dit is on-vroom. Onze relatie tot God is een 'Wij tot een Gij relatie'. Gebed is een zaak van de enkeling, gedragen door de gemeenschap.
Gebed is voor de mens
Wij hebben het gebed nodig om niet te vergeten dat God ons nodig heeft.