Nationaal Referendum: stemmen over een idee of besluit

Nationaal Referendum: stemmen over een idee of besluit Hoewel er vroeger wel vaker volksstemmingen gehouden werden, vond het eerste nationaal referendum in Nederland plaats in 2005. Je kon toen als burger stemmen voor of tegen de Europese Grondwet. Een referendum biedt burgers de mogelijkheid om door te stemmen zich uit te spreken over een besluit of regel van de overheid. Het initiatief van een referendum kan bij de overheid liggen of bij de bevolking. In het laatste geval moeten er wel genoeg handtekeningen verzameld zijn. Er zijn drie soorten referenda: het correctief referendum, het raadplegend referendum en het bindend/beslissend referendum. Deze drie kan je allemaal weer onder verdelen in drie niveaus: gemeentelijk, provinciaal en nationaal. In dit stuk gaat het alleen om het nationaal referendum raadplegend, bindend en vooral correctief.

Correctief referendum

Een correctief referendum is een referendum waarbij de bevolking haar mening kan geven over een besluit dat al genomen is. Er is al uitgebreid over gediscuseerd over het voorstel en de burger kan dus goed op de hoogte zijn van de voor- en nadelen. Dit is een punt van discussie van de politiek en daar ga ik later verder op in.

De andere twee referenda zijn niet correctieve referenda dat betekent dat ze gaan over onderwerpen waar (nog) geen besluit over genomen is.

Raadplegend referendum

Een raadplegend referendum is een referendum waarbij de bevolking haar mening over een voorstel kan geven, voordat er een definitief besluit over wordt genomen. Het Rijk kan een ander besluit nemen dan de uitkomst van het referendum.

Bindend referendum

Een bindend/beslissend referendum is een referendum waarbij de bevolking beslist over het voorstel. De uitkomst van het referendum is gelijk aan wat het Rijk zal beslissen over het voorstel.

Het initiatief tot een referendum kan uitgaan van burgers of van de overheid.

Invoering referendum

Voor de invoering van een correctief referendum is een wijziging van de Grondwet noodzakelijk. Toen in 1994 het paarse kabinet een feit werd, was een eis van D66 dat er in de toekomst een correctief referendum mogelijk moet zijn. PvdA en D66 zijn enthousiast, VVD ziet deze afspraak als een ‘prijs voor paars’.

Paars akkoord

Het paarse kabinet komt op 14 februari 1996 tot een intern akkoord over een in te voeren referendum. Er is ook bepaald dat er 600.000 handtekeningen nodig zijn om een referendum te organiseren. Een aangenomen wetsvoorstel wordt verworpen als een meerderheid van minimaal 30% van het aantal stemgerechtigden het wetsvoorstel afkeurt in een referendum. Dat komt neer op meer dan 3 miljoen mensen. Ook komt er een voorstel om de grondwet te wijzigen om zo een correctief referendum mogelijk te maken.

Later dat jaar na veel discussie stemt de Tweede Kamer uiteindelijk in met het bijgewerkte referendumvoorstel. In maart 1998 stemt de Eerste Kamer in met invoering van het correctief referendum. Er vinden verkiezingen plaats, een nieuwe regering met wederom PvdA, VVD en D66.

Politieke crisis

In februari 1999 wordt het wetsvoorstel voor een correctief referendum opnieuw in stemming gebracht. De Tweede kamer steunt het wetsvoorstel met de tweederde meerderheid die nodig is voor een grondwetswijziging.

Echter in de Eerste Kamer kreeg het voorstel net niet de vereiste tweederde meerderheid en er ontstaat een politieke crisis. D66 dreigt met opstappen na deze mislukking, maar na een compromis is Paars 2 niet gevallen. In maart 2000 zijn het grondwetsvoorstel en het wetsvoorstel voor een Tijdelijke referendumwet bij de Tweede Kamer ingediend.

Voordelen

Voordelen van een referendum zijn dat de kiezer meer betrokken is bij de politiek, naast het kiezen voor een partij, kun je nu ook per onderwerp aan geven wat je ervan denkt. Dit betekent dus eigenlijk meer democratie.

Nadelen

Nadelen zijn dat burgers onvoldoende kennis van het onderwerp kunnen hebben, ook kan eigen belang meespelen. Referenda kunnen conservatief en conserverend werken, omdat alleen de tegenstanders zich laten horen. Bovendien zijn er mensen die tegen referenda zijn en nooit zullen stemmen. Ook zijn er mensen bang dat de uitslag van een referendum te koop zal zijn.

De politiek is vooral bang dat het zal leiden naar veelvertraging in de politieke besluitvorming. Bovendien vinden diverse partijen dat een correctief referendum niet te vaak mag voorkomen en dat er over bepaalde onderwerpen geen referenda mogelijk moet zijn.

Zwitserland

In Zwitserland is er al sinds 1294 sprake van een volksstemming, er zijn vele soorten volksstemmingen in Zwitserland en een referendum is daar slechts een voorbeeld van. Een eerste referendum in de statenbond werd gehouden in 1802, over een grondwet opgesteld door Napoleon.

Het aantal referenda in Zwitserland groeit elk jaar, het gemiddelde is ongeveer acht referenda per jaar, tegelijkertijd daalt de opkomst. Kritiek op het Zwitserse referendum is er vooral over het versnipperen van de politiek: politieke partijen kunnen amper een breed profiel maken, bij elk thema waarin de kiezer zijn mening mag geven, loopt de partij het risico dat de achterban uitlopend gaat stemmen.

Een ander punt van kritiek is dat de directe democratie het proces van wetgeving vertraagd en dus ook de vernieuwing. De Zwitsers zelf zijn echter trots op hun volksraadplegingen.

Nederland

In Nederland werd pas om 1903 voor het eerst voorgesteld om een referendum in te voeren. Dit voorstel werd gedaan door de SDAP, onder leiding van Troelstra, maar wordt op dat moment niet verder behandeld.

Europese Grondwet

In Nederland vond het eerste nationaal referendum plaats op 1 juni 2005. Dit referendum ging over de Europese Grondwet. De opkomst was behoorlijk hoog: 62,8 procent. Het merendeel van de Nederlanders, 61,8 procent, stemden tegen een Europese grondwet.

Uit onderzoek van de Europese Commissie bleek dat, naast de angst om het verliezen van de nationale soevereiniteit, er nog drie andere redenen een grote rol speelden bij het stemmen tegen de Europese grondwet:
  • het gebrek aan informatie en de late start van de campagne
  • kosten van de EU in het algemeen
  • kritiek op de regering

Al met al leidde deze uitslag tot een grote crisis in de politiek. De kans dat er in de toekomst wederom een nationaal referendum plaats vindt, lijkt hiermee nog kleiner te zijn geworden.
© 2007 - 2024 Jour, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Verzoeken tot een referendum: De procedureVerzoeken tot een referendum: De procedureSinds juli 2015 is het voor de Nederlandse burgers mogelijk om een referendum aan te vragen. Als mensen het niet eens zi…
Raadgevend referendum en het associatieverdrag met OekraïneRaadgevend referendum en het associatieverdrag met OekraïneIn Nederland kun je onder bepaalde condities een raadgevend referendum starten. Met zo’n referendum heeft de Nederlandse…
De Nacht van WiegelIn de nacht van 18 op 19 mei 1999 stond de politiek op zijn kop toen een Eerste Kamer lid, Hans Wiegel, de invoering van…
Referendum over de wet associatieverdrag met OekraïneReferendum over de wet associatieverdrag met OekraïneOp 6 april 2016 mag Nederland weer naar de stembus. Dit maal vanwege een referendum over het associatieverdrag tussen de…
Rusland: Leiders in de twintigste eeuwRusland: Leiders in de twintigste eeuwDe afgelopen eeuw was een drukke tijd voor de inwoners van de voormalige Sovjet-Unie. Oorlogen, honger en tirannen van l…
Jour (127 artikelen)
Laatste update: 24-07-2015
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Politiek
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.