Pesten - Tips om het te voorkomen

Pesten is een vervelende gedragsvorm waar veel kinderen op jonge leeftijd (basischool) mee te maken krijgen. Kinderen van die leeftijd zijn nog aan het ontdekken hoe je met anderen om moet gaan. Hierdoor vinden ze het lastig '"normaal'" met anderen samen te werken. Veel mensen snappen het verschil niet tussen plagen en pesten, en als er uiteindelijk toch echt gepest wordt, wat er dan aan te doen valt.

Geschiedenis van Pesten

Pesten bestaat al zolang de mensheid zich kan heugen. De term pesten is in het latijns ontstaan, maar de Nederlandse variant komt van de ziekte de Pest. Mensen vonden pesten zo vervelend dat ze het de naam van de ergste ziekte op aarde in die tijd hebben gegeven. Kortom, pesten is van alle tijden.

Wat is Pesten?

Het verschil tussen Plagen en Pesten

Iemand zijn bal afpakken: dat kan plagen zijn, maar ook pesten. Plagen is als de kinderen aan elkaar gewaagd zijn, dus de ene keer doet de een iets onaardigs, en eeen volgende keer is het de ander. Het is een soort van spelletje, natuurlijk niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Door elkaar te plagen leren kinderen om met deze conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden.

Pesten is wel degelijk bedreigend. Het gebeurt niet zomaar een keertje, pesten gebeurd iedere dag weer. Dit kan verschillen tussen een week en langer dan een jaar achter elkaar. Iemand wordt gepest omdat de pestkop macht over iemand wilt vergaren. De pestkop misbruikt op deze manier zijn macht. Het gepeste persoon kan worden geslagen, geschopt, uitgescholden en vernederd. Een veel voorkomend bijverschijnsel is dat een groepje kinderen om de pestkop heenloopt. De zogenoemde meelopers die anders bang zijn dat zij ook gepest zullen worden.

Oplossing

Kinderen die vaak worden gepest kunnen het beste beginnen door met hun ouders, leerkrachten of andere vertrouwde volwassenen te gaan praten. Op deze manier kunnen ze om raad vragen en hebben ze zelf de mogelijkheid om hun probleem op te lossen. Een paar suggesties zijn:

• Ouders kunnen met hun kinderen gaan praten en vervolgens het probleem met een andere ouder bespreken (Dit is vooral van toepassing bij kinderen jonger dan 12 jaar).
• Een Leerkracht kan het pesten als probleem regelmatig in zijn/haar klas bespreken.
• Begeleiders van groepen, trainers en anderen die te maken hebben met kinderen buiten schooltijd, kunnen het pesten met de kinderen bespreken. Deze mensen hebben meestal al het volle vertrouwen van de leerlingen omdat ze vaak het grote voorbeeld van ze zijn. De begeleiders kunnen mensen daardoor ook makkelijk zelfvertrouwen geven.