Attitudes en gedrag

In dit artikel worden twee theorieën over de ontwikkeling van de mens tijdens de levensduur besproken. Er zijn bestaan verschillende theorieën over de ontwikkeling van de mens tijdens de levensduur, waarvan er hier twee besproken zullen worden. De ontwikkelingstheorie van Kohlberg laat zien dat er drie niveaus van moreel denken zijn: kinderen in het preconventionele stadium delen antwoorden in op basis van eigen belang of de (plezierige) gevolgen ervan; in het conventionele stadium baseren kinderen hun morele oordelen voornamelijk op instemming of afkeuring van de omgeving; in het postconventionele stadium is de achterliggende gedachte belangrijk en gaat het vaak over ingewikkelde gedachten over waarden en normen. Volgens Kohlberg is het de bedoeling dat het kind het postconventionele stadium bereikt, nadat het de eerste twee stadia heeft ervaren en gepasseerd, hoewel dat niet altijd gebeurt. Hier is sprake van een discontinue kijk op de ontwikkeling, omdat de manier van moreel denken uit elk stadium onomkeerbaar veranderd wordt in het volgende stadium. Daarnaast is er enerzijds sprake van een vast beloop, omdat elk stadium doorlopen moet worden om bij het laatste stadium te raken, maar anderzijds is er sprake van een individuele variatie, omdat het preconventionele stadium niet altijd bereikt wordt. Ook is er sprake van een vast beloop, omdat elk stadium moet worden doorlopen om uiteindelijk het laatste te bereiken. Het is lastig te zeggen of de nadruk op nature of nurture ligt bij de theorie van Kohlberg, omdat hij ervan overtuigd is dat kinderen een aangeboren gevoel voor rechtvaardigheid hebben, maar ze proberen dat later aan te vullen met ervaringen die ze opdoen tijdens hun leven. Door die ervaringen krijgen ze uiteindelijk de kans een volgend stadium te bereiken. Hieruit zou je kunnen opmaken dat de nadruk toch ligt op nurture, omdat de ervaringen ten slotte het belangrijkst zijn in het proces.

Eriksons levenslooptheorie over de ontwikkeling van de mens benadrukt leeftijdgerelateerde psychologische processen en de effecten van die processen op het functioneren in de maatschappij tijdens de levensduur. Hierbij zijn er acht fasen in de levensduur die elk een ontwikkelingscrisis bevatten. Deze crisis hoeft niet als alarmerend te worden beschouwd, maar eerder als een uitdaging. Elke van deze uitdagingen biedt een kans voor psychologische vooruitgang, maar als die vooruitgang niet plaatsvindt, is latere psychologische ontwikkeling verstoord. De theorie toont voornamelijk het belang van overwegen bij de ontwikkeling van gedrag van de mens. De resultaten van de uitdaging in elke fase veroorzaken namelijk het gedrag van een persoon. Hierbij is er wel sprake van een continue ontwikkeling, want als een persoon bijvoorbeeld in de eerste fase een bepaalde keuze maakt, die tot een bepaald gedrag leidt, leidt dat gedrag weer tot een nieuwe keuze in de volgende fase. Bij de theorie van Erikson is sprake van een vast beloop, omdat elke fase moet worden doorlopen alvorens de laatste fase bereikt kan worden. Hierbij ligt de nadruk op nurture, omdat alle keuzes die gemaakt (moeten) worden, gebaseerd zijn op eerdere keuzes en ervaringen. Het kind of de volwassene wordt beïnvloed door die ervaringen en heeft op deze manier de mogelijkheid een nieuwe keuze te maken.

Attitudes zijn evaluaties van objecten, gebeurtenissen of ideeën, ofwel de oordelen over verschillende zaken, die worden gevormd door de omgeving en ervaringen van iemand. Dit kan voorkomen bij eenvoudige zaken, zoals het merk deodorant dat iemand gebruikt tot aan abstractere zaken, zoals waarden, normen en politiek. Deze attitudes hangen samen met gedrag, dat veroorzaakt wordt door zowel impliciete attitudes als expliciete attitudes. Bij een expliciete attitude is een persoon bewust van zijn mening en bij een impliciete attitude wordt je onbewust geleid tot een gedrag, bijvoorbeeld door reclame. Na onderzoek hiernaar ontwikkelde Festinger zijn cognitieve dissonantietheorie; een theorie over de manier waarop mensen gemotiveerd worden tegenspraken tussen cognities onderling of cognities en gedrag te hebben.

Attitudes kunnen ook veranderd worden, namelijk door het overtuigen van een persoon. Volgens Richard Petty en John Cacioppo’s elaboration likelihood model uit 1986 zijn er twee manieren van overtuiging, namelijk de central route, die resistent is voor verandering en de peripheral route, waarin mensen slechts op minimaal niveau de boodschap verwerken. Bij de eerste manier, de central route, wordt alles bewust opgenomen door een persoon en wordt alles overwogen m.b.v. argumenten, waarna er een beslissing wordt gemaakt. Dit proces zorgt ervoor dat de attitude een hele tijd later resistent wordt voor verandering, omdat de persoon op deze manier het idee heeft dat hij erg sterke argumenten heeft voor het nemen van zijn beslissing. Bij de tweede manier, de peripheral route, wordt het bericht maar minimaal opgenomen en overwogen door een persoon. Als dan een beslissing wordt genomen, is het een beslissing zonder een echt goede reden. Of een boodschap overtuigend is, hangt af van een aantal factoren; de bron, de inhoud en de ontvanger. Aantrekkelijke personen hebben vaak meer invloed, net zoals argumenten die men emotioneel aanspreekt. Ook herhalende blootstellingen aan een bericht maken de inhoud vaak overtuigend.

Bij de theorie van Kohlberg zou in elk stadium in ieder geval een impliciete attitude een rol spelen, omdat kinderen volgens hem een aangeboren rechtvaardigheidsgevoel hebben, wat je dus de impliciete attitude kunt noemen, omdat het onbewust is. Tegelijkertijd speelt de impliciete attitude een rol, omdat men zich bewust is van zijn mening over bepaalde morele kwesties en hierop zijn gedrag baseert om vervolgens een volgend stadium te bereiken. Het kan wel zo zijn, dat men door attitudes niet genoeg of niet de juiste ervaringen opdoet, waardoor het postconventionele stadium niet bereikt kan worden. Bij de theorie van Erikson spelen attitudes nog een grotere rol, omdat het hierbij gaat om de juiste keuze te maken, zodat je je psychologische ontwikkeling kunt voortzetten. Een verkeerde keuze zou kunnen leiden tot een storing in die ontwikkeling.
© 2007 - 2024 Chroesjoe, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Ontwikkeling en onderzoek van leren in de leerpsychologieOntwikkeling en onderzoek van leren in de leerpsychologieLeerpsychologie is het onderzoek naar het verschijnsel ‘leren’. Hoe leren mensen en wat is leren precies? De leerpsychol…
Invloed van stigma op de ontwikkelingsgebiedenPsychische stoornissen kunnen in elke levensfase optreden. Stigmatisering werkt voor iedereen met een psychische stoorni…
Nature of Nurture? Hoe wordt een mens gevormd?Nature of Nurture? Hoe wordt een mens gevormd?Vele uren hebben psychologen en onderzoekers met elkaar gediscussieerd over dit antwoord. Het debat over nature versus n…
Tweelingenonderzoek en epigeneticaTweelingenonderzoek en epigeneticaZijn eigenschappen van een persoon vooral te wijten aan de genen van het DNA? Of worden mensen vooral wie ze zijn door a…

Krijg wat je wilt en wil wat je hebtKrijg wat je wilt en wil wat je hebtDit is een enorme uitdaging in het leven, krijg wat je wilt en wil wat je hebt. Veel mensen hebben uiteindelijk iets gek…
Operant conditionerenBij het klassiek conditioneren gaat het vooral om het gedrag dat uitgelokt wordt door bepaalde prikkels. Prikkels worden…
Chroesjoe (4 artikelen)
Gepubliceerd: 29-05-2007
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Psychologie
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.