Invloed van de media op de jeugd

Invloed van de media op de jeugd Media nemen een steeds grotere rol in, in de levens van kinderen en jongeren. Ze raken steeds meer en eerder onder de invloed van media en de rol van de ouders neemt daardoor af. Binnen dit hoofdstuk gaan we aan de hand van verschillende onderwerpen in op de invloed van de media op de jeugd, de invloed van de media op de taken van de jeugdzorg en de invloed op de organisatie van de jeugdzorg. Aan het eind van elk onderwerp volgt er een kleine conclusie.

Invloed van geweld op tv en andere media

De afgelopen jaren is er een discussie op gang gekomen over geweld op tv en de invloed daarvan op met name kinderen. Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar deze invloeden en trekken verschillende conclusies. De één beweert dat het geweld een schadelijke invloed heeft op jongeren en kinderen, maar andere wetenschappers menen dat het wel meevalt. Wel is het volgens de wetenschappers duidelijk dat de tv en andere media invloed kunnen hebben op het gedrag van kinderen en jongeren.

Er bestaan verschillende theorieën over de invloed van geweld op de jeugd.
  • De reductietheorie
  • De stimulatietheorie
  • Geen-effecttheorie

De reductietheorie gaat ervan uit dat de kijker door het zien van agressie op tv zelf minder agressief wordt. Doordat de kijker de pijnlijke gevolgen van geweld ziet, zal diegene zelf minder snel agressief gedrag vertonen.

De stimulatietheorie gaat ervan uit dat het zien van geweld, juist tot versterking van geweld en agressie leidt. Binnen deze theorieën bestaan weer verschillende hypotheses. Kort gezegd komen ze hier op neer:
  • Er vindt een lichamelijke, emotionele reactie plaats die voor een versnelde hartslag en meer transpiratie zorgt. Dit blijft ook na het zien van de film. Daardoor worden kinderen en jongeren dus agressiever.
  • Er zijn twee elementen nodig om de agressie bij de kijker te stimuleren. Namelijk een aanleiding voor geweld en het verband tussen het geweld op tv en zijn doelwit. Als die elementen allebei aanwezig is de kans groter dat de kijker agressie zal vertonen.
  • De agressieve beelden krijgen steeds minder betekenis en worden dus steeds meer ‘normaal’ gevonden. Dit zorgt er voor dat de kijker geweld in het echt ook steeds normaler gaan vinden.
  • Mensen doen elkaar van nature na. Wanneer er dus vaak wordt gekeken naar gewelddadige films of programma’s, kan men dat in de werkelijkheid na gaan doen en dat werkt dan ook weer ‘aanstekelijk’ voor vrienden of omstanders van het geweld.

De Geen-effecttheorie gaat ervan uit dat geweld geen effect heeft op de kijker omdat de kijker bijvoorbeeld al agressief was voor het bekijken van geweld en dat het van nature is aangelegd of iemand agressief is of niet. Er zijn allerlei onderzoeken gedaan en voor alle theorieën zijn wel dingen bewezen en aangetoond dus er is geen theorie die de goede theorie is. Waarschijnlijk kloppen ze allemaal wel voor een deel maar het ligt vooral aan het kind zelf. Als kinderen zich bijvoorbeeld snel met de held van een film identificeren of een beperkte intelligentie hebben, zijn ze vatbaarder voor gewelddadige programma’s en dus mogelijk ook voor geweld. Ook kijken jongens vaker naar geweld op tv dan meisjes. Dit is een verschil in karakter en geldt dus niet automatisch voor elke jongen of elk meisje. Behalve aan de kinderen en jongeren ligt het ook aan de programma’s zelf. Geweld in een komedie wordt over het algemeen minder serieus genomen dan geweld in bijvoorbeeld een actiefilm.

Al met al zijn veel mensen het er over eens dat het zien van gewelddadige films, programma’s of spellen een slechte invloed heeft op kinderen en jongeren, maar andere invloeden spelen natuurlijk ook een rol, zoals het karakter van het kind en de bedoeling van de film.

De invloed van deze gevolgen op de organisatie van de jeugdzorg zijn van groot belang. Regelmatig heeft de jeugdzorg te maken met agressieve jongeren. Jeugdzorg besteedt over het algemeen veel aandacht aan deze jongeren. Jeugdzorg probeert een goede begeleiding te geven aan gewelddadige jongeren. Vaak hebben die jongeren bijvoorbeeld een stoornis, problemen thuis of andere problemen.

Conclusie:

  • Geweld op tv heeft dus invloed op de jeugd. Waarschijnlijk is deze invloed vooral negatief. Er wordt beweerd dat kinderen door geweld op tv geprikkeld worden om zelf ook geweld te gaan gebruiken.
  • Geweld op tv heeft ook invloed op de taken van de jeugdzorg. Als het namelijk echt zo is dat kinderen agressiever worden van geweld op tv, dan houdt dat in dat de jeugdzorg dankzij het geweld in de media meer werk heeft op het gebied van agressieve jeugd.
  • Geweld op tv heeft eigenlijk niet zo veel invloed op de organisatie van de jeugdzorg. Het is dus geen directe oorzaak van de complicaties binnen de jeugdzorg.

Invloed van social media

Tegenwoordig is het zeldzaam om jongeren te zien zonder smartphone. Onder de les, op de fiets of in de winkelstraat: overal kom je de smartphones tegen. Het lijkt alsof de jongeren van tegenwoordig niet meer zonder kunnen. Misschien is dat ook wel waar, en is het gevaarlijker dan we denken. Of zou het toch onschuldig zijn?

Volgens Larry Rosen, psycholoog aan de Cal State Domingues Hills University doen de sociale netwerken meer kwaad dan goed aan de jongeren die nog op school zitten. Het is natuurlijk waar dat je via sociale netwerken goed contacten kunt leggen of snel iemand kan opzoeken die aan de andere kant van de wereld zit maar er zitten ook veel nadelen aan. Rosen deed onderzoek naar de effecten van social media en kwam terecht op een verband tussen de mate van social media gebruik en gezondheidsproblemen. Ze hebben een grotere kans op angstaanvallen, depressies en lichamelijke problemen zoals maag- en slaapproblemen. Ook stuitte hij in zijn onderzoek op het resultaat dat jongeren asocialer worden en meer alcohol nemen, hoe vaker ze inloggen op facebook. Ook spijbelen die jongeren vaker en krijgen ze vaker te maken met concentratieproblemen. Van ieder kwartier dat ze studeren zijn ze hooguit drie minuten echt bezig met studeren. De rest van de tijd zijn ze bezig met hun telefoon in de gaten houden. Mede daardoor scoren ze ook lagere cijfers. Toch zijn er volgens Larry Rosen ook positieve effecten. Ze kunnen dingen delen en communiceren met vrienden waarbij ze de tijd kunnen nemen om over de reactie na te denken. Dit is vooral voor verlegen jongeren fijn om uit hun schulp te kruipen. Volgens anderen, recente, onderzoeken zijn er nog meer positieve effecten. Mensen vinden het fijn dat familieleden die op vakantie zijn of ver weg wonen regelmatig iets van zich laten horen via de social media. Daardoor maken mensen zich minder vaak ongerust en dat zorgt voor minder stress.

Er zijn natuurlijk meer voor- en nadelen te noemen. We zetten ze even op een rijtje.

Positieve invloed van social media op de jeugd:

  • Verlegen jongeren kunnen uit hun schulp kruipen, want het is goed voor je zelfvertrouwen. Dit komt bijvoorbeeld door de ‘likes’ die je op facebook kan krijgen. Die zijn op te vatten als complimenten en daardoor worden jongeren zelfverzekerder.
  • Je kan communiceren met vrienden, kennissen en familie die verder weg wonen en daardoor onderhoudt je banden en dat heeft een positieve invloed op de gezondheid. Met name de vermindering van stress door ongerustheid.
  • Het verbetert de banden, relaties en vriendschappen doordat er vaker contact gehouden wordt. Er wordt wel beweert dat de contacten oppervlakkiger worden door de social media. Je ziet je vrienden van facebook niet vaak genoeg in het echt om een echte diepgaande vriendschap te hebben.
  • Het vergroot het netwerk van vrienden, doordat je ook vaker mensen spreekt waar je normaal niet zomaar op zou afstappen.
  • Je legt onbewust contacten met mensen. Alleen al iets ‘leuk vinden’ zorgt voor een positieve verhouding tussen twee personen. Ook vraag je sneller iets aan iemand die je helemaal niet zo goed kent.

Negatieve invloed van social media op de jeugd:

  • Minder presteren op school. Doordat sociale netwerken erg tijdrovend en verslavend zijn, hou je minder tijd over voor schoolwerk of –opdrachten.
  • Online kan je dingen verkeerd opvatten. Als iemand iets zegt dat hij niet verkeerd bedoelt, kunnen sommige mensen dat toch verkeerd opvatten omdat je online geen andere factoren ziet die meespelen zoals een lach, sarcasme in de stem of lichaamshouding.
  • Mensen kunnen er bang van worden. Je kan bijvoorbeeld bang worden voor een ramp, waar je veel over leest of je wordt bang voor bepaalde personen die jou online pesten of een ander (online) pesten.

Zo zie je dat de social media zowel een positieve invloed als een negatieve invloed kan hebben op de kinderen en jongeren. Jeugdzorg past hun werkterrein aan omdat hun doelgroep veel online is. Jongeren maar ook ouders zijn actief op sociale netwerken en jeugdzorg pakt hier hun voordeel mee. Ze hebben bijvoorbeeld een facebook- , twitter- en hyvesaccount.

Conclusie:

  • Social media heeft dus een grote invloed op jongeren. Zowel positief als negatief.
  • Social media heeft ook invloed op de taken van de jeugdzorg. Kinderen die bijvoorbeeld worden gepest via internet komen bij jeugdzorg. Ook heeft de jeugdzorg een twitteraccount waar ze tweets plaatsen over bijvoorbeeld een veranderde wet over het jeugdbeleid of tweets met links naar filmpjes, programma’s of krantenartikelen over onderwerpen die met jeugdzorg te maken hebben.
  • Social media heeft ook invloed op de organisatie van de jeugdzorg. Het vorige punt heeft daar natuurlijk ook mee te maken. Jeugdzorg probeert de doelgroepen te bereiken via de social media. Daarvoor hebben ze mensen nodig die dat doen en dat moet natuurlijk goed georganiseerd worden.

De media en de complicaties binnen Bureau Jeugdzorg

  • ‘PvdA: Wet jeugdzorg moet fors aangepast’
  • ‘Opleiding jeugdzorg onder de maat’
  • ‘Jongen (13) vlucht voor Jeugdzorg’
  • ‘Kinderen hadden seks in jeugdinstelling’
  • ‘Vaker seksueel misbruik in jeugdzorg’

Zoals je ook aan de koppen hierboven kunt zien, is de jeugdzorg vooral negatief in het nieuws te vinden. De koppen hierboven zijn nog maar een klein deel van alle negatieve berichten over de jeugdzorg. Er is zelfs een website gemaakt, genaamd ‘Anti Bureau Jeugdzorg’, speciaal voor mensen die hun negatieve ervaringen en meningen over jeugdzorg willen delen.

De kritiek gaat vaak over het ingrijpen van Bureau Jeugdzorg. Ze zijn te vroeg of te laat of ze pakten het verkeerd aan. Professionals in de jeugdzorg bevinden zich in een lastige positie: enerzijds krijgen ze te horen dat ze zich er niet mee moeten bemoeien, dat het prima gaat in het gezin, dat uithuisplaatsing overdreven is, anderzijds krijgen ze zeker als het mis gaat de vraag: Waarom heb je niet ingegrepen, waarom heb je dit kind niet uit huis gehaald, weg van deze verschrikkelijke ouders?
Bureau Jeugdzorg staat voor een hele moeilijke keuze. Ze kunnen kiezen voor een uithuisplaatsing, maar dat kan voor zowel kinderen als ouders traumatisch zijn. Ze kunnen er ook voor kiezen om het kind thuis te laten wonen, met alle mogelijke gevolgen van dien. Kinderen willen niet uit huis, ze willen dat de mishandeling of verwaarlozing stopt. Als de gezinsvoogd dan een keuze maakt, zijn er altijd wel voor- en tegenstanders. Buren of vrienden die het er wel of juist niet mee eens zijn, zijn er altijd wel. En als de mensen die het er niet mee eens zijn, dat dan de wereld in brengen, komt de jeugdzorg negatief in nieuws.

Daarom is de organisatie van bureau jeugdzorg zo moeilijk, maar ook ontzettend belangrijk. Een organisatie moet rekening houden met hulpverleners, zodat zij hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. Ook moet de organisatie een duidelijke visie hebben over hoe ze hulp kunnen geven aan de cliënten, een visie die steun geeft aan de hulpverleners om zo goed mogelijk om te gaan met de moeilijke keuzes die ze soms moeten maken. De organisatie moet zo zijn dat de medewerkers oog hebben voor de veiligheid en de ontwikkeling van het kind, maar ook voor de positieve aspecten en mogelijkheden van de ouders en de opvoedingssituatie.
Ondanks dat er veel mensen zijn die kritiek hebben op de aanpak van bureau jeugdzorg, zijn er ook berichten van mensen die dat onterecht vinden. Zo publiceerde Erik Gerritsen op 16 februari 2010 een artikel waarin hij zijn mening gaf over het feit dat de jeugdzorg vaak zo negatief in het nieuws kwam. Een paar dingen die hij schreef:

‘Ik ben min of meer gewend geraakt aan de eenzijdige kritische berichtgeving in de media. Goed nieuws verkoopt nu éénmaal minder goed dan schandalen, affaires en vooral familiedrama’s.’

‘Als er iemand vermoord wordt krijgt de politie niet de schuld. Als iemand niet kan afkicken van zijn verslaving wordt dit niet verweten aan de Jellinek. Maar als een kind wordt mishandeld dan heeft Bureau Jeugdzorg het (bijna) altijd gedaan.’

‘Vaak wordt door de jeugdzorg niet teruggepraat uit angst dat dan vervolgens de pers ook op het spoor komt van de altijd ook aanwezige vuile was. Ik ben er van overtuigd dat als bestuurders van jeugdzorginstellingen nog meer dan we nu al doen journalisten in gesprek laten gaan met onze professionals, dat ze onder de indruk zullen raken van het vele goede werk dat er op de werkvloer wordt verricht.’

Hij zegt dus niet dat de jeugdzorg een en al goed is, maar dat de jeugdzorg openhartig moet zijn over wat er allemaal in de jeugdzorg speelt, omdat die kritiek meestal niet terecht is. Andere mensen zijn het totaal niet met zijn visie eens. Melody Tollenaar gaf op 25 mei een reactie op zijn artikel. Ze antwoordde met een ongeveer even lang antwoord als het artikel van Erik Gerritsen en zei onder andere het volgende:

‘Ik ben inmiddels volwassen maar ervaar elke dag de gevolgen van wat bureau jeugdzorg mij heeft aangedaan. Ik heb bijna 6 maanden in een jeugdgevangenis verbleven. Ik was gewoon een lastige puber, geen crimineel!’

‘Het komt niet uit de lucht vallen dat mensen die met jeugdzorg te maken hebben gehad zo negatief zijn.’

‘En dan het feit buiten beschouwing gelaten dat het net 3 jaar scheelt tussen de zogezegde pedagogisch medewerkers en de jongeren die behandeld dienen te worden. Dat dwingt dus absoluut geen respect en gezag af bij probleemjongeren!’

‘Wat een fantastisch land! We schrijven even een regeltje en zo gemakkelijk is het probleem opgelost. Is onze regering echt zo dom of sluit deze zijn ogen hiervoor?’

‘Op bijna 13-jarige leeftijd besloot ik zelf bij jeugdzorg aan de bel te trekken en dat was het domste wat ik ooit heb kunnen doen. Ik heb veel meegemaakt maar kan toch wel volmondig zeggen dat het enige waar ik een trauma aan heb overgehouden, het onterecht opsluiten in een gevangenis is.’

‘Het is toch van de zotte dat mensen die gestraft moeten worden meer rechten en voordelen hebben dan mensen die eigenlijk HULP nodig hebben.’

Opvallend bij de reactie van Melody is dat ze het eigenlijk alleen maar heeft over het feit dat ze in een jeugdgevangenis heeft gezeten, waar ze de regels veel te streng vond voor probleemjongeren in verhouding met criminele jongeren. Ze heeft eigenlijk kritiek op de politiek en het beleid en de justitie en op het feit dat er niks veranderd was in die jeugdgevangenis toen er dingen ‘veranderd’ waren. Ze was weliswaar via de jeugdzorg daar terecht gekomen maar behalve dat zegt ze niet zoveel over de jeugdzorg. Toch begint en eindigt ze met te zeggen dat de jeugdzorg zo slecht is.

Daarna zijn er nog meer positieve en negatieve reacties en ervaringen over de jeugdzorg. De verschillen in meningen zijn op deze manier duidelijk zichtbaar. De één heeft er goede ervaringen mee, de ander niet. De meeste negatieve reacties op dit artikel gaan over bureau jeugdzorg dat ze vast blijven zitten in het proces. Dat er geen vooruitgang is. Ook zijn er reacties dat bureau jeugdzorg al bezig om de organisatie te verbeteren. Bregje Arts (student Maatschappelijk Werk en Dienstverlening) antwoordde op 1 maart 2010 het volgende:

‘Bureau Jeugdzorg Brabant is al bezig om zich beter te profileren. Zij hebben vorig jaar een uitzending laten maken door Premtime om te laten zien hoe het werk van een gezinsvoogd er uitziet, en waar zij allemaal tegen aan lopen.’

Toch zijn er meer negatieve dan positieve reacties op de jeugdzorg.

De media heeft veel macht als het gaat om het beeld van de jeugdzorg omdat ze de macht hebben om te bepalen wat er in de wereld wordt gebracht en wat niet. Dan zullen ze natuurlijk meestal voor verhalen kiezen waar veel mensen geïnteresseerd in zullen zijn. Mensen zijn nou eenmaal van nature geïnteresseerd in erge verhalen en niet alleen maar in wat domme feitjes op een rij. Dat is mede een reden waarom de jeugdzorg door de media in zo’n negatief daglicht wordt gezet.

Conclusie:

De media heeft een grote invloed wat betreft de complicaties binnen bureau jeugdzorg. Ze hebben vooral grote macht omdat ze kunnen kiezen wat er gepubliceerd wordt en op wat voor manier. Daardoor worden er meer negatieve dan positieve dingen verteld over bureau jeugdzorg omdat negatieve verhalen interessanter zijn voor het publiek. Dit is dus ook een reden dat er veel negatieve dingen over bureau jeugdzorg worden geschreven.
© 2013 - 2024 Leannemunnik, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Waarom en hoe social media te gebruiken door bedrijven?Waarom en hoe social media te gebruiken door bedrijven?Social media biedt organisaties de mogelijkheid om op een ideale manier (goedkoop, snel, gebruiksvriendelijk, groot bere…
Sociale Media, overheid en de gevarenSociale Media, overheid en de gevarenOnder social media of wel sociale media wordt een online platform verstaan, waarop je met elkaar kunt communiceren. Het…
Betekenis en invloed van social mediaBetekenis en invloed van social mediaDaar waar de invloed van de oude media, zoals kranten, tanende is zien we de opkomst van de social media; ook wel nieuwe…

Uitgestelde koffieUitgestelde koffieIn Napels, in het arme zuiden van Italië is het al generaties lang een bekend verschijnsel: mensen bestellen in een kroe…
Vormen van groepsdrukVormen van groepsdrukWie herkent het niet: een zeurende moeder over die ene 'leuke' blauw-witte trui die je nooit meer aan hebt. Hij was duur…
Bronnen en referenties
Leannemunnik (20 artikelen)
Gepubliceerd: 28-03-2013
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Sociaal
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.