Wat is het doel van het leven? - een woning voor God
In het tweede deel van 'Wat is het doel van het leven?' aandacht voor een woning voor God. We hebben eerder gezien dat de Shechina generaties na Adam geheel van de aarde verdween, en dat het met Abraham langzaam terugkeert. Met de komst van Mozes is de Shechina weer op aarde teruggekeerd en woont in de Tabernakel. Dit is de Joodse visie van 'Wat is het doel van het leven?'
Shechina - Goddelijke vertegenwoordiging
Abraham bracht de Shechina van het zevende naar het zesde firmament. Hij slaagde erin een deel van de beschaving te bekeren tot het monotheïsme. Deze taak werd voortgezet door zijn zonen. Zelfs tijdens de slavernij in Egypte bleven de Kinderen van Israël en met namen de stam Levi trouw aan hun identiteit en geloof. Mozes leidde het volk uit Egypte. In de Sinaï maakte de kinderen een heiligdom voor God zodat Hij bij hen kon wonen.
De Tabernakel (Mishkan)
Mozes begon met de bouw van de Tabernakel, een draagbare constructie dat de Heilige Ark huisvest waar de Stenen tafelen en de wetsrol in liggen. De Tabernakel zou het prototype worden voor alle toekomstige synagogen. Na de voltooiing van de Tabernakel rustte de Shechina daarin. Nu was de missie volbracht en was de Goddelijke Aanwezigheid teruggekeerd op aarde.
De Tabernakel dient als voorbeeld voor het doel van de Schepping, namelijk een woonplaats voor God op aarde. Elke aspect van de minerale, plantaardige en dierlijke koninkrijk werd vertegenwoordigd in de Tabernakel. De offers vertegenwoordigen de verheffing van de dierlijke dimensie in de mens en haar toewijding tot een hoger doel.
Elk aspect van de Tabernakel transformeert het materiële in het spirituele. De Tabernakel is een microkosmos dat onze taak in de wereld reflecteert: dat is het materiële oppakken en verheffen tot een spiritueel doel. Bijvoorbeeld eten om gezond te blijven om zo Tora te leren en de geboden na te komen, etc.
Een woonplaats binnen elke persoon
"Maak een heiligdom voor mij, zodat ik erin kan wonen". Deze uitspraak heeft een diepere betekenis. Elke persoon moet een woonplaats maken voor de Goddelijk Aanwezigheid binnen zichzelf.
Elke persoon heeft een Goddelijke vonk. Het is de taak van de ziel een Heiligdom te maken van het lichaam waarin in het verblijft door het verheffen van alle lichamelijke functies tot een Goddelijk doel.
Dit betekent elk lichamelijke functie te verbinden met God, en dit is precies het doel van de Tora en de geboden. In de Tora instrueert God hoe we ons met hem kunnen verbinden.
Zo is de Shabbat bedoeld om de mens zich terug te laten trekken uit het wereldlijke en te focussen op het spirituele voor één dag per week. Dit geeft op haar beurt weer een nieuw perspectief voor de komende week. Door simpelweg één dag per week te studeren en te bidden om de hele week te verheffen. De wetten van de Kasjroet verbinden een Jood met zijn eetgewoonten. En de Taharat Hamisjpacha (gezinswetten) verheffen intimiteit. En zo geldt dat voor alle geboden.
613 geboden: 248 positieve geboden en 365 negatieve geboden
De Tora kent 248 geboden en 365 verboden. Deze komen overeen met de 248 organen en 365 bloedvaten. Het woord mitswa in het Aramees betekent 'verbinding'. Er zijn dus 613 manieren om ons met God te verbinden. De mens kan zich met zijn hele lichaam met God verbinden. Hiermee vervult de mens de doel van de Schepping.
Het doel van de mitswot is de materiële schepping te nemen en het te gebruiken voor een Goddelijk doel. Dit leidt tot een harmonie zowel bij het individu als de wereld in het groot.
Lees verder