De CDA campagne van 1994 in stijl en inhoud: een analyse

De CDA campagne van 1994 in stijl en inhoud: een analyse In de verkiezingscampagne van 1994 ging de meeste aandacht uit naar het Christen Democratisch Appèl (CDA), van lijsttrekker Elco Brinkman. In de eerste plaats was het CDA op dat moment de grootste (regerings)partij waaruit ook de zittende premier Ruud Lubbers afkomstig was. In de tweede plaats kwam de grote aandacht voor het CDA voort uit de introductie van vernieuwende, markante elementen in de CDA-campagne. Ten derde leed het CDA uiteindelijk een grote, bittere nederlaag: hoe kon dit gebeuren?

Gebrek aan eenheid binnen de partij

Keuze voor premierschap Brinkman

In mei 1992 wees premier Ruud Lubbers, jarenlang het gezicht van het CDA, Elco Brinkman aan als zijn ‘kroonprins.’ In de praktijk vormde deze beslissing een overgang van een vertrouwen wekkende, ervaren staatsman naar een talentvolle, doch zakelijke persoonlijkheid die bovendien geen bewindspersoon was. In de loop van 1993 begon Lubbers in toenemende mate aan zijn beslissing te twijfelen. Zo stelde de scheidende premier het automatisme dat de lijstaanvoerder van een partij ook premierkandidaat is ter discussie. Daarnaast opperde Lubbers dat socialist Wim Kok als premier niet voor Brinkman zou onderdoen en erkende hij Brinkman te vroeg als opvolger te hebben aangewezen. Door deze ontwikkelingen bekoelde de relatie tussen Lubbers en Brinkman. Funest was bovendien de aankondiging van Lubbers, kort voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei 1994, op minister Ernst Hirsch Ballin te zullen stemmen in plaats van Brinkman, vanwege de bestuurlijke bekwaamheid van eerstgenoemde en diens principiële houding ten opzichte van abortus.

Verhouding tussen CDA-fractie en het kabinet

De verhouding tussen de CDA-fractie en CDA-bewindspersonen uit het kabinet-Lubbers-III, dat bestond uit CDA en PvdA, werd als vanaf het WAO-debat van 1992 gekenmerkt door spanningen. Waar Lubbers ‘zijn’ kabinetsbeleid verdedigde, verweet de CDA-fractie onder leiding van Brinkman het kabinet niet zelden een gebrek aan daadkracht. Er waren echter nog meer tegenstellingen. Waar Brinkman een WAO-akkoord met de VVD wenselijk vond, sloot Lubbers dit akkoord juist met de PvdA. Andere problematische relaties binnen het CDA waren de ‘oppositionele’ kritiek van de CDA-Eerste Kamerfractie, waaronder senator Kaland, op het kabinetsbeleid en het gebrek aan samenhang in de top van de kandidatenlijst van het CDA als gevolg van inhoudelijke tegenstellingen tussen bewindspersonen en fractieleden. De verschillende inzichten over het kabinetsbeleid leidden uiteindelijk tot een situatie waarin Brinkman in de campagne weliswaar de wil, maar niet de mogelijkheid had om het beleid van het zittende kabinet aan te vallen.

Lubbers’ inhoudelijk leidende rol in de campagne

Mede door zijn gebrek aan vertrouwen in ‘kroonprins’ Brinkman nam Lubbers al voor de start van de campagne een leidende rol in de vertegenwoordiging van het CDA door zich uit te laten over toekomstige coalitievormingen. Half april deed Lubbers, als gevolg van de ongunstige peilingen voor het CDA, definitief zijn intrede in campagne als 'het' gezicht van het CDA. In deze rol zou hij Brinkman zowel persoonlijk als inhoudelijk voor de voeten lopen en nam hij zelfs afstand van zijn eerdere voorkeur voor de PvdA door de ‘zwenking naar links’ van deze partij te veroordelen.

Kritiek op campagnestijl

Een ander punt waar binnen het CDA onenigheid over ontstond, was de stijl van de campagne. Waar aanvankelijk de nieuwe ideeën van campagneleider Frits Wester breed omarmd werden, werd er tijdens de campagne door onder andere minister de Vries en staatssecretaris Heerma kritiek geuit op de enigszins theatrale wijze waarop Brinkman gepresenteerd werd, waarbij volgens deze critici de inhoud geslachtofferd werd ten koste van de vorm. Bovendien leidde de moeizame relatie van Brinkman met de KRO tot spanningen van meerdere CDA-prominenten met KRO-voorzitter en oud-CDA-minister Braks.

Sociale gezicht van het CDA

Een laatste punt van conflict binnen het CDA was de voorgestelde bevriezing van uitkeringen, waartoe ook de AOW behoorde. In de achterban van de partij waren meerdere ouderen tegen deze bevriezing. Ondanks steun van de partijraad voor het voorstel zou partijvoorzitter Van Velzen vanwege de presentatie van deze plannen en een discussie over het christelijke karakter van het CDA het veld ruimen. Tevens zou een statenlid van het CDA naar het Algemeen Ouderen Verbond (AOV) overstappen.

Inhoudelijke aspecten van de campagne

Vuurproef '94

Voorafgaand aan de parlementsverkiezingen van 1994 vreesde men binnen het CDA vooral voor de groeiende concurrentie van andere partijen. Met name de VVD, D66 en de kleine christelijke partijen bedreigden de positie van het CDA. Toen in het voorjaar van 1993 het document Vuurproef ’94 werd opgesteld, waarin de hoofdlijnen van de campagne werden uitgezet, besloot het partijkader dan ook vooral aandacht te besteden aan de volgende punten: vernieuwing, economie en werkgelegenheid, het christelijk karakter van de partij en veiligheid & criminaliteit.

Vernieuwing

Aan de vooravond van de verkiezingen van 1994 was de roep om vernieuwing groot. Discussies rond de geloofwaardigheid van de politiek namen steeds sterkere vormen aan. Het CDA besloot dan ook om in de campagne tamelijk rigoureus te breken met het verleden. In de eerste plaats hield deze breuk in dat een groot aantal oudgedienden binnen de partij plaats moesten maken voor een jongere generatie christen-democraten. Deze vernieuwing vond een duidelijke weerslag in de opvolging van Lubbers door Brinkman. Naast deze personele wisseling manifesteerde de breuk met het verleden zich ook in het feit dat het CDA in haar campagne duidelijk afstand nam van het kabinet Lubbers III en haar beleid - dit in tegenstelling tot de andere grote regeringspartij, de PvdA.

Economie en werkgelegenheid

De economische omstandigheden waren begin 1994 niet echt gunstig: werkloosheid en massaontslagen kleurden het beeld in die dagen. In navolging van de oppositie besloot het CDA daarom tot ingrijpende maatregelen. Als belangrijkste maatregel om de werkgelegenheid veilig te stellen, stelde het CDA voor om alle uitkeringen te bevriezen. Toen bleek dat deze maatregel ook zou gelden voor de AOW, leidde dit tot grote onrust onder ouderen. De partij kreeg hierdoor veel kritiek te verduren en de bevriezing van de AOW groeide uit tot het belangrijkste thema van de campagne van 1994.

Het christelijke karakter van de partij

Een ander belangrijk punt was het herstel van het christelijk karakter van de partij. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van maart 1994 had het CDA in een aantal traditioneel sterke CDA-regio’s terrein moeten prijsgeven aan de kleine christelijke partijen. Daarom nam de partij tijdens de campagne van 1994 in enkele ethische kwesties, zoals de liberalisering van euthanasie en abortus, een duidelijk standpunt in. Vooral CDA-coryfee Hirsch Ballin speelde hierbij een belangrijke rol, toen hij waarschuwde voor de gevolgen van een ‘paars’ kabinet. Zijn uitspraak dat er dan een maatschappij zou ontstaan waarin ouders van ‘mongooltjes’ zich zouden moeten schamen dat zij geen abortus hebben uitgevoerd, viel niet in goede aarde. Alle grote partijen leverden kritiek en PvdA minister Van Thijn noemde de uitspraken van Hirsch Ballin zelfs ‘fundamentalistisch’.

Veiligheid en criminaliteit

Van alle partijen bleek vooral de VVD de grote electorale concurrent van het CDA. Deze partij profiteerde van de toenemende onzekerheid in de samenleving. Met name de ouderen bleken zich steeds meer zorgen te maken over de sterk gegroeide criminaliteit en onveiligheid op straat. Omdat het CDA zijn greep op deze belangrijke groep kiezers (mede door de AOW problematiek) leek te verliezen, besloot de partij om criminaliteitsbestrijding als programmapunt naar voren te schuiven. Hiermee hoopte het de VVD de wind uit de zeilen te nemen en het voorspelde verlies te beperken.

Brinkman in de media

Afstandelijkheid

Het CDA was van mening dat Brinkman tot een voorname persoonlijkheid was uitgegroeid door zijn zevenjarige functioneren als fractievoorzitter. In uitstraling was de lijsttrekker echter geenszins te vergelijken met Lubbers. Het profiel van Brinkman was er één van een competent, deskundig en betrouwbaar, maar vooral ook zakelijk leider. Brinkman straalde in de media een bepaalde afstandelijkheid uit en miste met name een zekere ‘warmte’. Tevens rezen er twijfels over zijn ‘sociale’ gezicht. Één van de belangrijkste doelen in de campagne van het CDA in 1994 werd het dan ook om Brinkman als een sociaal en warm, tastbaar mens naar voren te schuiven.

Amerikanisering

De CDA-campagne van 1994 staat met name bekend om de implementatie van Amerikaanse politieke strategieën, oftewel de 'Amerikanisering' onder leiding van campagneleider Frits Wester. Kritiekpunt van veel media is hierbij echter dat het CDA te veel de persoonlijke kaart zou spelen in plaats van zich op de inhoud te richten. Een reactie van Frits Wester: "Tegenwoordig willen de mensen wel weten wie de politici zijn, net als vroeger zijn de mensen belangrijk, zoals bijvoorbeeld Den Uyl en Van Agt. Maar dat betekent niet dat de man belangrijker is dan de inhoud. Die man staat voor een bepaalde inhoud". Toch kan wel degelijk gesteld worden dat Brinkman zich in 1994 kwetsbaar opstelde door zijn persoonlijk leven openbaar te maken. Kiezers kregen een semi-toegankelijke vormgeving van Brinkman als mens voorgeschoteld, die versterkt werd door vernieuwende strategieën zoals een buscampagne, eenvoudige werkbezoeken - gericht op 'free publicity' - en de zogenaamde 'Brinkman-shuffle': een losse, persoonlijke wijze waarop de CDA-lijsttrekker zich op het toneel presenteerde. De presentatie van Brinkman in de media werd uiteindelijk verre van een succes: in de eerste plaats werden fundamentele cultuurverschillen tussen het Amerikaanse en Nederlandse politieke landschap over het hoofd gezien en in de tweede plaats kende ook Brinkmans relatie met de media, waaronder het kritische KRO-programma Reporter, een zeer moeizaam en verwijtend karakter.
© 2008 - 2024 Writerandus, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Kabinet Lubbers IHet kabinet Lubbers I was het eerste van de 3 kabinetten die werden geleid door premier Ruud Lubbers. Dit eerste kabinet…
Recensie: 'Persoonlijke herinneringen' van Ruud LubbersrecensieRecensie: 'Persoonlijke herinneringen' van Ruud LubbersRuud Lubbers was premier van Nederland van 1982 tot 1994. Hij was de premier die Nederland tijdens de crisis van de jare…
Afgetreden bewindslieden kabinetten Lubbers (1982-1994)Afgetreden bewindslieden kabinetten Lubbers (1982-1994)Ruud Lubbers (1939-2018) is van november 1982 tot augustus 1994 minister-president van Nederland. In zijn drie kabinette…
De langstzittende naoorlogse kabinetten in NederlandDe langstzittende naoorlogse kabinetten in NederlandIn de algemene kieswet is vastgelegd dat in Nederland de Tweede Kamerverkiezingen elke vier jaar plaatsvinden, in maart…

Wie is Michael GorbatsjovMichael Gorbatsjov was de president van de USSR (het huidige Rusland) tot 1991. Toen ging de USSR op in de Gemenebest va…
Writerandus (81 artikelen)
Gepubliceerd: 26-10-2008
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Politiek
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.