Ayurveda: het verband met de Samkhya filosofie
Er zijn diverse theorieën waaruit de Ayurveda zijn metafysische kennis put. De belangrijkste is de Samkhya filosofie. Van de Samkhya wordt vooral de kennisleer overgenomen. De Samkya gaat uit van een 'eeuwigdurend scheppingsproces' met een contante stroom van oorzaak en gevolg. Dit gaat dus om een logisch systeem.
Kapila
In een van de
Samkhya versies van Kapila wordt gezegd dat aan de basis van deze filosofie het verlangen van de mens ligt om te ontsnappen aan de drie lijdens (tri-dukha):
- het lijden gezonden door bovenaardse machten (goden)
- het lijden verbonden aan de natuur (eigen aard) van al wat leeft
- het lijden verbonden aan het verblijf in een sterfelijk lichaam (geboorte, pijn, ziekte, aftakeling, sterven). Dit is vooral het gedeelte waar de Ayurveda mee werkt.
Drie dosha's
Ayurveda spreekt dan over de drie dosha's die, waneer zij in een onevenwichtige toestand zijn, verstorend en/of ziekte- en lijdenverwekkend zijn. De verstoringen werken dan in op de psyche en de lichaamsstelsels.
De kennisleer of methodologie die overgenomen wordt uit de Samkhya, stelt dat kennis op de volgende wijze verkregen wordt:
- uiteenzetting door een betrouwbaar en ter zake bekwaam persoon (de Veda's zijn autoriteiten bij uitstek)
- door waarneming met de zintuigen
- door afleiding van de oorzaak van het gevolg of door gelijkaardigheid. Gelijkaardigheid is bijvoorbeeld: de appelboom in mijn tuin bloeit, dan zullen alle appelbomen van de streek bloeien.
Yukti
Ayurveda voegt hier nog een element aan toe: Yukti. Ayurveda legt verbanden tussen oorzaak en gevolg; gaat na of dezelfde oorzaak altijd dezelfde gevolgen heeft, ofwel of dit gedeeltelijk zo is (denk hierbij aan ziektesymptomem die wisselen van persoon tot persoon). Dit omdat ieder mens zijn eigen spontane temperament heeft en elk op de eigen manier functioneert. Hier zie je dus een groot verschil met de Westerse geneeskunde, die wat ziekte en patiënt betreft, vaak generaliseert.
De drie lijdens: tridukha
| Inwendig lijden | Uitwendig lijden |
Samkhya | lichamelijk en mentaal | lijden veroorzaakt door demonen en natuurkrachten |
Ayurveda | erfelijke ziekten | ziekten als gevolg van jaargetijden en klimaat |
Ayurveda | congenitale ziekten (aangeboren) | ziekten als gevolg van natuurlijke processen (ouder worden etc.) |
Ayurveda | storingen van vata, pitta en kapha | ziekten ontstaan door demonen en geestelijke entiteiten (bezetenheid) |
De opbouw van de menselijke structuur en de relatie van de mens met de wereld rondom hem sluit helemaal aan bij de Samkhya.
Tattva's
In de Samkya wordt gesproken over de 25 tattva's (grondslagen). Deze zijn als volgt:
1. Purusha, dit is het allerhoogste bewustzijn, ook wel Kosmisch Bewustzijn genoemd.
2. Prakriti, dit is de gemanifesteerde natuur: energie, natuur en materie die omvormd.
Hierin zijn de drie guna's werkzaam. De guna's zijn eigenschappen of krachten, die ervoor zorgen dat Prakriti waarneembaar is. Zijn de drie guna's niet werkzaam (niet in evenwicht), dan is de natuur ongemanifesteerd en spreken we over Mula-Prakriti.
Deze drie guna's zijn:
- sattva: lichtkracht of mentale helderheid
- rajas: bewegingsenergie of mentale activiteit
- tamas: stollingskracht, weerstand of mentale duisternis
Een puls uit Purusha zet de natuur in werking door de hoeveelheid Sattva te versterken. Daar deze guna's aanwezig zijn in elke fysische, biologische of psycho-mentale verschijningsvorm, worden zij ook in verband gebracht met de drie dosha's uit de Ayurveda.
Purusha en Prakrit
Uit Purusha en Prakriti onstaan dan:
3. Buddhi: dit is een uiting van het Kosmisch Intellect. In Buddhi worden de handelingen van lichaam en geest geverifieerd en verwerkt.
4. Ahamkara: de 'ik ben' maker of het ego. De individualiteit.
Uit Ahamkara wordt Manas, een subject- en een objectzijde gevormd.
5. Manas
| Subjectzijde | Objectzijde |
| lager intellect (auto-reflexief bewustzijn) | |
6 t/m 10 | Vijf kenorganen (jnanendryas): oor, oog, neus, tond, huid | |
11 t/m 15 | Vijf doe-organen (karmendryas): mond, handen, voeten, voortplantingsorganen, uitscheidingsorganen | |
16 t/m 20 | | Vijf fijnstoffelijke elementen (tanmatras): Akasja, Vaju, Tejas, Rasa, Prithivi |
21 t/m 25 | | Hieruit vormen zich de grofstoffelijke elementen (mahabhutas): Ether, Lucht, Vuur, Water, Aarde |
Dit artikel maakt deel uit van het eindwerkstuk voor de opleiding tot yogaleraaar aan het Vormingsinstituut voor Yogaleraren te Zolder in België. Het is geschreven door Ed van Hoof en hier gepubliceerd in zijn nagedachtenis.