De twaalfde ontsnapping uit Alcatraz: Burgett en Johnson

De gevangenen die naar Alcatraz werden gestuurd, de gevangenis op het eiland dichtbij de stad San Francisco in de staat Californië, hadden vaak al eens geprobeerd uit de gevangenis te ontsnappen. Van de eerste groep die in 1934 naar het eiland gebracht werd, hadden er in totaal 178 mannen al eens een poging tot ontsnappen gedaan. Van die pogingen waren er 97 gelukt, 19 mislukt en 12 uiteindelijk niet uitgevoerd. Ook de gevangenen die in 1958 de twaalfde officiële poging tot ontsnappen deden, hadden al ervaring met uit de gevangenis komen. Het ging om gevangenen Aaron Burgett en Clyde Johnson.

De gevangenen

Hoewel Aaron Burgett en Clyde Johnson elkaar voor Alcatraz niet kenden, waren ze het al snel eens: ze wilden wegkomen van het eiland dat als bijnaam The Rock (De Rots) had.

Aaron Burgett

Aaron Walter Burgett werd op 24 oktober 1929 geboren in Potts Camp in de staat Missouri. Hij had maar liefst negen broers en zussen en zijn vader moest alle kinderen alleen opvoeden, nadat moeder overleden was. Toen Aaron zestien was, stopte hij met school en ging hij werken op de boerderij van de familie. Niet lang daarna werd hij voor het eerst gearresteerd voor een inbraak in een vrachtwagen met snoep. Hiervoor moest hij een jaar naar een opvoedingsschool, waar hij zijn eerste ontsnapping deed. Hij werd echter snel gepakt en zat vervolgens rustig zijn tijd uit voor hij weer verder ging met inbreken.

In 1950/1951 (precieze datum onbekend) trouwde Aaron met Mary Frances Cauley en stopte hij met inbreken. Omdat hij geen vaste baan kon vinden, ging hij toch weer op het criminele pad. Samen met twee anderen pleegde hij een serie gewelddadige overvallen met wapens. Hij werd opgepakt, veroordeeld en uiteindelijk naar de federale gevangenis Leavenworth in de staat Kansas gestuurd. Onderweg naar de gevangenis deed hij een gewelddadige ontsnappingspoging, die mislukte.

Clyde Johnson

Clyde Milton Johnson werd op 16 augustus 1918 in Minneapolis in de staat Minnesota geboren, maar hij groeide op in Glendale in de staat Californië. Toen hij twee was, overleed zijn vader en stond zijn moeder alleen voor de opvoeding van de twee kinderen van het gezin. Clyde vertoonde geen opvallend gedrag tot hij in 1941 in dienst trad. Verschillende keren liet hij het leger in de steek, waarop hij oneervol ontslagen werd.

Zijn eerste wetsovertredingen waren overvallen op supermarkten, waarvoor hij naar een staatsgevangenis gestuurd werd. Na zijn vrijlating raakte hij betrokken bij een bankoverval in Memphis in de staat Tennessee. Hiervoor werd hij opgepakt en veroordeeld, maar voor de rechter de straf uit kon spreken, was Clyde al ontsnapt uit het gevangenisgebouw. Toen FBI agenten hem probeerden op te pakken, schoot hij op hem, wat ervoor zorgde dat hij naar een federale gevangenis moest.

Naar Alcatraz

Clyde was de eerste van de twee mannen die naar Alcatraz gestuurd werd: op 22 maart 1950 werd hij AZ-864. De reden voor de overplaatsing was zijn status als vluchtgevaarlijk, maar ook zijn oude plek op de FBI-lijst van de tien meest gezochte criminelen.
Aaron kwam ruim twee jaar later op het eiland aan: op 27 augustus 1952 werd hij AZ-991. Zijn overplaatsing had te maken met zijn ontsnappingsgeschiedenis, waaronder een zeer gewelddadige poging.

Het plan

Aaron en Clyde waren op Alcatraz beide rustige gevangenen, die zich netjes aan de regels hielden. Daarom kregen ze werk buiten het cellencomplex. Hierdoor hadden ze goed de tijd om rond te kijken en details in zich op te nemen. Al snel ontstond er een plan: wachten tot er een nieuwe bewaker zou komen, hem overvallen en dan met behulp van zelfgemaakte drijfmiddelen door het water verdwijnen.

Voor het plan had het tweetal gereedschap nodig. Ze verzamelden dit door te stelen en het vuilnis te doorzoeken dat ze buiten de gevangenismuren weg moesten brengen. Tussendoor hadden ze veel tijd om hun plan te bespreken, aangezien ze samen werkten en ook op de binnenplaats vaak samen waren. Later gaven bewakers toe dat ze daardoor dachten dat de twee mannen aan een ontsnappingsplan werkten, maar ze zijn er niet verder achteraan gegaan.

De ontsnapping

Op 29 september 1958 zetten Aaron en Clyde hun plan in werking. Om half drie ’s middags waren ze nog aanwezig bij het tellen van de gevangenen, waarna ze met een nieuwe bewaker – Harold Miller – naar hun werkplek gingen. Ze maakten Miller wijs dat ze de weg naar het huis van de assistent directeur ook afvalvrij moesten maken en lokten de bewaker mee die kant op. Vervolgens vertelden ze dat ze ook voor de cactus moesten zorgen die langs het pad stond van het huis naar het strand. Aaron liep voorop naar de cactus, Miller in het midden en Clyde achteraan.

Toen ze ongeveer tien meter van het hek van het huis verwijderd waren, sloegen de twee gevangenen toe. Ze trokken hun uit de keuken gestolen mes, bonden Millers handen vast en zorgden ervoor dat hij niet meer kon praten. Uiteindelijk bonden ze hem aan een boom vast en verdwenen ze uit het zicht van de bewaker.

Gemist

Om kwart voor vier ’s middags begon het erg mistig te worden rondom het eiland. Daarom moesten alle gevangenen geteld worden. Tijdens de telling van half drie waren Aaron en Clyde er nog, maar bij de telling erna was er verkeerd geteld, waardoor bewakers dachten dat het tweetal er nog was. Om kwart voor vier werd er wel goed geteld en ontdekten bewakers dat Aaron, Clyde en bewaker Miller verdwenen waren. Assistent directeur Latimer liet daarop het ontsnappingsalarm afgaan.

Er werd snel een team samengesteld om de drie mannen te zoeken. Om half vijf werd bewaker Miller gevonden, vastgebonden aan een boom met zijn mond dichtgeplakt. Een kwartier later werd ook Clyde gevonden: tot zijn middel in het water staand, te bang om te zwemmen. Hij werd onmiddellijk naar het kantoor van de directeur gebracht om ondervraagd te worden. Aaron werd echter niet gevonden.

Na de ontsnapping

Tien dagen lang werd elke centimeter van het eiland afgezocht naar Aaron. Hij werd niet gevonden, waarop directeur Madigan besloot dat verder zoeken geen zin had. Drie dagen later ontdekte iemand van de kustwacht een deels vergaan lichaam in de baai van San Francisco. Na identificatie bleek het te gaan om het lichaam van Aaron Burgett. Aan zijn schoenen zat nog plakband, dat hij gebruikt had om zijn zelfgemaakte zwemvliezen mee vast te maken. Zijn lichaam is het enige lichaam van een ontsnapte gevangene dat ooit in de baai is gevonden.

Clyde Johnson kreeg na de ontsnappingspoging nog vijf jaar extra gevangenisstraf. Hij deed geen pogingen meer om te ontsnappen en werd jaren later kort vrijgelaten, maar hij overleed uiteindelijk in 1995 in de gevangenis.