Kerkgeschiedenis: de Gnostiek en de dwaling van Marcion

Vanaf het ontstaan van de christelijke kerk ontstonden de dwalingen van binnenuit. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de Gnostiek, een stroming die zijn wortels waarschijnlijk al heeft vóór het ontstaan van de christelijke kerk. Hier komt de naam van de beroemde filosoof Plato naar voren. Hij leerde al de scheiding van ziel en lichaam: het lichaam is de kerker van de ziel. De Gnostiek heeft diepe sporen getrokken, ook in latere eeuwen, zelfs tot nu toe.

De Gnostiek

Een van de belangrijkste dwalingen uit de eerste eeuwen van het bestaan van de christelijke kerk is de Gnostiek, een vermenging van heidens-filosofische en christelijke elementen. Zo trachtte men te komen tot een hogere wijsheid. De gnostiek is te bestempelen als dualistisch, omdat het onder andere een scheiding aanbrengt tussen ziel en lichaam. Deze elementen zijn al te vinden voor het ontstaan van de christelijke kerk. In de christelijke leer hebben de gnostici aanknopingspunten gevonden om hun leer een nieuw gezicht te geven.

Reeds Plato leerde al de scheiding tussen ziel en lichaam. Hij leerde dat de mens eigenlijk een ziel was, die vanuit een andere werkelijkheid naar de aarde kwam en opgesloten werd in een lichaam. Omdat de mens ook neigingen en driften kent, die niet strookten met zijn opvatting van de verheven afkomst van de ziel, bracht hij in de menselijke ziel diverse onderscheidingen aan, te weten drie: het logistikon, dat staat voor het streven naar echte kennis; het thumoeides, dat zich richt op eer, macht en zelfhandhaving en het epithumetikon, dat uit is op lichamelijke bevrediging en genot. Hij dichtte deze drie ziels-delen ook een lichamelijke plek toe, respectievelijk hoofd, borst en onderlichaam.

De Gnostiek leert, in navolging van Plato, dat de ziel een goddelijke vonk is, gevangen in een lichaam. Velen menen dat Paulus ook besmet was met deze gedachte. Dat wordt afgeleid van zijn uitspraak: "Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?" Nu is het bekend dat Paulus zijn klassieken kende, maar van de hiervoor gebezigde uitspraak valt theologisch meer te zeggen. Die goddelijke vonk moest volgens de aanhangers van de Gnostiek uit het lichaam verlost worden en terugkeren naar het plerooma, het rijk van het licht. Die verlossing kon plaatsvinden door het beoefenen van de gnosis, de ware en diepe ervaringskennis van het goddelijke heil. De gnosis (Grieks=kennis) staat hier tegenover de pistis (Grieks=geloof).

De Gnostiek beleefde hoogtijdagen in de tweede eeuw en vond zijn pleitbezorgers in Basileides te Alexandrië, Valentinus te Rome en de belangrijkste vertegenwoordiger Marcion. Deze laatste mixte elementenvan de Gnostiek met het Christendom. (synkretisme) .

Marcion

Met Marcion doet de eonenleer zijn intrede. Eonen zijn tussenwezens tussen God en mens. Hij betitelde Jezus als een eon met een schijnlichaam. Hier breidt hij dus de originele leer van de Gnostiek uit. Dat doet hij ook met zijn leer van de Demiurg. Daarin verwerpt hij het Oude Testament en de God van het Oude Testament. Die noemt hij de Demiurg, de god van het kwade, de god van de Joden. Wel accepteert hij delen van het Nieuwe Testament. Daarin is God een God van liefde, die gestalte krijgt in de eon Jezus. Hij accepteert niet het gehele Nieuwe Testament. Eigenlijk alleen maar het Evangelie van Lucas en de brieven van Paulus. Alles wat in het Nieuwe Testament met de Wet te maken heeft, verwijst hij naar de god van het Oude Testament, de Demiurg. In allerijl heeft de kerk toen besloten over te gaan tot canonvorming van de Heilige Schrift, als tegenhanger van allerlei gnostische geschriften.

Marcion was aanvankelijk een rijke scheepseigenaar uit Sinope, gelegen aan de Zwarte Zee. In Rome sloot hij zich aan bij de christelijke gemeente. Aan deze gemeente schonk hij grote bedragen geld, zodat hij daar op handen gedragen werd. Toen hij zijn ideeën over de godsdienst in Rome ventileerde, kreeg hij zijn geld terug en werd uit de christelijke gemeente gezet. Marcion stichtte toen een eigen kerk, die pas onder druk van de staat rond het jaar 500 ophield te bestaan. Zijn werken, "Antitheses" en zijn Evangeliekommentaar zijn verloren gegaan. De bestrijding van zijn leer door Tertullianus geeft ons een indruk van de inhoud daarvan. Marcion dreef zijn leer sterk op de spits. Zo pleitte hij voor een vergaande ascese en totale sexuele onthouding.

De leer van Marcion keert in enigszins gewijzigde vorm weer terug bij de Katharen, in de Middeleeuwen. In onze tijd vinden assimilaties plaats van deze leer met theosofie en antroposofie.

Tertullianus en Ireneüs hebben zich in woord en geschrift fel tegen de leer van Marcion verzet.

Tertullianus

Quintus Septimius Florens, of Tertullianus leefde rond het jaar 200. Hij studeerde letteren en recht. In 195 ging hij over tot het Christendom en wierp zich op als apologeet. In 197 schreef hij zijn "Apologeticus". Hij richtte zich in zijn apologetische geschriften voornamelijk tegen Marcion. Veel theologische termen zijn van hem afkomstig. Zo gebruikte hij als eerste de begrippen "voldoening", "verdienste" en "drieëenheid". Van hem zijn ook de theologische formuleringen afkomstig voor de drieënheid "één in wezen, drie personen" en voor de naturen van Chistus "twee naturen, één Persoon". Bij Tertullianus ontstaat de grondvorm van de westerse theologie. De verhouding tussen God en mens was bij hem in de eerste plaats die van een rechtsverhouding, met daarin de leidende begrippen wet, straf, voldoening, verdienste. Hierin herkennen we de jurist. Het kruis kreeg als daad van voldoening grote nadruk. Eigenlijk begint bij Tertullianus de geschiedenis van het dogma.

Door zijn arbeid en door de arbeid van zijn leermeester Ireneüs groeide het inzicht dat de gnostiek niet christelijk was. Later propageerde Tertullianus de Logosleer, een vermenging van het Griekse denken met het kerkelijk denken. Hierin werd Jezus tot een halfgoddelijk wezen, de Logos.
Tertullianus bleef zich verzetten van een te veel opgaan van de Christenen in de omringende heidense cultuur. Eigenlijk stond hij een strenge cultuurmijding voor.
© 2008 - 2024 Bvell, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De mens als beeld van God in de theologie van de Vroege KerkDe mens als beeld van God in de theologie van de Vroege KerkIn het eerste boek van de Bijbel, in Genesis, wordt de schepping beschreven. Op de zesde dag schiep God de mens naar zij…
Levenskunst: Plato over de harmonie van de zielLevenskunst: Plato over de harmonie van de zielHoe zit de menselijke geest in elkaar? Waaruit bestaat het bewustzijn? En hoe kunnen we onze ziel zo mooi mogelijk maken…
Plato: allegorie van de grotPlato: allegorie van de grotPlato was een Griekse filosoof en schrijver die leefde in de klassieke oudheid, van 427 voor Christus tot 347 voor Chris…
Het christendom in de tweede en derde eeuwHet christendom in de tweede en derde eeuwNadat er in de eerste eeuw een splitsing had plaatsgevonden tussen het christen- en jodendom ging de vroeg-christelijke…
Kerken en gebedshuizen van VilniusKerken en gebedshuizen van VilniusVerwaarloosde kerken symboliseren de uitdagingen waar de religieuze gemeenschappen in Vilnius tegenwoordig voor staan. E…
Bronnen en referenties
  • Geschiedenis der kerk, Dr. H. Berkhof en dr. Otto de Jong. Nijkerk 1975
  • Die Gosis, Wesen und Zeugnisse, R. Haardt. 1967
Bvell (89 artikelen)
Laatste update: 08-01-2009
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Religie
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.