Joodse filosofie – Heschel: onderzoek van de profeten
Heeft de openbaring werkelijk plaatsgevonden? Wat voor bewijs zouden we hiervoor willen vinden? Bijvoorbeeld verslagen van de Egyptenaren en de Assyriërs? Maar hoe zouden zij verslag kunnen doen van een profetische ervaring? Wat is het nut van een beschrijving van externe omstandigheden? De Joodse profeten werden steeds plotseling verrast door de openbaring. Dát zij hoorden spreekt meer tot de verbeelding dan wát ze hoorden. De wetenschap sluit de openbaring uit omdat er geen andere bron van denken is dan de menselijke geest.
Kan de openbaring verklaard worden?
De profeten konden hun ervaring niet aan anderen voordoen. Dit geldt trouwens ook voor gewone mensen die lang niet alle ervaringen kunnen delen. Desondanks moet een openbaring niet worden afgewezen omdat ze niet begrepen kan worden. De openbaring onderscheidt zich van alle andere gebeurtenissen en ervaringen en zo kan de echtheid ervan bewezen worden. De openbaring was zonder weerga, zo meldt het Bijbelboek Deuteronomium.
Kunnen we de profeten vertrouwen?
Is de getuigenis van de profeten geloofwaardig? We kunnen de profeten op drie manieren beoordelen:
- Ze spraken de waarheid.
- Ze verzonnen opzettelijk een verhaal.
- Ze waren slachtoffers van zinsbegoocheling.
Men heeft niet kunnen ontdekken dat de profeten geestelijk gestoord waren. Uit hun boodschap blijkt dat ze tot de wijzen van alle mensen behoorden. Ook hadden de profeten geen last van zelfbedrog. De openbaring geschiedde tegen de wil van de profeten, het was voor hen een verschrikking. Mozes wilde aanvankelijk niet meewerken. De profeten kregen voor het brengen van hun boodschap geen beloning van God. De boodschap van God werd opgedrongen. Ze konden de macht van God niet weerstaan. De kern van hun gedachten was: God verafschuwt bedrog. Zij konden dus geen verhaal verzinnen. Zij waren ook niet geestelijk verward. Ze maakten goed onderscheid tussen de woorden die ze hoorden en die ze uitspraken. Ze maakten ook onderscheid tussen de stem van hun hart en van God. Ook veroordeelden ze valse profeten tot wie God niet gesproken had. Ze moeten dus een maatstaf gehad hebben om te onderscheiden tussen ervaring en hersenschim. Daarnaast werd het woord van de profeet niet verkondigd aan een onnozel volk. De tegenstand tegen de profeten wordt in de Bijbel vermeld. Het waarmerk van de profetie was een ervaren worden. De mens is een ervaring van God. Hadden de profeten last van hun onderbewuste? Zo ja, waarom gebeurde dat dan niet elders?
Profetieën kunnen niet bewezen worden
Bewijs en onderzoek zijn niet toepasbaar op profetie. De rede kan niet oordelen op het gebied waar de profetie begint. Wat we moeten doen is onze eigen ziel openen en gehoor geven aan de woorden van de profeten. Hun woord maakt de aanspraak sterk; geschiedenis maakt hun woord sterk.
Nadere toelichting op het bovenstaande filosofische betoog van Heschel
De profeten hadden niet de taak om het volk te onderrichten in de Tora. Dat deed Mozes wel als profeet, maar de andere profeten beperkten zich tot het aanbrengen van correcties binnen de Joods maatschappij of zelfs de wereld. Ze voorspelden soms de toekomst of gaven een waarschuwing. Ze spraken alleen namens God die hen ook koos als profeten. Een profeet had een heldere geest en was wijs. Zijn karakter was onberispelijk. Hij/zij had goede controle over passie en verlangens. Zijn/haar gestel was kalm en vreugdevol. De profeet richtte zich volledig op het spirituele en wijdde zich volledig aan God. Bij een echte profeet kwamen de positieve profetieën altijd uit. Negatieve profetieën kwamen niet altijd uit omdat het volk berouw kon tonen. Bijna alle profeten, met uitzondering van Mozes, werden overmand door de profetie. Ze konden niet met God praten behalve Mozes. Ze moesten altijd Gods aanwijzingen opvolgen, mochten profetieën niet onderdrukken en mochten niet namens andere goden profeteren.
In totaal komen in de Bijbel 55 profeten voor alhoewel Israël er duizenden kenden. Van de 55 profeten waren er 7 vrouw: Sara, Mirjam, Deborah, Chana, Avigayil, Choelda en Esther. Tegenwoordig kent men geen profeten meer. De tzaddikiem (vromen) hebben wel goddelijke inspiratie dat een mindere vorm van profetie is. In het Messiaanse tijdperk zullen er ook weer profeten zijn.
Lees verder