Joodse denkers: Rasji Bijbelcommentaar; een uiteenzetting
In dit artikel een algemene uiteenzetting van het Bijbelcommentaar van Rasji. Rasji werkte tegelijk aan zijn commentaren op de Bijbel alsook op de Talmoed. Hij deed dit heel systematisch en behoedzaam. Hij corrigeerde zichzelf vaak. Rasji hanteerde de volgorde waarbij de Bijbelboeken in de canon zijn terechtgekomen. Hij slaagde er niet meer in om voor zijn dood de Bijbelboeken 1 en 2 Kronieken te becommentariëren. De commentaren zijn niet filosofisch en diepzinnig zoals later bij Maimonides. Rasji zocht naar de betekenis van woorden en zinnen alsook naar de problemen in de tekst.
Rabbijnse literatuur
Bij het uitleggen van de Bijbel laat Rasji zijn lezers kennis maken met de Rabbijnse literatuur in de vorm van een midrasj of homilie. Dit deed hij vaak wanneer de letterlijke betekenis ontoereikend was.
Andere aspecten van het Bijbelcommentaar van Rasji
Helder en bondig
De twee belangrijkste aspecten van Rasji's vaardigheid als leraar en Bijbelcommentator zijn: helderheid en bondigheid. Dit is een grote kunst omdat het vaak of te lang of te kort is. Bij Rasji was het precies goed.
Pesjat (eenvoudig)
Rasji gaf eenvoudige verklaringen door een ander Hebreeuws woord te geven wanneer er geen duidelijkheid was. Zo gaat hij ook met synoniemen om door verwante woorden te kiezen. Zijn filologische vaardigheden werden versterkt door zijn kennis over de gewone ambachten (landbouw, markt, handwerken). Zo kon hij makkelijk commentaar geven op de vervaardiging van de Tabernakel. Hij gaf zelfs illustraties maar die zijn verloren gegaan.
Rasji heeft veelvuldig gebruik gemaakt van de targoem (Aramese vertaling) van Onkelos. Hierbij vond hij vaak steun voor zijn pesjat. Ook gebruikte hij Franse woorden voor de Joden in Frankrijk. Hij gebruikte ongeveer duizend Franse woorden in het Bijbelcommentaar. Hij heeft ze vooral gebruikt bij de hoofdstukken die gaan over de Tabernakel en zijn interieur, over de reine en onreine dieren, beesten en gevogelte, en in de beschrijvingen over ziekte in de Bijbel. De Franse woorden (laäziem) geven een schat aan inzicht over het middeleeuws Frans in Noord-Frankrijk.
Hebreeuwse grammatica
Rasji hield zich veel bezig met de Hebreeuwse grammatica. De grammaticale aantekeningen waren wel rudimentair maar toch ver hun tijd vooruit. Rasji verwijst veel naar zijn voorgangers van de Hebreeuwse grammatica: Menachem ibn Saroek en Dunasj ben Labrat. Soms verschilde hij van mening met hen zoals over de theorie over de drieradicalige stam van het zwakke werkwoord.
Rasji was vooral goed in het verklaren van verschillende Hebreeuwse voorzetsels. Zo werden de Hebreeuwse voorzetsels 'el', 'et' en 'be' niet altijd gebruikt voor de letterlijke betekenis: 'aan', 'het' of 'in'. Dikwijls moesten deze voorzetsels anders worden opgevat om de zinnen een betere betekenis te geven. Zo gaf hij de Hebreeuwse voorzetsels en ook de voegwoorden en voorvoegsels nieuwe verklaringen.
Rasji had ook een mening over werkwoordstijden. Een werkwoord kan een 'voortdurende tijd' aannemen: tegenwoordige of toekomende tijd. De Hebreeuwse accentteken (teamiem) gebruikte Rasji voor het zoeken naar de juiste betekenis (grammaticaal hulpmiddel). Ook moesten soms zinnen omgezet worden.
Voorbeeld: 1 Samuël 3:3
En de lamp van God was niet uitgegaan en Samuël was te slapen gelegd in de Tempel van de Eeuwige waar de ark van God was...
In de Talmoed wordt gediscussieerd over deze tekst. Het lijkt alsof Samuël bij de Ark sliep. Daarom werd de zinsnede
en Samuël was te slapen gelegd naar het einde van de zin geplaatst. Toch beschouwde Rasji de tekst als heilig en zei hij dat het niet als wijziging onderworpen is. Naast verklaring van aparte zinnen en woorden legde Rasji ook de zin van de hele tekst uit. Zo bracht hij ogenschijnlijke tegenstelling tussen twee Bijbelverzen met elkaar in overeenstemming.
Voorbeeld: Exodus 12:15 spreekt over zeven dagen ongezuurde broden eten en in Deuteronomium wordt gesproken over zes dagen. Rasji loste het als volgt op. Beide verzen leren ons dat ongezuurde broden alleen voor de eerste dag van Pesach is voorgeschreven. Voor de overige zes dagen geldt het verbod voor gezuurd brood.
Andere voorbeelden zijn gevallen waarbij een derde vers nodig is om de eerste twee met elkaar in overeenstemming te brengen Exodus 19:20 en Exodus 20:22 worden met Deuteronomium 4:36 in overeenstemming gebracht. Ook gebruikte Rasji hier een midrasj bij.