Woordenschatonderwijs op de basisschool

Woordenschatonderwijs op de basisschool Het hebben van een uitgebreide woordenschat is onontbeerlijk om goed onderwijs te kunnen volgen en mee te draaien in de maatschappij. Sommige kinderen hebben echter moeite om nieuwe woorden op te pikken doordat ze van allochtone afkomst zijn of doordat ze weinig aanleg hebben voor taal. Woordenschatonderwijs is erop gericht om die leerlingen nieuwe woorden bij te brengen. Een stappenplan om die woorden bij te brengen is de zogenaamde Viertakt.

Woordenschat

De woordenschat is simpel gezegd het aantal woorden dat een persoon kent begrijpt of toepast. Woordenschatonderwijs is erop gericht om het aantal woorden dat een leerling kent uit te breiden. Een leerling kan een woord zowel actief als receptief onder de knie hebben. Als een leerling uit zichzelf een woord juist gebruikt, valt dat onder actieve woordenschat. Als een leerling een woord wel begrijpt, maar niet zelf actief kan gebruiken, spreken we van receptieve woordenschat. Een goede woordenschat is noodzakelijk voor leerlingen om het onderwijs goed te kunnen volgen en om zelf te kunnen communiceren. De woordenschat kan erg per leerling verschillen. Dit verschil kan onder andere ontstaan door verschillende achtergronden. Zo hebben leerlingen bij wie thuis een andere taal dan het Nederlands gesproken wordt, vaak al een behoorlijke achterstand. Een Nederlandstalige kleuter die net op school komt, begrijpt gemiddeld 3350 woorden en gebruikt er 2150. Anderstalige kleuters begrijpt gemiddeld 1300 Nederlandse woorden en gebruikt er 1100. Die achterstand is alleen met veel inspanning in te halen.

Ook de opvoeding door de ouders kan een verschil maken. Zo heeft voorlezen een positief effect op de woordenschat. Ook het praten en discussiëren over uiteenlopende onderwerpen is gunstig voor de uitbreiding van de woordenschat. Maar ook de aangeboren aanleg van een leerling heeft invloed op de prestaties. Oftewel: leerlingen met een talenknobbel zullen sneller nieuwe woorden oppikken.

Kinderen met een gemiddelde intelligentie moeten in staat zijn om 20 tot 30 nieuwe woorden per week te leren. Natuurlijk moet er dan wel genoeg aanbod zijn op school. Gelegenheden om nieuwe woorden kunnen spontaan uit een situatie ontstaan. Zo kan een schoolreisje een goede gelegenheid bieden. Dit heet incidenteel woordenschatonderwijs.

Het kan echter ook vooraf gepland worden. Dit heet intentioneel of planmatig woordenschatonderwijs. De woorden moeten dan wel in samenhang aangeboden worden en dus niet als los zand aan elkaar hangen. Het leren gaat het gemakkelijkst als de woorden in een concrete context aangeboden worden. ‘Schaar’ en ‘kwast’ zijn woorden die kleuters al snel leren omdat ze ermee werken. In sommige gevallen is het echter erg lastig om een concrete context aan te bieden. Het woord ‘orkaan’ zal bijvoorbeeld niet in het echt aangeboden worden in groep 6… Gelukkig is de woordenschat van oudere leerlingen al op een dusdanig niveau dat abstracte begrippen wel geleerd kunnen worden.

Kenmerken adaptief woordenschatonderwijs

Hieronder volgt puntsgewijs een aantal kenmerken van adaptief woordenschatonderwijs. Adaptief houdt in dat het onderwijs op maat gemaakt is voor de leerling en daardoor goed bij het kind past. Er wordt vanuit gegaan dat de natuurlijke manier van taal leren de beste manier is. Kinderen leren namelijk “vanzelf” hun moederstaal. Voor kinderen van allochtone afkomst en die dus een andere moederstaal hebben, is deze natuurlijke manier van leren vaak niet beschikbaar. Ze hebben vaak niet de mogelijkheid om de taal van hun ouders te leren omdat die het vaak zelf ook niet spreken. Bovendien zijn deze kinderen vaak al een stuk ouder en hebben ze een flinke achterstand opgelopen. Om de natuurlijk manier van taal leren zoveel mogelijk te evenaren, is adaptief woordenschatonderwijs uitgevonden.

Deze onderwijsvorm voldoet aan de volgende punten:
  • Het leren van nieuwe woorden is niet alleen een vak op zich, maar loopt als een rode draad door alle schoolvakken en alle klassen.
  • De leraar maakt gebruik van interactie. Hierdoor ontstaat ruimte voor de inbreng van de leerlingen zelf en wordt geoefend met de nieuwe woorden. Ook kan de leraar hiermee in de gaten houden of de leerlingen het woord echt begrijpen.
  • Woorden moeten in samenhang met andere woorden aangeboden worden. Er moet een logische opbouw zijn van de woorden. Het maken van een woordenweb is hiervoor een handig middel.
  • Er wordt uitgegaan van de natuurlijke manier van taal leren. Leerlingen praten actief mee over de nieuwe woorden. Kinderen worden uitgenodigd dingen te vragen en op elkaar te reageren. Hierdoor zal het woord vaak herhaald worden waardoor het beter blijft hangen. Kinderen die net leren praten, leren ook op deze manier nieuwe woorden van hun ouders.
  • Woorden worden bij verschillende soorten activiteiten behandeld. Zo kan een woord zowel voorkomen in een liedje als in een verhaal.
  • Er worden ook andere zintuigen betrokken bij het leren. Dus, niet alleen spreken, maar ook luisteren, schrijven, tekenen etcetera.

Aanleren met behulp van de 'Viertakt'

Bij het aanleren van nieuwe woorden kan gebruik gemaakt worden van vier didactische fasen. Die worden ook wel de ‘viertakt’ genoemd. Deze stappen moeten worden afgewerkt om een leerling een optimale kans te geven om nieuwe woorden onder de knie te krijgen. De stappen zijn in chronologische volgorde aangegeven. Dit betekent echter niet dat de stappen elkaar niet mogen overlappen. Zo kan het aanbieden van een woord best samengaan met het consolideren van ervan. Het belangrijkste is dat de stappen allemaal aangeboden en doorlopen worden, dat ze in elkaar overlopen is geen probleem. Hieronder volgen de vier fasen:

Voorbewerken:

De voorkennis moet eerst geactiveerd worden. Dit lukt het best als de interesse van de leerling wordt gewekt. Een stimulerende context kan daarbij helpen. Als de leerling gaat nadenken over het onderwerp waar het nieuwe woord inpast, worden woordennetwerken geactiveerd. Door die activatie blijven nieuwe woorden beter hangen. De context moet dusdanig zijn dat de leerling erin geïnteresseerd is. Dit kan een relevante situatie zijn waar kinderen vaak mee te maken hebben zoals bij een vriendje spelen, iets kopen in een winkel of iets aan de juf vragen. Het kan echter ook een context zijn die aansluit op een bepaalde hobby of intersesse zoals een artikel over de ruimtevaart voor een kind dat later astronaut wil worden. In zo’n geval leert de leerling niet alleen nieuwe woorden, maar verkrijgt het ook nieuwe inhoudelijke kennis over een bepaald onderwerp. Twee vliegen in een klap dus.

Aanbieden en semantiseren:

De woorden worden niet los aangeboden, maar in een betekenisvolle context. Plaatjes, verhalen en voorwerpen kunnen hierbij van nut zijn. Het is bijvoorbeeld erg lastig om de betekenis van een moer uit te leggen, zonder dat een echte moer of een plaatje ervan aanwezig is. Daarna wordt de betekenis behandeld en uitgelegd (semantiseren). In het ideale geval kan de leerling de betekenis zelf al afleiden uit de context en hoeft de leerkracht dus niet uit te leggen wat het woord betekent. Een bevestiging van het idee van de leerling kan dan al voldoende zijn.

Consolideren:

Er wordt met de nieuwe woorden geoefend. Het woord moet meerdere malen aangeboden worden, het liefst ook in verscheidene contexten. Een woord moet minimaal zeven keer gebruikt worden voordat het goed beklijfd is. Zo kan de leerling gevraagd worden om zinnen te maken met het nieuwe woord, met een andere leerling erover te praten of er informatie over op te zoeken in de bibliotheek of op internet.

Controleren:

De lessen worden geavaleerd m.b.v. toetsen. Dit kunnen methodeafhankelijke toetsen zijn waarbij vooral het effect van de methode getest wordt. Er zijn ook methodeonafhankelijke toetsen waarmee verschillende leerlingen met elkaar vergeleken kunnen worden. Leerkrachten kunnen er natuurlijk ook voor kiezen om zelf een toets te bedenken. Door de controle bijvoorbeeld in de vorm van een quiz te gieten, zullen de leerlingen het zelfs leuk vinden!

Er zijn dus vele mogelijkheden om het vergroten van de woordenschat aantrekkelijk en succesvol te maken. Met een creatieve aanpak, motivatie en discipline is het mogelijk om de achterstand langzamerhand te verkleinen.
© 2009 - 2024 Francien, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Taalonderwijs: hoe creëer je een stimulerende leeromgeving?Taalonderwijs: hoe creëer je een stimulerende leeromgeving?Tegenwoordig is woordenschat één van de lastige onderwerpen in het basisonderwijs. Om de woordenschat te vergroten is he…
Woordenschatontwikkeling bij kinderenWoordenschatontwikkeling bij kinderenWoordenschat is erg belangrijk in het basisonderwijs. Kinderen die hun woordenschat niet voldoende ontwikkelen, zullen n…
Het Nieuwe LerenHet Nieuwe Leren is in het leven geroepen in een poging leerlingen te betrekken en te motiveren bij hun studieproces. Er…
Woordenschat aanleren, thuis en op school,schoolprestatiesWoordenschat aanleren, thuis en op school,schoolprestatiesWoordenschat is de basis voor een goede schoolcarrière. Kinderen die snel een grote woordenschat tot hun beschikking heb…

Godsdienstpedagogiek: leerstijlen & begeleiding bij jongerenGodsdienstpedagogiek: leerstijlen & begeleiding bij jongerenIn gesprekken en begeleiding van jongeren gaat het in eerste plaats om goed te kunnen luisteren. Vervolgens is het belan…
Straatwaarde: zestien jaar heroïneverslaving en prostitutieStraatwaarde: zestien jaar heroïneverslaving en prostitutie‘Straatwaarde’ is het boek van Esther Schenk. Esther Schenk is een pseudoniem voor de vrouw die haar verhaal na ruim zev…
Francien (28 artikelen)
Laatste update: 15-09-2010
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Onderwijs
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.